AGOVV 2013-2023: Gert Sangers en Jan van der Horst verdienen een standbeeld

By | 25 februari 2023

Een interview in De Stentor met burgemeester Ton Heerts over de tiende verjaardag van het faillissement van profclub AGOVV gaf onlangs nog maar eens ten overvloede aan hoe de vlag er in het grootste dorp van de Veluwe bij hangt. De kop boven het artikel liet niets aan duidelijkheid te wensen over: ‘Apeldoorn kan prima zonder betaald voetbal’.
 
En dan te bedenken dat diezelfde burgemeester zich zo’n elf jaar eerder in al zijn onbaatzuchtigheid opwierp als de grote redder in nood. De toenmalige vakbondsbons en voorzitter van Apeldoornse Boys wil op een gegeven moment zelfs de jeugdafdeling van zijn favoriete profclub FC Twente op Berg en Bos vestigen. Ja, je moet het maar verzinnen. Ik zat erbij toen de heer Heerts samen met zijn kompaan Ronald Kort op 4 april 2012 aan het personeel en de medewerkers van de proftak van AGOVV kwam vertellen hoe zij de doorstart van het betaalde voetbal willen realiseren.
 
De latere burgermeester en de ceo van kranenfabrikant Zeromix vertellen de in de Blauwe Drukte verzamelde aanwezigen hoe liefst dertien commissies zich gaan inzetten om draagvlak te creëren voor een gezonde bvo ter plaatse. Ook verklapt het tweetal dat zij vier locaties op het oog hebben voor een nieuw te bouwen AGOVV-stadion. En alsof dat nog niet genoeg is, willen beide heren daar bovenop het zieltogende amateurvoetbal ter plaatse van een stevige kwaliteitsimpuls voorzien. Helaas, zoals wel vaker bij luchtfietsers het geval is, blijkt er in de praktijk meer sprake van woorden dan van daden. Al zullen de betrokkenen hun terugtrekkende bewegingen zelf ongetwijfeld anders uitleggen.
 
Wanneer de bvo AGOVV Apeldoorn driekwart jaar later bankroet wordt verklaard en de profs de amateurvereniging bijna meesleuren de afgrond in, zijn de twee ‘redders’ van het Apeldoornse voetbal er al lang en breed tussenuit geknepen. Het blijft opmerkelijk hoe het duo tussen de vele vergadersessies in Hotel Apeldoorn door de dreiging niet zag aankomen die als een zwaard van Damocles boven de in het rood staande Blauwenprofs hangt. Terwijl het in Nederland toch nagenoeg onmogelijk is om de verstuurders van blauwe enveloppen op wat voor wijze dan ook te negeren. In het al aangehaalde krantenartikel spreekt ‘voetbaldier’ Heerts zijn bedenkingen uit over hoe er anno 2023 in Apeldoorn voetbal wordt bedreven. Mede omdat Deventer al een ‘volksvoetbalclub’ op professionele basis heeft, noemt hij een bvo in ‘zijn’ stad een overbodige luxe. Apeldoorns unique sellingpoint – om maar een duur woord te gebruiken – voor topsport bestaat uit wielrennen, atletiek en volleybal. Zo dringt het gemeentebestuur het de sportminnende Apeldoorner op. Voor een tientallen miljoenen kostende overdekte wielerbaan bestaat blijkbaar wel draagvlak onder de lokale bevolking. Iemand die zo redeneert, kan evengoed beweren dat FC Twente best kan worden opgedoekt enkel en alleen omdat Almelo ook een betaald voetbalclub huisvest…

Elke buitenstaander zou denken dat het bestuur van een stad die zichzelf te pas en te onpas afficheert als ‘Sportstad’ in een situatie als waarin AGOVV in de jaren 2012 en 2013 verkeert alles in het werk stelt om het misschien wel bekendste sportieve uitgangbord van die gemeente van de ondergang te redden. Nee hoor, in ‘Apeldorp’ niet. Eerder het tegendeel. En er is wat dat betreft weinig veranderd, zoals de recente dreiging van de veldenannexatie door het gemeentebestuur nog maar eens uitwees. Alle tijd, energie én geld die kopstukken van de vereniging aan deze moderne versie van landjepik moesten verspillen, hadden veel zinvoller besteed kunnen worden.

Des te bewonderenswaardiger is het hoe die 100-jarige vereniging die in 2013 en de moeilijke jaren daarna in een oneerlijk en heftig gevecht op leven en dood verwikkeld raakt er wonderwel toch maar weer bovenop krabbelt. Het trainingscomplex voor de FC Twente-jeugd is er gelukkig nooit gekomen. Hetzelfde geldt voor het ‘pretpark’ waarmee het al even illustere duo Henk Timmer en Rudwin Pieete met financiële steun van de eigenaar van Flevo on Ice het territorium van de Wijkraad Berg en Bos eind 2012 wil optuigen. De amateurs van AGOVV weten daarentegen van geen wijken. Ondanks alles voetballen zij nog altijd op de plek waar op 28 augustus 1921 voor het eerst een bal rolde.

Met een enorme wils- en veerkracht heeft AGOVV zichzelf van binnenuit weer nieuw leven ingeblazen. Tegen alle stromen in. Van het standvastige groepje diehards dat de club in die moeilijke periode overeind heeft gehouden, verdienen er twee – zonder anderen tekort te willen doen – een standbeeld: Gert Sangers en Jan van der Horst. In tegenstelling tot anderen zijn zij de enigen die de benaming redder écht verdienen. Zonder dit duo was het maar zeer de vraag geweest of AGOVV nu in februari 2023 haar 110e verjaardag had kunnen vieren.

Aan het jubileumboek ter gelegenheid van het enigszins vertroebelde eeuwfeest dat in oktober 2013 ondanks het nodige uitstel alsnog publiekelijk gepresenteerd kon worden, kan ik over de periode 2013-2023 de nodige hoofdstukken toevoegen. Desgewenst kan ik er zelfs een heel boek over schrijven. Een héél dik boek! Met daarin dan uiteraard volop aandacht voor de inspanningen van de onvermoeibare Gert Sangers en de te hulp gesprongen Hanos-baas. Ere wie ere toekomt.

Dankzij de nimmer aflatende inzet en opofferingen van mannen als Sangers, Ton Peters of Marco Baars – en dan vergeet ik er ongetwijfeld een aantal – kon de doodzieke patiënt na verloop van tijd weer van de beademing af. Anno 2023 zit er weer volop leven in AGOVV. De vereniging bruist als vanouds van het jeugdige elan. Als het gezegde dat wie de jeugd heeft de toekomst vol vertrouwen tegemoet kan zien op waarheid berust, dan zijn de buren in de wijk Berg en Bos nog lang niet van AGOVV af.

Wie op zaterdagochtend weleens op het sportpark komt, kan het met eigen ogen aanschouwen. De in 2017 gerenoveerde hoofdtribune staat weer fier overeind. Het onlangs heropende clubhuis, voorzien van alle denkbare duurzame elementen, dient opnieuw als dé ontmoetingsplek voor jong en oud. Jeugdige voetballertjes dartelen vrolijk over het (kunst)gras. AGOVV’s bijna opgedroogde, in het verleden zo gerenommeerde kweekvijver, stroomt stukje bij beetje weer steeds voller. Het plezier spat er vanaf bij al die jochies en meisjes die 110 jaar na de oprichting in een melksalon aan de Stationsstraat weer wekelijks vol trots dat blauwe shirt en die witte broek dragen. Zelfs in de duistere coronajaren blijft op het AGOVV-complex – zo goed en zo kwaad als dat ging – de bal altijd rollen.

Ook het blauwe vlaggenschip zet na tijden van sportief verval weer koers naar zonnigere bestemmingen. Na de overstap van het zondag- naar het zaterdagvoetbal laten de eerste sportieve successen niet lang op zich wachten. Wie herinnert zich niet de beslissingswedstrijd in Elspeet op 10 mei 2014 om het kampioenschap in vierde klasse tegen Vierhouten ’82. Of het kampioensduel op 17 mei 2016 tegen DSV’61 in Hulshorst in de derde klasse? De nacompetitiefinale tegen FC Zutphen in Schalkhaar van het afgelopen jaar staat ongetwijfeld nog het meest helder op ieders netvlies geprint. Sinds twee seizoenen speelt AGOVV zowaar zaalvoetbal op eredivisieniveau. Een primeur. In bestuurskamers van andere Apeldoornse clubs wordt weer ouderwets schande gesproken over over hoe hún talenten uitgerekend bij dat verfoeide AGOVV betere sportieve perspectieven zien. Een teken temeer dat het langzaam weer de goede kant opgaat en dat Apeldoorn weer rekening moet houden met AGOVV!

De Apeldoorn Cup geldt misschien niet als meest aansprekende competitie. Zelfs in topjaren kwam het niet vaak voor dat AGOVV zich de officieuze plaatselijke titel toe-eigent. In 2022 is dat wél het geval. Het misschien wel meest opmerkelijke is hoe wethouder Biharie de spelers en begeleiders van AGOVV na hun triomf in de finale tegen Beekbergen het ambassadeurschap van Apeldoorn toekent. Aan de ene kant dreigen met beslaglegging op velden van de club, aan de andere kant proberen de weldoener uit te hangen met een lullig speldje. Het toont maar eens ten overvloede aan waar een groot dorp klein in kan zijn…

Foto Peter Lous

Een gedachte over “AGOVV 2013-2023: Gert Sangers en Jan van der Horst verdienen een standbeeld

  1. Willy Dietrich

    Prachtig geschreven Rob ,je slaat de spijker precies op de kop
    Een standbeeld voor Gert Sangers bij de ingang aan de laan van spitsbergen zou zeker op zijn plaats zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *