Vandaag 10 jaar geleden
Van een beetje propaganda zijn ze in Cuba niet vies. Met name bij de US Interest Section is in de loop der jaren heel wat af gedemonstreerd. Het aan de Malecón gelegen gebouw fungeert jarenlang als zeg maar inofficiële ambassade van de grote imperialistische klassenvijand aan de overzijde van de Straat van Florida.
De Cubaanse leiders laten geen mogelijkheid onbenut om el pueblo te mobiliseren contra el Bloqeo. Bij dergelijke massabijeenkomsten trekken tienduizenden gewapend met Cubaanse vlaggen en anti-Amerikaanse spandoeken over de boulevard van Havana om hun onvrede te betuigen over de rampspoed die het in 1962 afgekondigde handelsembargo hun land heeft gebracht.
Ten tijde van de ‘ontvoering’ van Elian Gonzalez ontstaan plannen om een en ander een quasi-permanent karakter te geven. De denktanks van het regime maken er geen half werk van. In de schaduw van groot standbeeld van ‘vader des vaderlands’ José Marti met een klein jochie op zijn arm verrijst in 2000 de Tribuna Antiimperialista. Pal tegenover de Interest Section. Het plein krijgt de naam Plaza de Dignidad. Plein van de Waardigheid.
Om een ‘lichtkrant’ met Amerikaanse propagandaboodschappen aan het zicht te onttrekken plant de ‘plantsoenendienst’ van het ministerie van Propaganda in 2006 als toegift 138 masten van twintig meter hoogte met daarin zwarte vlaggen met witte sterren op de stoep van het consulaat. Met dit bijzondere vlagvertoon krijgt het Amerikaantje pesten een nieuwe dimensie aan …
12 januari 2007 Ciudad Habana