Achter de bal aan (112/3): Sarajevo
Maandag 18 november 2024
Je moet er soms wel wat voor over hebben om Woutje Weghorst live te kunnen zien voetballen. Vandaag wordt een reisdag. Met de bus van Zagreb naar Sarajevo. Een lange zit.
Alvorens Centrotrans mij om 12.30 uur naar Bosnië transporteert, moet ik nog een ochtend de tijd zien te doden in Zagreb. Ik strek daarom even uitgebreid de benen en sla wat proviand in voor onderweg. Om de Konsum supermarkt bij het busstation te mogen betreden kost trouwens wel wat geduld. Net als bij de naastgelegen bakker staan mensen netjes in de rij om te worden toegelaten. Bij de deur ziet een supermarktmedewerker er op toe dat er niet te veel mensen tegelijk naar binnen gaan.
De bus vertrekt keurig op tijd. Volgens de Flixbus-website waren er nog drie vrije plekken. Wanneer we wegrijden uit Zagreb zijn er iets meer stoelen onbezet. Maar het kan natuurlijk altijd dat er onderweg nog passagiers instappen. Het ruim 400 kilometer lange traject telt maar liefst zeventien haltes: Gradiska, Nova Topola, Laktasi, Banja Luka, Jajce, Vinac, Torlakovac, Babino Selo, Donji Vakuf, Turbe, Travnik, Vitez, Busovaca, Brestovsko AS, Kiseljak, Han Ploka, Ilidza en als eindbestemming Sarajevo. Zo kom je nog eens ergens op een maandag die zonnig begint, maar gaandeweg regenachtig en mistig wordt.
Anderhalf uur na vertrek bereiken we de Kroatisch-Bosnische grens. Hrvatska verlaten is zo gepiept. Alle passagiers moeten uitstappen en bij een douanehokje hun reisdocumenten laten zien. Binnen tien minuten is iedereen weer aan boord en kan de chauffeur zijn voertuig de brug over sturen naar de volgende grenspost. Bosnië en Herzegovina binnenkomen neemt daarentegen wat meer tijd in beslag. Na welgeteld twaalf minuten stilstaan komt er een douanebeambte de bus in die de paspoorten en identiteitskaarten van alle inzittenden meeneemt. Met een hele stapel in zijn handen verdwijnt hij weer naar buiten.
Door het raam zie ik hoe twee andere heren in uniform de auto van een jongen met een gemillimeterde coupe en zijn blonde bijzit helemaal binnenstebuiten keren. Ze kijken zelfs onder de motorkap. Ze vinden blijkbaar niets dat niet door de beugel kan. Wanneer de bestuurder aanstalten maakt om verder te rijden, tikt een van de twee douaniers op het raam. De jongen moet weer uitstappen om zelf de eveneens geopende kofferbak dicht te doen. Dat kost de douaniers kennelijk teveel moeite.
Foto’s van het kolderieke voorval maken, mag helaas niet. In de instructiemail van de KNVB waarin staat hoe ik me als Oranjefan niet alleen in Bosnie maar ook in Herzegovina moet gedragen, staat dat het ten strengste verboden is om dienstkloppers in uniform te fotograferen.
Ruim een kwartier nadat onze paspoorten zijn ingenomen, komt een van de twee chauffeurs van de bus ze weer uitdelen. Na meer dan een half uur wachten en een stempel rijker vervolgen we onze reis. Wie de omgekeerde kant op wil, dient nog wel even geduld te hebben, zo vermoed ik. Richting Kroatië staat een aanzienlijke rij auto’s. Voor zover ik kan beoordelen staat het behoorlijk vast. Er lijkt weinig beweging in te zitten.
Ik krijg sterk de indruk dat we het Servische deel van de Bosnië en Herzegovina binnenrijden. Plaatsnaamborden zijn ook in het Cyrillisch, langs de weg wuiven wit-blauw-rode vlaggen en de gebedshuizen kenmerken zich door een nogal orthodox uiterlijk. De weg is daarentegen nogal onorthodox. Smal en hobbelig. Vierbaans wegen moeten in dit gedeelte van het land eerst nog aangelegd worden.
Alsof de bus niet al langzaam genoeg vooruit komt, lasten de chauffeurs een plaspauze in. Zelf betreden de heren het restaurant waar ze hun voertuig bij parkeren. Ze gaan op het gemak een hapje eten. Misschien gaan ze zelfs wel van bil. Who knows. Zo zijn we dus alweer een half uur kwijt. Op het moment waarop ze de bus weer starten zijn we dus nog maar vijf uur verwijderd van de hoofdstad.
Gele borden geven aan dat we richting Banja Luka gaan. Aan weerszijden van de weg bevinden zich huizen. Behoorlijke kasten zelfs. Toch maakt de omgeving een tamelijk uitgestorven en desolate indruk. Mensen zie ik vrijwel nergens. De inwoners van de dorpen waar we doorheen komen lijken verstoppertje te spelen.
De Catweazle-lookalike op de stoel achter me vestigt wel de aandacht op zich. De alcoholwalm dampt er vanaf. Alle andere passagiers mogen er geheel gratis van meegenieten. Bij ons zie je zulke creaturen alleen op televisie. Zijn buik hangt bijna op z’n kruis. Je moet het zelf gezien (en geroken) hebben, anders zou je het niet geloven.
Voor Banja Luka gaat de bus zowaar verder op iets dat de kenmerken vertoont van een snelweg. Helaas duurt dat genot slechts kort. Het is mij een volslagen raadsel waar al die auto’s ineens vandaan komen, maar het loopt ineens behoorlijk vast. Ik zou bijna gaan denken dat ProRail vandaag in Bosnië en Herzegovina het werk heeft neergelegd. En dan bevordert de regen de doorstroming op het almaar natter wordende wegdek ook niet bepaald.
Wanneer we om 16.40 uur Banja Luka bereiken, is het al bijna donker. In de stad waar m’n vader in 1959 met AGOVV voor furore zorgde stroomt bijna de halve bus leeg. Helaas blijft het drankorgel zitten. Al gaat hij gelukkig wel een paar rijen naar voren toe waar volop plaatsen zijn vrijgekomen.
Voerde de doorgaande weg vanaf de grens hoofdzakelijk door vlak terrein. Als het goed is, gaat het vanaf Banja Luka wat meer de hoogte in en wordt het wat geaccidenteerder. De minaretten van Islamitische gebedshuizen maken nog een ander verschil duidelijk. Hopelijk weten de chauffeurs in het donker de weg door de bergen. Ik ben al lang blij dat ik met m’n hoogtevrees niet kan zien hoe diep de gapende dieptes zijn die we passeren.
In Jajce zijn we dan eindelijk van de dranklucht verlost. Na Jajce ben ik ook verder gekomen dan waar pa en zijn ploegmakkers van AGOVV meer dan 65 jaar geleden zijn geweest. Het is wel gestopt met regenen. De mist die er voor in de plaats komt, maakt het zicht er in de duisternis nog slechter op. Het is niet te hopen dat het morgenavond tijdens de wedstrijd in Zenica ook zo dichttrekt. Als dat het geval is, dan vrees ik dat ik Wout Weghorst niet eens kan zien…
Naarmate Sarajevo dichterbij komt, wordt het iets minder foggy. Het laatste stuk bestaat zowaar uit snelweg. Vierbaans. Hier wel. Met inbegrip van tolpoortjes. Voor de chauffeur is dat het sein om er nog even een flinke ruk aan te geven en het gaspedaal stevig in te trappen. Om 21.07 uur, een kwartiertje later dan gepland, stap ik uit op het centrale busstation van Sarajevo. Bijna acht uur en 40 minuten na vertrek. Ik ben een van slechts zeven passagiers die de rit vanaf Zagreb tot aan het einde uitzit. Dat was me het ritje wel.
Dinsdag matchday!