Lauwe Bratwurst op een frisse maandagavond in de Google Pixel Frauen-Bundesliga

By | 26 maart 2024

Achter de bal aan (95/1): Frankfurt am Main

Maandag 25 maart 2024

Frankfurt am Main geniet bekendheid als het financiële hart van Europa. Daags voordat het Nederlands elftal te gast is in het Deutsche Bank Park, zoals het illustere Waldstadion van weleer anno 2024 door het leven gaat, strijk ik er al neer. De wedstrijd tussen de vrouwen van Eintracht Frankfurt en Werder Bremen in de Google Pixel Bundesliga, zoals de hoogste speelklasse der voetballende dames in Duitsland zo mooi heet, vormt een aantrekkelijke opwarmer voor de vriendschappelijke clash met onze innig geliefde oosterburen.

Chauffeur Erik heeft op deze zonnige maandag iets meer dan vier uur nodig om het ruim 360 kilometer lange traject vanaf Apeldoorn te overbruggen. De meeste Baustellen onderweg bevinden zich in de tegenovergestelde richting. Die bewaren we voor de terugweg. Tegen half vier doemt de skyline van ‘Mainhattan’ aan de horizon op. Een kwartiertje later zijn we ingecheckt bij het Trip Inn Hotel Minerva, dat op twee minuten lopen van het Hauptbahnhof ligt. Afgelopen zomer heb ik er al eerder overnacht. Na onze spullen in onze kamers te hebben gestald, steken we de straat over om op het Centraal station het eerste broodje Schnitzel van deze tweedaagse trip te verorberen. Dat gaat er wel in.

Zoals altijd krioelt het in het aankomst- en vertrekgedeelte van de mensen. Reizigers haasten zich naar hun treinen. Vriendelijke jongedames, afkomstig uit Bulgarije of Roemenië, lopen te schooien om Euro’s. Met kinderwagen en al. De dames opereren in koppels. Ze klampen iedereen aan.

In het Bahnhofsviertel, tegenover het stationsgebouw, is zo op het oog ook weinig veranderd sinds vorige bezoeken aan de Mainmetropool. De crème de la crème van Frankfurt houdt er nog altijd huis. De zelfkant van de maarschappij laat zich in deze troosteloze omgeving van z’n meest treurige kanten zien. Zwervers en junkies vullen de straten en portieken. Voor de ingangen van obscure bars en de Laufhäuser hangen louche types rond om een oogje in het zeil te houden. Oost-Europeanen en Arabieren hebben de plaatsen ingenomen van de oorspronkelijke lokale penoze.

Erg druk lijkt het me kort voor vijven niet bij de bordelen in de beruchtste wijk ter plaatse. Daar komt bij het komende EK voetbal in juni ongetwijfeld verandering in. Dan wemelt het er vast en zeker weer van de Engelsen, net als bij voorgaande voetbaltoernooien op Duits grondgebied. Die strijken dan weer in groten getale in het Bahnhofsviertel neer om zich ongeneerd te bezondigen aan wat ze op hun eigen eiland niet mogen. Het zou me niet verbazen wanneer Frankfurt en de andere speelsteden een hete zomer tegemoet gaan. Net als in 1988.

Er bestaan volop plaatsen waarvan je denkt dat je er nooit meer terugkomt wanneer je er toevallig een keer geweest bent. Ik heb het gehad in Trnava, Aldershot of Minsk, om er een paar te noemen. Toen ik in augustus met m’n 49 Euro Ticket per trein Duitsland aan het (her)ontdekken was had ik evenmin verwacht het Stadion am Brentanobad in Frankfurt ooit nog eens van binnen te zien. En toch gebeurt het. Nauwelijks zeven maanden later is het al zover.

Was er die eerste keer sprake van een bezoek aan een onvergetelijk potje van SG Rot Weiss Frankfurt in de Staffel Süd van de Verbandsliga Hessen op het kunstgrasveld achter het stadion. Ditmaal maak ik samen met Erik de wandeling vanaf U-Bahnhalte Fischstein naar het naast het zwembad in Bockenheim gelegen stadionnetje om er de vrouwen van Eintracht aan het werk te zien. Een heuse Bundesligawedstrijd. Met Werder Bremen als tegenstander. Nummer vier tegen nummer zeven. We zijn zeker niet de enigen. Omstreeks half zeven, een uur voor de aftrap, loopt het al lekker aan. Het is gezellig druk.

Ik verbaas me wel enigszins over de hoeveelheid beveiligingspersoneel dat bij zo’n vrouwenwedstrijd op de been is. Iedereen die het stadion wil betreden, wordt gefouilleerd. Ze nemen het wel heel erg serieus. De gorilla met een geel hesje die mij onder handen neemt wil zowaar mijn kleine digitale fotocamera in beslag nemen. Volgens hem is het verboden om die mee naar binnen te nemen. Na ruggenspraak met iemand van een of andere beveiligingsfirma, die blijkbaar de supervisie heeft, komt hij op z’n besluit terug. Ik hoef mijn fototoestel bij nader inzien toch niet in te leveren.

Elf euro kost een staanplaatskaartje maar liefst. Je moet er wat voor over hebben om de subtop van het Duitse vrouwenvoetbal live te mogen bewonderen. De echte liefhebbers laten zich niet weerhouden door de pittige toegangsprijzen. Naarmate de aftrap dichterbij komt stromen de tribunes toch steeds voller. Als officieel toeschouwersaantal zal later op de avond een aantal van meer dan 2800 toeschouwers worden omgeroepen. Ik heb het idee dat er veel meer mensen zitten. En vooral staan. Op de lange zijde staat het hutjemutje. Compleet met vlaggen en sjaals. Eintracht- en Werder-fans kriskras door elkaar. Diarmuid, de Oranje-fan uit het Ierse Cork die ik bij nagenoeg elke interland van Nederland tegenkom, kom ik ook op deze frisse maartse maandagavond weer tegen. Echte fijnproever.

De catering laat nogal te wensen over. On-Duits! De Bratwurst die ik als pre-match snack nuttig, is nogal lauw van smaak. Met het voetbal is het een beetje hetzelfde. Ik raak niet in vuur en vlam van het vertoonde spel dat we gedurende 90 minuten krijgen voorgeschoteld. Warm krijg ik het er niet bepaald van. Ik ben blij dat ik m’n winterjas heb aangetrokken. De cornervlaggetjes in de kleuren van de regenboog zijn feitelijk het enige dat het spektakel, dat door de Eintracht-dames dik verdiend met 2-0 wordt gewonnen, werkelijk van enige kleur voorziet.

Los van de lauwe worsten en het niet al te beste spel heeft Eintracht de zaakjes organisatorisch prima voor elkaar. Bij het betreden van de arena kreeg ik zowaar een heus programmaboekje in de handen gedrukt, Blätche genaamd. In plat Hessisch vertaald: blaadje. Compleet met poster van één van de Frankfurter heldinnen. Kan ik mooi boven m’n bed hangen…

Qua professionaliteit kunnen de verongelijkte meisjes uit onze eigen Azerion Eredivisie veel leren van hun collega’s uit ons grote buurland. De dames kunnen wel minstens het minimum loon eisen voor hun inspanningen, er moet natuurlijk wel een markt voor zijn. Het geld moet wel ergens vandaan komen, dat groeit niet aan de bomen. Dat de marktwerking in Duitsland, een land met meer dan 80 miljoen inwoners, wél resulteert in een professionele vrouwenvoetbalcompetitie met bijbehorende salarissen ligt toch zeker voor de hand. Die achterstand lopen ‘we’ van z’n lang zal ze leven niet meer in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *