Geronimo Londar mocht zaterdag zestien kaarsjes op zijn verjaardagstaart uitblazen. Ondanks dat hij een contract tot de zomer van 2026 bij eredivisieclub Vitesse op zak heeft, blijft de jeugdinternational uit Apeldoorn stevig met beide benen op de grond. “Ik ben er nog lang niet.”
Een beroemde leider van de stam van de Apache-indianen luisterde naar dezelfde voornaam. Of hij vernoemd is naar dat legendarische opperhoofd weet Geronimo Londar niet. Hij haalt er enigszins schuchter de schouders bij op. “Ik denk dat mijn ouders het gewoon een mooie naam vonden.”
Over dat het Vitesse-talent bezig is naam te maken voor zichzelf bestaat daarentegen geen enkele twijfel. Over zijn afkomst evenmin. Londar stamt uit dezelfde kweekvijver in Apeldoorn-Zuid uit waar ooit Peter Ressel, Peter Bosz, Edward Sturing en Frank Berghuis kwamen bovendrijven. Vier Apeldoornse Boys-jongens die elk het Nederlands elftal haalden.
Voor de centrale verdediger van Vitesse o16 is het ‘grote’ Oranje voorlopig niet meer dan een droom die hij in de toekomst misschien ooit eens hoopt te verwezenlijken. Zijn uitverkiezingen voor de nationale selecties o15 en o16 bewijzen wel dat de Mavo-scholier op de goede weg is en in zijn leeftijdscategorie al tot ’s lands meest beloftevolle voetballers behoort.
Eerder deze maand stond de bescheiden Apeldoorner aan de Algarve met Oranje o16 tegenover fysiek sterke leeftijdgenoten uit Portugal, Frankrijk en Duitsland. Zijn allereerste keer in de line-up voor het Wilhelmus vergeet hij nooit meer. “Ik ben niet zo snel zenuwachtig, maar het is wel gaaf. Het geeft je een trots gevoel.”
Op zijn huidige positie kan Londar prima uit de voeten. “Ik kan het spelletje lezen, heb een goede trap en ben sterk aan de bal. Met mijn vader praat ik na elke wedstrijd over wat er beter kan. Hij vindt dat ik meer moet inschuiven. Soms heeft hij gelijk, soms ook niet. Van trainer Theo Janssen heb ik veel geleerd. Hoe hij vertelt hoe de verdediging moet staan, dat komt over bij een groep”, verklaart de leerling veel baat te hebben gehad van de lessen van zowel de huidige assistent-trainer van het eerste elftal als ook van diens voormalige adjudant Bart van Rooijen.
Zijn eerste profcontract, dat hij in januari in het bijzijn van zijn hele familie signeerde, ziet Londar als een beloning voor zijn doorzettingsvermogen. Sinds hij in de zomer van 2016 zijn opwachting maakte op het trainingscentrum op Papendal zet hij alles opzij om te slagen bij Vitesse.
Na het veroveren van de najaarstitel mochten Londar en de overige kroonjuwelen van het meest talentvolle team uit de Vitesse-opleiding onlangs in de rust van de Gelderse derby tegen NEC een ereronde lopen in Gelredome. “Ik wil daar zo snel mogelijk staan. Als je in het stadion bent, dan wil je er spelen. Maar ik denk niet dat dat nu al realistisch is. Misschien dat ik over drie of vier jaar m’n debuut kan maken. Ik moet het eerst maar eens in de o18 laten zien. Alles kan nog beter”, beseft de jeugdinternational dat hij pas aan het begin van een lange weg staat.
De Stentor maandag 27 februari 2023