Het kloppende hart van het Cubaanse honkbal

By | 21 december 2017

Vandaag 21 jaar geleden

In het Parque Central van Havana kijkt niemand er van op. Een grote groep heren bij elkaar. Druk gebarend. Hard schreeuwend. Ik wist niet wat ik meemaakte toen ik ze voor het eerst zag. Als argeloze Nederlander verwacht je bij zoveel heisa dat het elk moment los kan gaan, dat er niet veel meer hoeft te gebeuren alvorens er over en weer klappen uitgedeeld worden.

Maar nee, hoor. Niks van dat alles. Wie denkt dat de compañeros ruzie hebben, zit ernaast. De opgewonden standjes bespreken de stand van zaken in het nationale honkbal! Niets meer, niets minder. Een dagelijks terugkerend ritueel. Op hun vaste plekje op het plein. Ach, en dat de vonken er daarbij vanaf lijken te vliegen, komt door het warme bloed dat bij tijd en wijle flink opborrelt. Cubanen zijn nou eenmaal temperamentvolle mensen. De volksaard verloochent zich niet. Zeker niet wanneer om honkbal gaat.

Op het sportgekke eiland valt er niet aan te ontkomen. Pelota. Beisbol. Volkssport numero uno. De hoeveelheid uren die ik op tribunes heb doorgebracht van het Estadio Latinoamericano, is ongekend.

Op een grauwe zaterdagmiddag in december 1996 zie ik hoe Metropolitanos, één van de twee teams uit de hoofdstad, met 3-7 het onderspit delft tegen de collega-staatsamateurs uit Holguin. Ruim tweeënhalf uur topsport voor zegge en schrijve 1 peso in moneda nacional. Pak ‘m beet vijf eurocent. Geen geld.

21 december 1996 Ciudad Habana

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *