In Draisma Dynamo Arena wil introverte Jochem Bloem verder tot bloei komen

door | 22 november 2024

Na Taurus, Zevenhuizen en SSS ziet Jochem Bloem Draisma Dynamo als een logische vervolgstap in zijn eredivisieloopbaan. De op 4 november 24 jaar geworden middenaanvaller wil in Apeldoorn verder tot bloei komen. “Mijn lange termijn-doel is het Nederlands team. Daar train ik voor”, rekent de ambitieuze student Informatica erop zich onder Redbad Strikwerda verder te kunnen ontwikkelen.

De aanwezigheid Strikwerda noemt Bloem als voornaamste reden voor zijn verhuizing naar de Draisma Dynamo Arena. “Ik ben hier voor hem naartoe gekomen. Redbad is een unieke trainer in Nederland. Niemand begrijpt het volleybal zoals hij dat doet. Hij is een wandelende volleybalencyclopedie. Ontwikkeling staat bij Redbad op één. Als dat lukt, volgen kampioenschappen. Andere trainers kijken alleen naar die resultaten. Redbad heeft het omgedraaid”, noemt de nieuwkomer zijn trainer iemand die hem een extra duwtje in de juiste richting kan geven.

Bloem vindt dat hij inmiddels op een punt is aanbeland om meer verantwoording in een team te dragen. “Ik was altijd en overal de jongste. Nu behoor ik tot team-oud en team-ervaren. Dit is inmiddels mijn vijfde jaar eredivisie. Ik ben vrij introvert. Als ik ergens nieuw ben, zal ik niet zo gauw m’n mond opentrekken. Terwijl ik in de blokkering wel de leiding moet nemen en de keuzes moet maken. Sinds ik bij Draisma Dynamo ben, ben ik heel gericht bezig met anders en slimmer spelen. Heel gericht kijken hoort daar ook bij. Bij SSS was het meer basic, hoog springen en hard slaan. Ik ben niet zo lang als Thom van der Ent. Ik heb een andere speelstijl. Ik moet het hebben van snelheid en het maken van snelle hoeken.”

De in Londen geboren en in Nijmegen opgegroeide volleyballer begon als klein kereltje bij het Nijmeegse Pegasus in clubverband tegen een bal te slaan. Als zoon van een voormalig eredivisievolleyballer lag het wel een beetje in de lijn der verwachting dat hij dezelfde sport ging beoefenen als vader Bas. Enigszins ongewild moest de jeugdige spelverdeler op een bepaald moment wel de regie uit handen geven. De switch naar een andere positie bleek bij nader inzien een gouden greep. “Bij Pegasus was ik één van de drie spelverdelers, terwijl we maar één midden hadden. Omdat ik de langste van die drie was, moest ik naar het midden toe. In het begin vond ik het echt helemaal niets, maar achteraf mag je wel zeggen dat het voor mij de beste de beste keuze ooit is geweest.”

Plezier beleefde hij overigens niet altijd. “Op een gegeven moment vond ik het volleybal niet zo leuk meer. Ik was toen een jaar of 16. Ik had ook heel veel RTC-trainingen gedaan en het werd me een beetje te veel. Later ben ik weer begonnen bij Protos, een studentenvereniging uit Utrecht. We speelden in de eerste divisie en promoveerden naar de Topdivisie”, vertelt de liefhebber hoe het enthousiasme voor het spelletje gaandeweg terugkeerde.

Hoe hoger hij kwam te spelen, hoe leuker Bloem het is gaan vinden. In coronatijd snoof het talent bij achtereenvolgens Taurus en RECO ZVH voor het eerst eredivisielucht op. In Barneveld, waar hij de afgelopen twee seizoenen actief was, kwam de bloem pas goed uit de knop. “SSS was echt een stap omhoog. Daar heb ik me heel erg doorontwikkeld. In mijn eerste seizoen stonden we ook een hele tijd bovenaan. We pakten dan weliswaar geen prijzen, maar hebben wel heel mooie wedstrijden gespeeld en gewonnen. SSS is een club waar het echt gaat leven als het goed gaat. Om daadwerkelijk aan te haken bij de top moet er denk ik meer budget komen. Nu zit SSS in de positie dat het feitelijk meer een opleidingsteam is”, oordeelt de ervaringsdeskundige.

Van zijn recente terugkeer in De Meerwaarde genoot hij volop. “Die uitwedstrijd in Barneveld was hartstikke leuk. Vorig jaar scandeerden ze m’n naam. Nu riepen ze wanneer ik moest serveren. Op een positieve manier. We zijn die avond inderdaad door het oog van de naald gekropen. We hebben twee matchpoints tegen gehad, maar wonnen uiteindelijk toch. Waarom we dat niet meteen vanaf de eerste set goed speelden, daar is wel over nagepraat, ja.”

Het valt namelijk moeilijk te verbloemen dat Draisma Dynamo’s verrichtingen zich dit seizoen in de BetCity Eredivisie kenmerken door wisselvalligheid. “Op trainingen loopt het wel en staan we goed. In wedstrijden lukt het vaak niet. Ik denk dat het tussen de oren zit. We hebben er veel jongens bij die van een lager niveau komen, van SSS of het Talentteam. Die komen dan bij Dynamo en denken dan: we zullen eens even laten zien wat we kunnen. Dat gaat niet altijd zoals we willen. Dat is een proces waarin we als team zitten”, meent Bloem.

Draisma Dynamo houdt de kwalificatiekansen voor de nieuwe BeNe-Conference desondanks volledig in eigen hand. “We hebben een aantal ‘moet je’-wedstrijden. Die moeten we winnen. Zoals we van PDK Huizen hadden moeten winnen. Orion en Lycurgus zie ik daarentegen als ‘mag je’-wedstrijden. We willen graag aansluiten bij de BeNe-Liga. Het klopt dat we niet zoveel marge hebben. Om het te halen moeten we nu winnen van SSS en in Huizen. Tegen Lycurgus kunnen we bonuspunten pakken, zoals we ook tegen Orion deden. We weten allemaal dat we het kunnen”, blijft de middenman vol vertrouwen.

Na zijn Europa Cup-debuut tegen Lausanne hoopt Bloem vanaf februari nader kennis te mogen maken met de Top-4 van België. “Het idee van die BeNe-Liga hangt al jaren in de lucht. Of we nou eerste, tweede, derde of vierde worden, maakt niet uit. Zolang we ons maar plaatsen. Ik denk dat het heel leuk wordt. In de voorbereiding oefenden we tegen Maaseik en Achel. In die wedstrijden konden we prima meekomen”, spreekt Bloem van een mooie uitdaging.

Voor iemand met een bovengemiddelde interesse in ruimtevaart verbaast het niet dat hij het zelf sportief zo hoog mogelijk zoekt en droomt van Oranje. Al blijft de nuchtere Bloem wel stevig met beide voeten op aarde. “Ik zit nu twee jaar bij de NextGen-groep. Die oranjekriebels heb ik dus al. Nationaal zit ik aan de top. Om het Nederlands team te halen moet ik me blijven doorontwikkelen en slimmer leren spelen”, meent hij.  

Van steun van zijn trouwste fan, vader Bas, hoogleraar neurologische bewegingsstoornissen aan het Radboudumc in Nijmegen, is Jochem Bloem hoe dan ook verzekerd. “Mijn vader is er altijd bij betrokken geweest. Hij zet alles op alles om bij mijn wedstrijden te kunnen zijn. Zelfs toen ik op niveau-3 in een zaaltje ergens in Groesbeek moest volleyballen, was hij erbij. Soms zat hij daar als enige. We praten samen veel over volleybal. Zoals na die wedstrijd tegen Orion, waarin ikzelf niet goed was, dan hebben we het daarover. Hij is altijd heel positief. Hij wordt nooit boos. Ik ben overtuigd dat als ik straks grote wedstrijden ga spelen met Draisma Dynamo, dat hij dan in een geel shirtje staat te springen. Er is mij weleens gevraagd of ik dat niet vervelend vind. Nee joh, integendeel. Ik vind het juist hartstikke leuk. Het motiveert me.”

Draismadynamo.nl vrijdag 22 november 2024 / foto Wout van Zoeren

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *