Bekerfinale: voor 43 euro 90 minuten staan op een stoeltje

By | 19 april 2022

Achter de bal aan (76): Rotterdam-Zuid

Zondag 17 april 2022

Voor de eerste bekerfinale sinds 2019 waar weer toeschouwers bij aanwezig mogen zijn, tik ik als houder van een OranjeClubcard via OnsOranje een kaartje op de kop. Zodoende zit ik op Eerste Paasdag in de Rotterdamse Kuip bij de kraker tussen PSV en Ajax. Alhoewel, van zitten weinig terecht komt. Voor liefst 43 euro ben ik gedwongen om 90 minuten staand toe te kijken hoe de Eindhovenaren de cup mee naar huis nemen.

Ten tijde van alle coronaparanoia moesten de voetbalstadions in Nederland op last van allerlei deskundigen meermaals voor langere periodes gesloten blijven. En op de momenten waarop de stadions wel gedeeltelijk open mochten, kregen enkel brave burgers toegang met een geldig testbewijs of zo’n coronapas. Nou zal ik het in de optiek van degenen die altijd alles beter weten – vaak zonder te weten waar ze over praten – wel niet bij het rechte eind hebben, maar een bezoek aan een bekerfinale in De Kuip tussen Ajax en PSV brengt naar mijn bescheiden mening meer gezondheidsrisico’s met zich mee dan de uiterst minieme kans om langs de lijn ergens mee besmet te raken. Wie in het altijd gastvrije Rotterdam-Zuid op straat toevallig in aanraking komt met de verkeerde mensen, piept met zekerheid heel anders dan iemand met een positieve pcr-test die niet per definitie ziek hoeft te worden.

Ongeacht de hoeveelheid agenten dat er bij zo’n happening op de been is, blijft uiterste waakzaamheid geboden. Maar dan ben ik zelf bij. Een kwestie van eigen risico en eigen verantwoordelijkheid. Iets dat niet van overheidswege opgelegd behoord te worden, zoals tijdens de afgelopen twee jaar steevast het geval is geweest. Er bestaat geen enkele QR-code die beschutting biedt tegen veilig voetballen kijken. En die zal er ook nooit komen.

Omdat OnsOranje in een mailing voorafgaand aan de finale waarschuwt voor ruwweg 1,5 uur extra reis- en wachttijd, stap ik op deze zonnige Eerste Paasdag al om kwart voor twee in Apeldoorn in de auto richting Rotterdam-Zuid. Van drukte onderweg is geen sprake. Van supporterskonvooien vanuit Eindhoven of Amsterdam ondervind ik geen hinder. Die komen vanuit andere richtingen. Rond de klok van drieën rijd ik zodoende al de Van Brienenoordbrug over. Op de John F. Kennedyweg, die vanaf de afrit Rotterdam-Feijenoord naar De Kuip voert, is het drie uur voor de aftrap al wel een gestress van jewelste. Tientallen manschappen van de Rotterdamse gendarmerie en in kanieregele outfits gestoken verkeersregelaars staan klaar in afwachting van de Armada aan supportersbussen die in aantocht zijn.

Met driftige handgebaren manen de verkeersregelaars mij en andere automobilisten haast te maken en door te rijden. Bij verkeerslichten gidsen ze me zelfs zonder pardon door rood. Bij de rotonde naar de Stadionweg en Coen Moulijnweg draai ik de Stadionlaan in, zoals ik al sinds jaar en dag pleeg te doen bij elk Kuipbezoek. De woonwijk in om mijn Focus te stallen, mag niet. Alleen bewoners krijgen doortocht. De kanarie bij het voor de Sportlaan geplaatste hek is onvermurwbaar. Hij stuurt me weer terug naar waar ik vandaan kom. Hij trapt zelfs niet in de smoes van dat ik op familiebezoek wil. Ik moet maar parkeren in een parkeergarage bij de McDonald’s. Zo verzinnen ze telkens weer wat nieuws. Ik kan me eerlijk gezegd niet herinneren of de bewuste parkeergarage bij mijn laatste bezoek aan De Kuip – nog voor corona – al in gebruik was.

Of je er goed kunt parkeren, ondervind ik misschien in de toekomst ooit weleens. Ik parkeer er namelijk niet. Ik ben niet van plan om me behalve bij de aanschaf van een duur entreebewijs ook nog een poot te laten uitdraaien bij het parkeren. Terugrijden richting Ring kan wel, maar zover rijd ik niet door. Ik rijd nu gewoon vanaf de andere kant de woonwijk in.

Uiteraard zijn ook hier de straten afgezet. Meteen bij het eerste de beste hek, praat ik me daar echter al langsheen. De twee heren die er staan hechten wél geloof aan mijn bewering dat ik ergens op visite wil. Al kan het er ook mee te maken hebben dat geen van beiden de Nederlandse taal zo goed machtig is. Hoe het ook zij, ik mag nu wel doorrijden. Wie een beetje de weg weet in de stadionbuurten in het gave land van Mark Rutte vindt zo altijd wel ergens een gratis en geschikte parkeerplek. Vanaf waar ik m’n stalen ros nu stal, moet ik slechts een handjevol minuten langer lopen naar het stadion dan vanaf mijn gebruikelijke plekje. En die 10 of zelfs 15 euro parkeergeld die ik nu op zak houd, kan ik mooi besteden aan mijn pre-match meal bij de KFC op het Cor Kieboomplein.

Om bij de KFC te komen, vergt trouwens wel enig geduld. Vanwege de aankomst van tientallen bussen met PSV-supporters, die van de politie vrije doortocht krijgen naar de voor hen bestemde parkeerplaatsen aan de noordkant van het stadion, duurt het bijna een kwartier alvorens ik de John F. Kennedyweg mag oversteken. Er lijkt geen einde te komen aan de rij touringcars. Vanuit hun veilige bussen zoekt het ingeblikte volk uit Eindhoven en omgeving in woord en gebaar contact met iedereen die buiten op straat voor de passerende voertuigen moet wachten. Omhooggestoken middelvingers. Op de ramen bonken. Vanachter dubbelglas durven ze wel, de helden. Het heeft wel wat weg van aapjes kijken.

Op het Kieboomplein zitten her en der supporters van beide finaledeelnemers wat te eten of te drinken in de zon. Het gaat er uiterst gemoedelijk aan toe. De sfeer is allesbehalve vijandig of agressief. Feyenoord-hooligans zijn in geen velden of wegen te bekennen. Het gros van alle fans lijkt ervoor te kiezen meteen naar het stadion te gaan. Vanaf twee uur voor de aftrap gaan de poorten open. Bij de KFC is zodoende weinig te doen. Het is iets voor vieren. Ik werk er in alle rust twee kipstukjes met bijbehorende frietjes naar binnen. Met nog een uur en drie kwartier voor de aftrap besluit ik na het vullen van de maag de benen nog even te strekken om het kippenvoer goed te verteren.

Aan de kant waar de PSV-aanhang het stadion moet betreden, zie ik enorme wachtrijen staan. Blij dat ik dat ik daar zelf niet naar binnen hoef. Vanaf de ingang van het Maasgebouw zie ik hoe de spelersbus van Ajax aankomt. Politie te paard en op motoren houdt te enthousiaste supporters met succes op voldoende afstand. Onder het toeziend oog van het nodige politiepersoneel dat er buiten het hek heeft post gevat wandel ik achter de zuidkant van het stadion langs, van waar de Ajax-supporters de wedstrijd moeten bekijken.

Ik zoek appcontact met Tom, m’n neefje. Als fervent Ajax-aanhanger moet hij zich daar ook ergens bevinden. Niet veel later zie ik hem in het trappenhuis van Vak EE verschijnen, vriendelijk zwaaiend met een beker bier in de hand. Hij is eerst met de trein vanuit Apeldoorn naar Amsterdam gereisd. Om vervolgens van daaruit met één van de vele extra supporterstreinen de reis te vervolgen naar De Kuip. Tsja, je moet er wat voor overhebben om Ajax te gaan zien verliezen…

Ruim een uur voor aanvang neem ik bij de ingangen 13 tot en met 18 plaats in een toegangsrij. In vergelijking met de mensenmassa’s bij de aangrenzende PSV-vakken valt het hier alleszins mee qua drukte. De doorstroming verloopt uiterst soepel. Ik kan vrij snel naar binnen. Bij het loket wordt m’n e-ticket gescand, ik worstel me door het draaihekje en mag zo doorlopen. Hoewel er een heel bataljon aan stewards klaarstaat, vindt voor de verandering niemand het nodig om mij te fouilleren. Door zulk laks optreden komen dus allerlei fakkels en andersoortig siervuurwerk het stadion in.

Ik heb een toegangsbewijs voor Vak W2. Een neutraal vak. Met zowel PSV- als Ajax-supporters. De clubfotograaf van Go Ahead Eagles zit een rij of tien achter me met z’n neefje. Je hebt van die mensen die je echt óveral tegenkomt. Corona heeft daar geen verandering in gebracht. De harde kern van De Graafschap hijgt me bijna letterlijk in de nek. Een mannetje of tien sterk. Ik kan het dialect dat zij uitkramen eerst niet helemaal thuisbrengen. Aanvankelijk verwar ik de heren met Zwollenaren. Gelukkig blijft me dát bespaard.

Van erg veel comfort is op de parterre van de Maastribune totaal geen sprake. Wát een waardeloze plekken! En daar betaal ik dan 43 euro voor! Nota bene de goedkoopste prijscategorie finalekaarten! Wanneer Go Ahead Eagles, dat in de halve finale sneuvelde tegen PSV, was doorgedrongen tot de eindstrijd, had ik zelfs zonder morren 58 of 75 euro voor een kaartje neergeteld op een fatsoenlijke tribune. Dan was ik er eens écht goed voor gaan zitten. Voor PSV of Ajax heb ik zulke bedragen niet over. Dus ja, dan moet ik alle ongemakken maar op de koop toenemen. Of thuisblijven.

Het is 90 minuten afzien. Net als de meeste PSV-, Ajax-, De Graafschap- en neutrale fans om me heen moet ik blijven staan om nog enig zicht te hebben op wat er op veld gebeurt. Bovenop m’n stoeltje. Dat toch eigenlijk dient om op te zitten… Ik heb medelijden met de op Vak W2 verzamelde kinderen. Die zien dus echt hélémáál niets van de wedstrijd. Het is een schande. Maar dat zal de hoge heren bij de KNVB of de stadiondirectie worst wezen. Dat soort patjepeeërs is alleen geïnteresseerd in wat zo’n happening oplevert.

En een happening is het zeker. Ondanks het waardeloze zicht beleef ik een genoegzaam voetbalavondje. Lekker weer. Een topstemming op de tribunes. En niet te vergeten een spectaculaire wedstrijd. Ook altijd mooi meegenomen als je ergens voetballen gaat kijken.

Al het gemekker en de verontwaardiging achteraf over enkele incidenten, waar ik zelf overigens niets van meekrijg, kan iedereen feitelijk vooraf al uittekenen. Het AD bericht over 22 arrestaties op een totaal van bijna 50.000 toeschouwers. Wanneer de politie zoveel (of -weinig?) feestvierders oppakt bij de Zwarte Cross of zo’n ander beregezellig festival vol snuivers, pillenslikkers en/of zatlappen, dan spreekt een woordvoerder van een politievakbond of de minister van Justitie juist van een ordentelijk verloop… Het is maar net met welke pet op de critici ergens naar kijken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *