Achter de bal aan (4): Saint-Denis, Frankrijk

door | 17 januari 2016

21 juni 2003

De terroristische aanslagen die Parijs en de wereld in november opschrikken staan nog duidelijk op ieders netvlies geprint. Een gruwelijke remake van de thriller Friday the 13th. In dit geval niet op HD maar in het echt. Bittere realiteit. Met de vriendschappelijke interland Frankrijk – Duitsland als één van de doelwitten. Met bomgordels opgetuigde idioten willen zichzelf bij het nationale stadion in Saint-Denis opblazen. Dood en verderf zaaien.

Het is alweer een poosje geleden dat ik zelf mijn opwachting heb gemaakt in het Stade de France. Juni 2003 om precies te zijn. Samen met de levende legende Rene Kleverwal woon ik er de kraker Kameroen tegen Turkije bij. Een duel ter gelegenheid van de Coupe des Confédérations. Het korte oponthoud in Saint-Denis staat me nog helder voor de geest. Te beginnen met de verpletterende aankomst bij het lokale Formule 1-hotel, ons overnachtingsadres. Op de parkeerplaats waren de voorgaande nacht alle aanwezige auto’s opengebroken. Enkele tientallen. De overal verspreide glassplinters vormen enkele uren later stille getuigen van een in deze buurt alledaags stukje huisvlijt.

Saint-Denis maakt in menig opzicht een onvergetelijke indruk. En dan niet bepaald in de meest positieve zin van het woord. Troosteloos. Beklemmend. Een alles behalve gezonde en inspirerende omgeving voor kinderen om op te groeien. Automobilisten komen er op weg naar het centrum van Parijs langs. Weinig toeristen stoppen er om te genieten van de sights. Nou ben ik zelf niet zo bang uitgevallen en bovendien was ik niet alleen, maar ik kan me heel goed voorstellen dat iemand niet voor z’n plezier in z’n uppie een ommetje gaat maken in down town Saint-Denis.

Ik wil niet veronderstellen dat we er als blanken een bezienswaardigheid vormen, opvallen doen we zeker. Temidden van erg donkere Afrikanen en veel, héél veel Arabisch uitziende types behoren we ter plekke tot een minderheidsgroepering. De hele ambiance, om maar in de juiste Franse sferen te blijven, komt op z’n zachtst gezegd nogal intimiderend op me over. Unheimlich, zoals Duitsers overal een passend woord voor hebben. Vruchtbare bodem voor extremistisch gedachtengoed om tot grote bloei te komen. En dan praat ik wel over ruim twaalf en een half jaar geleden, hè!

Van de wedstrijd tussen Kameroen en Turkije kan ik me eerlijk gezegd weinig meer herinneren. Ik weet wel dat het een van de laatste gelegenheden betreft waarbij Marc-Vivien Foé levend van het veld stapt. Vijf dagen later, tijdens de in Lyon afgewerkte halve finale tegen Colombia ,zou de Kameroenese middenvelder van Manchester City op het veld in elkaar storten en op tragische wijze aan zijn einde komen. Ook is de immense betonbak op die 21e juni 2003 slechts matig gevuld. Van de 80.000 stoeltjes blijft bijna de helft onbezet.

Wat in aansluiting op het laatste fluitsignaal gebeurt, herinner ik me des te beter. Bij het gedrang tijdens het verlaten van het stadion maak ik live mee hoe de Franse oproerpolitie tussenbeide moet komen om Kameroenese en Turkse voetbalvrienden er van te weerhouden hun gezamenlijke ‘derde helft’ op straat uit te vechten. We staan er tussen, kunnen geen kant op. Zelfs de grootste dombo kan begrijpen dat er in zulke situaties maar weinig hoeft te gebeuren alvorens de paniek in volle hevigheid kan toeslaan. Met alle denkbare rampzalige gevolgen vandien.

Stel je voor wat een tikkende tijdbom teweeg kan brengen die zichzelf op een tribune van een vol voetbalstadion tot ontploffing brengt. Ik durf er niet eens aan te denken. Alleen de gedachte aan zoiets weerzinwekkends maakt me al misselijk.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *