Tussen Berg en Bos: Rood licht

By | 26 januari 2016

Afgelopen zaterdag moest ik er weer eens aan geloven. Tijdens mijn dagelijkse hardlooprondje door het territorium van de wijkraden in Apeldoorn-West ging het op de Laan van Spitsbergen bijna mis. Ik moest vol in de remmen. Niet voor de eerste keer. Het overkomt me vaker. Het is daarom telkens een hele geruststelling dat de remmen nog perfect functioneren. Je hoeft maar één keertje niet op te letten of je vertelt het niet meer na. Ongelukken zitten vaak in een klein hoekje. Óf bij een verkeerslicht dat op rood staat.

Natuurlijk behoren naderende automobilisten af te remmen wanneer de verkeerslichten op de oversteekplaats bij bejaardenhuis Mandala op rood staan. Maar zoals bij zoveel onverkwikkelijkheden werkt dat helaas niet zo in de omgekeerde wereld waarin wij leven. Laat ik het er maar op houden dat menig Nederlander regels op geheel eigen wijze interpreteert. Lang niet iedereen is een heer in het verkeer. Zelfs dames niet!

Ik ben er veelvuldig getuige van. Dagelijks snel ik op die plek op de Laan van Spitsbergen in mijn eigen slakkengangetje de weg over. Minstens één keer per week maak ik wel mee hoe automobilisten oranje licht aangrijpen om de voet nog vlug stevig op het gaspedaal te drukken. Al jaren achtereen loop ik hierdoor gevaar. Ook bij de spoorwegovergang iets verder richting Europaweg is het veelvuldig prijs. Gaan de bomen omlaag, zie ik vrij frequent van die figuren er snel eventjes onderdoor glippen. Haast, haast, haast! Terwijl iedereen toch zou moeten weten dat haastige spoed zelden goed is.

Als dat soort wegpiraten zichzelf te pletter wil rijden, dan gaan ze hun gang maar. Het klinkt misschien hard, maar ik zal er geen traan om laten. Boontje komt om z’n loontje. Probleem is meestal dat juist onschuldigen de dupe worden van zulk onverantwoord rijgedrag. En dan is het in Nederland niet ongebruikelijk om van daders slachtoffers te maken en van slachtoffers daders… Slechte jeugd gehad hè, en dat soort bullshit. Wie kent het niet?

Maar toch. Zo’n onverlaat zal je maar maar eens pardoes op de motorkap nemen. Dan ben je nog niet jarig! Nou was ik dat afgelopen zaterdag toevallig wel, maar wat ik bedoel te zeggen is dat bijna niemand de idioten een halt toeroept. Ze doen maar, ze mogen ongestoord door rood licht rijden. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Niemand houdt ze tegen.

En dat terwijl bij ons in Apeldoorn-West wijkraden nota bene proberen iedereen verkeers- en parkeeroverlast bij de Apenheul aan praten. Hoogst opmerkelijk hoe vaak die beroepsklagers in de lokale media een podium krijgen om hun gal te spuwen en jan-en-alleman deelgenoot te maken van hun selectieve verontwaardiging. Over gevaarlijke oversteekplaatsen hoor ik de papagaaien in kwestie nooit. De toegang tot het vernieuwde Ordenplein blijkt evenmin een punt van zorg. En dat ze zich niet opwinden over die jeugdleden van de hockeyclub die elke doordeweekse middag het fietspad blokkeren richting sportpark Orderbos, wekt nauwelijks verwondering. Dát betreft immers hun eigen kinderen! Die vallen ze uiteraard niet af, ze kijken wel uit.

Nee, het moet eerst misgaan. Eerst moeten er ongelukken gebeuren. Pas dan voelen bevoegde instanties zich geroepen om misschien eens actie te ondernemen tegen misstanden. Dat het dan meestal al te laat is, lijkt slechts een vervelende bijkomstigheid. Het is niet anders, het is altijd hetzelfde liedje in Nederland.

© RK

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *