Metro ideaal vervoersmiddel bij zeven uur durende tocht door twee werelddelen

By | 25 december 2023

Achter de bal aan (92/2): Istanbul

Match day.

Woensdag 20 december 2023

De wekker zetten blijkt overbodig. De buren verzorgen een wake-up call. Om kwart voor zeven (kwart voor vijf Nederlandse tijd!) begint mijn bed spontaan te trillen van de klanken van het ochtendgebed van een nabijgelegen moskee die door de straten rondom mijn hotel galmen. Het is zeker niet oneerbiedig bedoeld, maar het lijkt wel luchtalarm.

Omdat ik niet dagelijks in Istanbul kom, neem ik de gelegenheid te baat voor een uitgebreide verkenningstocht aan weerszijden van de Bosporus. Het is ongetwijfeld interessant om de wedstrijdbespreking mee te maken van Redbad en de laatste training voorafgaand aan de wedstrijd te gaan bekijken, maar daarvoor hoef ik niet helemaal naar Turkije te vliegen.

Ik kan het beter een weerzien met Istanbul noemen. In december 1992 had ik ooit al eens het genoegen om de stad te bezoeken. Voetballen kijken. Het Nederlands elftal achterna. Kwalificatie voor het WK van 1994. Eerst Jong Oranje gezien in ‘de hel van Ali Sami Yen’, de vermaarde voetbaltempel van Galatasaray. Een dag later in het Iönü stadion van Besiktas het ‘grote’ Oranje met 3-1 zien zegevieren door onder meer twee goals van Peter van Vossen. Op het vliegveld waren we bij aankomst van het Nederlands elftal al getuige geweest hoe de geblesseerd naar Turkije meegereisde Marco van Basten bijna onder de voet werd gelopen door opdringerige fotografen en cameralieden. Ik ben reuzebenieuwd naar wat er 31 jaar later allemaal veranderd is.

Dat begint meteen al met de metro. Die was er destijds nog niet. Destijds heb ik daarom heel wat tijd in van die gele taxi’s doorgebracht, die overal rondreden. Bij station Bağlarbaşı, op loopafstand van mijn hotel, trek ik een Istanbul Card uit een automaat. De herlaadbare chipcard kost 70 lira, volgens actuele wisselkoersen zo’n 2,50 euro. Met behulp van een vriendelijke jongedame die mij te hulp schiet laad ik meteen 100 lira extra op. Zodat ik niet meteen na vier ritten al ergens voor een dicht poortje sta. Mijn eerste indruk van de Istanbulse metro is positief. Alles ziet er keurig netjes uit. Daar kunnen ze in steden als London of Parijs een voorbeeld aan nemen. Je struikelt hier niet over rondslingerend vuil, zwervers, junks en/of dames en heren van lichte zeden die zichzelf in de verkoop doen.

Omdat de metroverbinding niet onder of boven de Bosporus is doorgetrokken, moet ik op station Altunizade overstappen op de metrobus om van het Aziatische- in het Europese deel van de stad te komen. Ik ben niet de enige. Met tientallen tegelijk stappen de mensen er over. Het lijkt wel een mierennest. Wachten hoeft niet. Alles vloeit vlekkeloos in elkaar over. Al is het wel behoorlijk proppen. De bussen rijden af en aan de brug over naar de andere kant. Evenals de meeste andere passagiers stap ik bij station Gayrettepe uit en maak daar de overstap naar Metrolijn 2. Het valt wel op dat je bij alle stations door detectiepoortjes moet. Voor zover mogelijk laten de autoriteiten niets aan het toeval over. Joh, je kunt er maar beter niet aan denken wat er kan gebeuren wanneer een of andere gek zich met wat explosief materiaal toegang verschaft tot de ondergrondse.

Ik begeef me eerst naar het Taksim Plein. Vandaar wandel ik naar het aan het aan de oever van de Bosporus gelegen Tüpras Stadyumu. De thuishaven van Besiktas, de derde sportieve grootmacht ter plaatse, bevindt zich nog altijd op dezelfde plek als waar Van Vossen het Nederlands elftal 32 jaar geleden naar de zege leidde. Het stadion draagt alleen niet meer dezelfde naam. Ook hebben er in de tussenliggende drie decennia de nodige verbouwingen plaatsgevonden. Verder ontdek ik wel enige herkenningspunten.

Het tien kilometer noordelijker gelegen Rams Park daarentegen, mijn volgende bestemming, oogt beduidend moderner. De in 2011 geopende arena van Galatasaray is opgetrokken langs de snelweg E80 aan de noordkant van de stad. Ik heb nauwelijks een voet buiten metrostation Seyrantepe gezet of ik word al aangespreken door een vriendelijke jongeman die toevallig een kaartje over heeft voor de competitiewedstrijd tegen Fatih Karagümrük SK, waarvan de aftrap zo’n zes uur later plaatsvindt. “Very good price“. Uiteraard. Helaas. Ik moet hem teleurstellen. Nou is het altijd al een droom van me geweest om Fatih Karagümrük SK eens live te zien voetballen, maar vrijwel gelijktijdig beginnen de volleyballers van Dynamo aan hun inhaalrace tegen Fenerbahçe. Het feest gaat dus niet door. De zwarthandelaar moet dus een ander slachtoffer zien te vinden.

Eigenlijk was ik voornemens ook een kijkje te gaan nemen bij het Atatürk Olimpiyat Stadyumu, maar daar zie ik uit tijdgebrek vanaf. Istanbul is veel te groot om to do-lijstjes binnen één etmaal volledig af te werken. Het Olympisch stadion ligt helemaal aan de westelijke rand van het Europese deel van de stad. Om er te komen, moet ik twee keer overstappen. Nou is dat op zich het probleem niet zo. De metro’s rijden met hoge frequentie. Maar aangezien het stadion van Fenerbahçe ook nog op mijn lijstje staat, geniet dat toch mijn voorkeur. En daarvoor moet ik weer terug naar het Aziatische gedeelte van de stad. In omgekeerde richting weer de Bosporus over. Tsja, en dat neemt nou eenmaal de nodige tijd in beslag. Het is of het een of het ander. Allebei gaat me helaas niet lukken.

Voordat ik Gayrettepe weer op de metrobus stap, besluit ik eerst een hapje te gaan eten in het aan het metrostation grenzende Zorlu Center. Het betreden van deze hypermoderne shopping mall blijkt nog niet zo eenvoudig. De veiligheidscontroles op een vliegveld vallen er haast bij in het niet. M’n heuptasje moet onder de scan door en ik moet me zelfs door een vriendelijke meneer in uniform laten fouilleren. De Orijinal Kutu bij de KFC doen nadien alle ongemakken weer vergeten. 1 But, 1 Kanat, Biscuit, Patates Püresi en Içecek voor slechts 75 TL, iets meer dan 1 euro! Bij Nederlandse KFC-vestigingen kosten alleen de wegwerpbekertjes en een zakje mayonaise bij elkaar opgeteld al meer.

Al met al is het maar goed dat ik me met een enigszins gevulde maag weer bij de halte voor de metrobus meld. Ik heb er al m’n krachten nodig om me in het gedrang staande te houden. In tegenstelling tot enkele uren eerder is er ditmaal geen directe aansluiting. De bus laat even op zich wachten. Ik schat dat er misschien wel 200 mensen staan die allemaal mee willen naar de Aziatische kant. Tsja, en op het moment dat er dan een bus aankomt, zit het ding ook nog eens afgeladen vol. Zal je altijd zien. Maar goed, aangezien ik een van de vijf of zes mensen ben die erin slaagt om zich met het nodige duw- en trekwerk toegang te verschaffen, hoort niemand mij klagen. Jarenlange ervaring van bezoekjes aan drukke voetbalstadions komt overal van pas, zo blijkt maar weer eens…

Via lijn M4 bereik ik station Kadiköy, vanwaar ook de ‘boottaxi’s’ over de Bosporus af en aan varen. De afstand naar het Ulker Fenerbahçe Sukru Saracoglu Stadyumu bedraagt hooguit anderhalve kilometer en is prima te voet af te leggen. De wandeling voert in het stralende decemberzonnetje door smalle straatjes met allerlei winkeltjes en eettentjes. Er valt onderweg genoeg te doen en te zien. Het is een levendige bedoening. Alles is wel vrij krap. Ruimte om auto’s te parkeren is er nauwelijks. Dat dus iemand z’n voertuig achteloos op straat neerzet om een winkel in te lopen voor een snelle boodschap veroorzaakt dan ook meteen een behoorlijke opstopping. Het levert veel getoeter op van de opgewonden standjes erachter. Ze kunnen geen kant meer op.

Zelf heb ik geen aanrijdingen of aanvaringen met de lokale bevolking. Ik kom alleen maar aardige mensen tegen. Hooguit het communiceren verloopt wat moeilijk. De talenkennis van veel Istanboelers laat te wensen over. Al kom je met gebaren doorgaans een heel eind. En vooral vriendelijk blijven lachen.

Bij mijn voorgaande bezoek aan het stadion van Fener lieten we – ondergetekende en toenmalig reisgenoot Rene Kleverwal – ons per taxi vanuit het Europese gedeelte de Bosporus overzetten. De chauffeur reageerde destijds verbaasd toen we hem bij de eerste de beste gelegenheid na de brug vroegen om te stoppen. Om onze eerste stappen op Aziatische bodem vast te leggen op camera. De beste man zal ongetwijfeld gedacht hebben: ‘wat heb ik nu weer voor mafkezen in de auto zitten…’

Ik heb het idee dat er sindsdien behoorlijk wat bijgebouwd is rondom het stadion. De buurt ademt hoe dan ook voetbal. In het nabijgelegen Yoğurtçu Park hebben clubiconen Alex de Souza, Can Bartu en Lefter Küçükandonyadis een eigen heykeli, een standbeeld. Voor het stadion staat Mustafa Kemal Pasja, ofwel ‘Atatürk’, de grondlegger van de Turkse republiek, eveneens op een voetstuk. Mijn voorgenomen bezoek aan het clubmuseum valt in het water. Aangezien er een stadiontour aan de gang is, krijg ik er helaas geen toegang. De steward bij de ingang adviseert me een half uur later een nieuwe poging te wagen. Aangezien het inmiddels al half drie is geweest, past dat niet in de planning. Ik moet de klok in de gaten houden. Het aanvangstijdstip van de volleybalwedstrijd nadert met rasse schreden. De tijd staat niet stil.

De volleybalhal van Fenerbahçe ligt weliswaar op nauwelijks vijf kilometer van het voetbalstadion van de club, het heeft wel de nodige voeten in de aarde om er te komen. Eerst terug naar station Kadiköy. Vervolgens overstappen op trein B1 naar Üsküdar. Daarna met metrolijn M5 naar het punt waar ik ruim zeven uur eerder aan m’n tocht door twee werelddelen begon, station Bağlarbaşı. Zitten is er niet bij in zowel trein als metro. Het is meer een kwestie van sardientjes in een blik. Stouwen. Volproppen. Wát een drukte! Uiteindelijk kom ik ongeschonden uit het gewoel tevoorschijn en ben ik ruimschoots op tijd terug bij mijn hotel. Ik kan zelfs eerst nog iets eten alvorens ik de straat over steek naar Dynamo’s spelershotel.

Over de wedstrijd kan ik kort zijn. Die duurt nog geen anderhalf uur. Na de 3-1 nederlaag van acht dagen eerder in de thuiswedstrijd moest er voor Draisma Dynamo al een klein wonder geschieden om alsnog de kwartfinale van de CEV Cup te bereiken. Dat eigentijdse sprookje van 1001 nacht blijft uit voor de landskampioen uit Apeldoorn. De koploper van de Turkse Efeler Ligi is duidelijk een maatje te groot. Niet zo verwonderlijk wanneer je kijkt naar de begrotingen van beide clubs. De sterspelers van Fenerbahçe verdienen afzonderlijk salarissen die hoger liggen dan de complete begroting van de Nederlandse opponent. Meer geld betekent betere spelers. Betere spelers betekent meer kans op goede resultaten. Zo werkt dat mechanisme.

De ‘Turkse toestanden’ van acht dagen eerder in Apeldoorn blijven ditmaal achterwege. De harde kern van de Nederlandse Fenerbahçe-fanclub, die de Draisma Dynamo Arena omtoverde tot een compleet gekkenhuis, is thuisgebleven. Met hooguit 500 toeschouwers houdt het wel op in de enorme Arena, waarin misschien wel het tienvoudige aan publiek een plekje kan vinden. Degenen die er wél zijn, maken wél lawaai voor tien. In die zin kom je ook aan 5000… De vedetten van Fenerbahçe stellen de steun van hun trouwe fans wel op prijs. Na de laatste balwisseling vieren spelers en supporters samen uitbundig de plaatsing voor de volgende ronde. Mooi om te zien.

In de lobby van het Volley Hotel zie ik na afloop Bennie Tuinstra en Wouter Ter Maat lopen, twee Nederlandse internationals uitkomend voor landskampioen Ziraat Bankasi Ankara. Terwijl er in eigen land geen droog brood met hun sport te verdienen valt, verdient het Oranje-duo in Turkije een rijkelijk belegde boterham. In Turkije hebben zij het beloofde volleyballand gevonden. In het restaurant zit een groot aantal heren met verband om het hoofd. Zij hebben in Istanbul een haartransplantatie ondergaan. Komisch gezicht. Florerende business. Terwijl mannen van heinde en ver voor een nieuwe haardos naar Turkije reizen, laten veel vrouwen er hun hangende vel straktrekken of juist wat extra’s op bepaalde plekken bij spuiten.

Ik kan na afloop mijn wedstrijdverhaal voor De Stentor in mijn eigen hotel uitwerken. Wie het terug wil lezen kan dat doen via de link: https://www.destentor.nl/regiosport/er-valt-in-istanbul-weinig-te-blussen-voor-brandweerman-mike-van-cooten~a260204b/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *