Habaneros de straat op tegen het Imperialisme

By | 19 januari 2018

Vandaag 17 jaar geleden

Het gaat wat ver om te zeggen dat tijdens de keren dat ik in de jaren ’90 en ’00 in Cuba verblijf de massale demonstraties tegen het ‘imperialisme’ aan de orde van de dag zijn.

Het is het een hele belevenis wanneer de Habaneros weer eens de straat op gaan, kan ik wel uit ervaring vertellen. Demonstreren kunnen ze immers als de beste in de Cubaanse hoofdstad. Zeventien jaar geleden val ik met de neus in de boter. Ik kijk mijn ogen uit bij de enorme mensenmassa’s die ik op een ordinaire januaridag zo allemaal aan me voorbij zie trekken.

Op straat stroomt een cocktail samen van alle smaken die Cuba te bieden heeft: zwart, wit, mulato, oud, jong, groot, klein, knap, lelijk, geüniformeerd en civiel. Tienduizenden zijn het er. Sommigen hebben zelfs hun fiets aan de hand, want zijn dierbare rijwiel neemt de doorsnee Cubaan nu eenmaal overal mee naar toe. Velen zwaaien met de papieren vlaggetjes die zijn uitgereikt. Telkens wanneer de helikopter van de staatstelevisie overvliegt ontstaat keer op keer een deinende zee van vlaggetjes. Aan de kanten van de weg zien met zwárte baretten getooide troepen van de speciale brigades van het Minint – het Ministerio del Interior –  en de fanatici van de CDR’s nauwlettend toe dat niemand uit de pas loopt.

De hele meute trekt over de Malecón in de richting van het gebouw van de Amerikaanse zaakvertegenwoordiging. Op het podium bij de Tribuna Abierta gooien door de staat ingehuurde sprekers, onder wie weer behoorlijk wat krijsende kleuters, wat extra olie op het vuur. Met de kreten ‘Abajo la ley asasina!’ en ‘Al combate!’ trekt het volk op verplicht vrijwillige basis verbaal ten strijde tegen die vreselijke Yanquis.

Van zoveel passie en enthousiasme, kijk je als argeloze Nederlander op. Indrukwekkend.

17 januari 2001 Ciudad Habana

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *