Van een geelzwarte tsunami, zoals vooraf stond aangekondigd in een voorbeschouwing op de mediakanalen van de tegenstander, was geen sprake. Op eigen veld ging een onmachtig WSV desondanks kansloos kopje onder tegen het degelijke DOS Kampen. De 0-2 nederlaag had degradatie naar de tweede klasse tot gevolg.
Het vuurwerk kwam zaterdagavond in Apeldoorn vooral van de meegereisde aanhang uit Kampen. Bij aanvang van de wedstrijd verwelkomden de DOS-supporters hun ploeg al met een enorm spandoek met daarop de veelzeggende woorden ‘Let’s get dangerous’. Na het laatste fluitsignaal kwam daar nog een vlammende toegift bij. De fakkels die zij als eerbetoon aan hun zegevierende helden vanaf de staantribune aan de lange zijde omhooghielden, zorgden voor een bijzonder sfeervol sluitstuk van een voor de thuisclub desastreus verlopen avond.
Voor WSV viel het doek in de eerste ronde van de nacompetitie. Van vuurwerk van Apeldoornse kant was nauwelijks sprake. Veel gevaar leverden de aanvallende inspanningen van de al aangeslagen thuisclub ook al niet op. Zoals eigenlijk al sinds de jaarwisseling het geval is, bleek WSV andermaal niet bij machte de tegenstander z’n wil op te leggen. Binnen vijf minuten moest keeper Largo Karrenbelt, feitelijk de enige WSV’er die wél wekelijks eersteklassewaardigheid etaleerde, de bal alweer uit het net halen. Een rode kaart voor de onbeholpen Jorn Braakhekke en de 0-2 vlak voor rust luidden aansluitend het begin van het einde van WSV’s twee jaar durende verblijf in de eerste klasse in.
Braakhekke eiste ongewild een negatieve hoofdrol voor zich op. De directe rode kaart die de WSV-aanvaller een tiental minuten voor rust incasseerde, was een klassiek voorbeeld van een aanvaller die iets te rigoureus wil meeverdedigen. Bij zijn poging een tegenstoot van DOS onschadelijk te maken, greep Braakhekke te laat in en raakte hij Vincent Huisman, de maker van de 0-1, in plaats van de bal.
“De bal sloeg af. Ik wilde de aanval eruit halen. Doordat ik er op volle snelheid inkwam, zag het er erger uit dan dat het was. In mijn ogen had de scheidsrechter het ook met geel kunnen afdoen. Dat al die spelers van DOS Kampen er daarna volle bak op af kwamen stormen, speelde ook mee”, toonde de zondaar berouw nadat het onheil al was geschied.
Vanaf de kant moest de voor aanvang van het seizoen van het uit de derde klasse gedegradeerde Sportclub Eefde overgekomen Braakhekke in het resterende uur mee aanzien hoe de minuten in het nadeel van WSV’s overgebleven tiental wegtikten.
Richard Karrenbelt beleefde weleens fijnere dagen in zijn trainerscarrière. Eerder op de dag degradeerde ook Staphorst al, de club waar hij komend seizoen aan het roer staat, naar de vierde divisie.
Zijn WSV kwam simpelweg kwaliteit tekort voor de eerste klasse waarin zaterdag- en zondagclubs het voor het eerst tegen elkaar opnamen, constateerde de trainer. “Ik ben hier nuchter onder. Je weet van tevoren al dat het moeilijk wordt. Tegen al het zaterdagvoetbalgeweld kunnen wij niet op, zo is gebleken. Ook in de hele organisatiestructuur komt WSV tekort. Wij waren daarin niet goed genoeg, met mijzelf voorop. Daarnaast hebben we natuurlijk ook pech gehad met die versterkte degradatieregeling. Ik vind het zelf juist heel mooi, maar wij waren wel de pisang. Normaal sta je veilig met drie ploegen onder je.”
De Stentor maandag 3 juni 2024