Na pechjaar wil Stijn de Ruijter het beste uit zichzelf halen; Gemengde gevoelens bij kampioenschap

By | 7 oktober 2021

Een aaneenschakeling van lichamelijke ongemakken zorgt dat Stijn de Ruijter voor zijn eigen gevoel pas dit seizoen écht gaat beginnen bij Draisma Dynamo. Als de 18-jarige diagonaalspeler volledig hersteld is van de schouderoperatie die hij medio mei onderging, wil hij knallen en het beste uit zichzelf halen. Het zelfverzekerde talent uit Zuidwolde legt de lat daarbij hoog voor zichzelf. Met ’s lands beste volleyballer als richtpunt. “Ik wil beter worden dan Nimir nu is.”

Ondanks zijn jeugdige leeftijd – hij debuteerde al op z’n veertiende in de tweede divisie voor Side-Out uit Slagharen – vergaloppeert De Ruijter zich niet zo gauw. De benjamin uit de selectie van coach Redbad Strikwerda is er goed van doordrongen dat hij pas aan het begin staat van zijn volleyballoopbaan. Dat zijn tijd nog wel komt, daar twijfelt hij niet aan. De nuchtere Drent weet wat hij wil.

Evenals tal van illustere voorgangers hoopt hij dat zijn verblijf bij Draisma Dynamo ook voor hem een opstap betekent naar internationale volleybalroem. De bereidheid om in zichzelf te investeren zit er al van jongs af aan in. Wat hij in de toekomst moet verbeteren aan zijn spel om in de voetsporen te treden van een wereldtopper als Abdelaziz? “Alles”, luidt het even korte als krachtige antwoord. “Nimir is in alles echt veel beter dan ik en bovendien atletischer. Maar zelfs aan dat atletische valt te trainen.”

“Ik heb wel een redelijk grote mond”, zo stelt De Ruijter onomwonden. Grootspraak is hem echter vreemd. Er is hem alles aan gelegen om zijn grote mond waar te maken. In het nieuwe volleybaljaar wil de jeugdinternational de daad bij het woord voegen. “Daar werk ik keihard voor. Ik wil altijd beter zijn dan een ander. Ik kan heel slecht tegen m’n verlies. Ik kan al bloedchagrijnig worden als ik een één tegen één-potje op de training of een spelletje Yahtzee van m’n vriendin verlies.”

Juist omdat De Ruijter altijd en overal goed voor de dag wil komen, steekt het het ambitieuze jonkie behoorlijk dat hij in zijn debuutseizoen nauwelijks kon showen waartoe hij aan het net in staat is. “Het is niet gegaan zoals gehoopt. Er is mij al eerder gevraagd of ik me kampioen voel. Ik weet eerlijk gezegd niet zo goed wat ik daarop moet antwoorden. Ik zou eerder willen zeggen dat ik bij een team heb gezeten dat kampioen is geworden. Mijn eigen bijdrage is minimaal geweest.”

In een jaar waarin Covid-19 ook de spelersgroep van Draisma Dynamo niet ongemoeid liet, zat de pijn bij de jongste van het stel vooral in de gewrichten. Vroeg in de voorbereiding klapte hij – nota bene tijdens een training met Jong Oranje – door een enkel. Goed en wel fit na de gedwongen coronapauze ging het in januari tijdens de eerste de beste training na zijn debuutwedstrijd in Sliedrecht andermaal mis: schouder uit de kom. Het euvel hield hem de resterende duels langs de kant. Met gemengde gevoelens moest hij aansluitend toekijken hoe zijn ploegmakkers de landstitel veroverden.

Van een verloren jaar wil De Ruijter desondanks niet spreken. “Het was frustrerend en leerzaam tegelijk.” Maar wat graag had hij nog langer de praktijklessen willen volgen van Sjoerd Hoogendoorn, een ervaren rot op zijn eigen diagonaalpositie. “Sjoerd kwam elke wedstrijd wel naar me toe en vertelde me dan een feitje. Vanaf de zijlijn heb ik enorm van hem genoten. Ik heb me altijd opgetrokken aan oudere spelers. Zo maak ik mezelf beter.” Om in Apeldoorn te wennen aan de hogere trainingsintensiteit kostte hem nauwelijks moeite. “Het gaat om goed trainen. Redbad doet veel aan spelvormen. Je moet weten waar jezelf mee bezig bent.”

Waar veel getalenteerde leeftijdgenoten op Papendal worden klaargestoomd voor een carrière in het topvolleybal, kiest Stijn de Ruijter doelbewust zijn eigen weg. “Ik heb twee keer nee gezegd tegen het Talentteam. Ik heb er voor mezelf alles aan gedaan, al zullen ze dat bij het Talentteam misschien wel anders zien. De eerste keer wilde ik voor mezelf eerst 5 havo in Hoogeveen afmaken. Daarna kwam Redbad en toen was de keuze heel erg makkelijk. Ik ging niet naar het Talenteam omdat de samenstelling van het team en de manier van trainen niet bij me paste. Spelen bij Draisma Dynamo is voor een speler van mijn leeftijd een ultieme kans.”

Hoewel De Ruijter sinds zijn komst naar Apeldoorn zijn sport op professionele wijze bedrijft, maakt het bestaan als eredivisievolleyballer hem verre van financieel onafhankelijk. Vooralsnog combineert de bewoner van de FSG campus zijn sportieve besognes met een studie commerciële economie. Daarnaast heeft hij er sinds het voorjaar een parttimebaan (acht uur in week) bij als incassomedewerker. In de toekomst als volleyballer zijn brood te verdienen in een buitenlandse topcompetitie kan altijd nog, zo redeneert hij.

“Je moet nooit te vroeg weggaan. Mijn studie duurt nog drie jaar. Ik zit in een topsportklas. In principe heb ik twee ochtenden in de week les. Het afgelopen schooljaar waren door corona alle lessen online. Ik kende m’n klasgenoten niet eens. Met al die blessures vind ik het wel heel belangrijk maatschappelijk iets te hebben. Je ziet wat er kan gebeuren. Uit het niets sloeg ik zomaar mijn arm uit de kom. Dan is het wel fijn om iets achter de hand te hebben.”

Al lang verlost van jeugdpuistjes

De allereerste daad van Stijn de Ruijter als kersvers selectielid van Draisma Dynamo mag gerust opmerkelijk genoemd worden. Nadat Volleybalkrant.nl vorig jaar april het nieuws van zijn overgang van Sudosa-Desto naar Apeldoorn wereldkundig maakte, zocht de nieuweling stante pede contact met de redactie.

De Ruijter was niet zo gecharmeerd van het enigszins gedateerde portretje dat Nederlands toonaangevende volleybalplatform bij het betreffende berichtje plaatste. De op de foto nog aanwezige jeugdpuistjes sierden zijn gelaat op dat moment al lang niet meer…

Het lijdend voorwerp moet lachen wanneer zijn vriendelijke doch dringende verzoek aan Bart van Garderen om de bewuste afbeelding te vervangen ter sprake komt. De Ruijter geeft toe dat enige ijdelheid hem niet vreemd is.

Magazine Businessclub Dynamo najaar 2021 / foto Arjan de Frens

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *