Het gaat razendsnel met Marije van Hunenstijn

door | 26 december 2016
Marije van Hunenstijn

Van de gekte die ’s lands sprintkoningin Dafne Schippers achtervolgt, heeft zij geen last. Marije van Hunenstijn kan zich in haar eigen geboorteplaats overal anoniem voortbewegen. Nóg wel. Wanneer Apeldoorns snelste vrouw blijft accelereren zoals ze in 2016 deed, komt daar in de nabije toekomst ongetwijfeld verandering in. Als vijfde lid van het Nederlands estafetteteam op de 4 x 100 meter stond de 21-jarige AV’34-atlete al met EK-goud om haar nek naast Schippers op het erepodium. Haar aanwezigheid op de Olympische Spelen in Rio deed het heilige vuur nóg meer aanwakkeren. Van Hunenstijn wil de komende jaren nadrukkelijk vlammen. Vastberaden neemt ze plaats in de startblokken voor een lange sprint richting ‘Tokyo 2020’.

Ja, het gaat razendsnel met Marije van Hunenstijn. De rappe Apeldoornse maakte de afgelopen maanden enorme stappen. Het talent nestelde zich definitief tussen de nationale sprintelite. Na haar vierde plaats en persoonlijk record (11,64 sec.) op de 100 meter bij het NK outdoor volgden de gebeurtenissen elkaar in zó’n tempo op dat Van Hunenstijn zichzelf nauwelijks kon bijbenen… NK, EK, Olympische Spelen. Wat de blonde sprintster het afgelopen jaar meemaakte, smaakt duidelijk naar meer. Van Hunenstijn wil in de nabije toekomst nóg beter, sterker en vooral sneller worden. “Heel stiekem droom je er wel van, maar een jaar geleden had ik nooit gedacht dat ik naar Rio zou gaan. Nu al op de Olympische Spelen geweest te zijn geeft wel extra motivatie. Het kriebelt wel om de volgende keer ook individueel te mogen lopen.”

Afremmen

Op het EK in eigen land trad Van Hunenstijn in een bomvol Olympisch stadion bij de Amsterdamse Dafne Schippers-show onverwacht al zelf uit de schaduw. “Dat EK was echt heel gaaf. Ik had niet verwacht dat atletiek zó beleefd zou worden in Nederland. En dat ik in die halve finale mocht lopen, was helemaal mooi. Als reserve doe je in de warming-up wel alles mee, maar ik hoorde pas een minuut voor de start dat ik zou lopen. In de call-room werd duidelijk dat Dafne niet mee zou doen. Één seconde had ik een paniekmoment, dat was ook meteen weer weg. Ik liep als tweede. Als je daar staat, voel je wel spanning. Je moet het stokje aannemen van de eerste loopster en doorgeven aan de derde loopster. Misschien was ik iets té snel weg, ik moest een klein beetje afremmen. Uiteindelijk ging het net goed.”

“In de finale liep Dafne wel. Dan doe je vooraf ook alles mee. Als toeschouwer vond ik het extra spannend. Ik wist niet dat ik ook een medaille zou krijgen. Alles rond die huldiging ging heel erg snel. Normaal gesproken mag de vijfde persoon niet mee op het podium. Omdat het in Nederland was, werd daar een uitzondering voor gemaakt. Dan sta je daar en zie je tussen al die mensen je ouders en je vrienden staan. Heel bijzonder”, blijft de medaillewinnares stralen wanneer ze terugdenkt aan haar gouden moment van 2016.

Eigen wereld

Het ‘extraatje’ dat voor Van Hunenstijn voortvloeide uit haar EK-optreden, was nóg grootser: de Olympische Spelen in Rio de Janeiro! De Apeldoornse vervulde dan wel een reserverol, haar in Brazilië opgedane ervaringen neemt niemand haar meer af. “We zijn eerst twee weken op trainingskamp geweest in Lissabon. Toen wij aankwamen, was het al begonnen. Wat er verder gebeurt, krijg je vooral mee via de televisie. Je leeft daar helemaal in je eigen wereld. Je traint en werkt toe naar het moment waarop je moet lopen. Voor ons was dat pas vier dagen voor het einde, op de donderdag. Ik ben één avond in het stadion geweest, de enige avond waarop het kon. Het was de avond van Dafne’s 100 meter-finale. Natuurlijk gun je haar dat ze wint, maar je weet dat die andere dames ook heel snel en goed zijn. Hoe Dafne en al die andere wereldtoppers moeten omgaan met al die aandacht, lijkt me wel lastig. Iedereen blijft maar op je afkomen.” Lachend: “Nee, als ik in Apeldoorn over de Hoofdstraat loop, denk ik niet dat iemand mij herkent.”

Erg veel tijd om eens gezellig met vriendinnen de stad in te gaan, heeft Van Hunenstijn ook nauwelijks. Sinds ze traint en woont op Papendal verblijft ze alleen in de weekenden in Apeldoorn. AV’34’s houdster van het clubrecord op de 100 meter rent tegenwoordig door het leven als full-time atlete. Na terugkeer uit Zuid-Amerika gunde ze zichzelf anderhalve maand de tijd om het hoofd leeg te maken en bij te tanken van alle fysieke en geestelijke inspanningen van de voorgaande maanden. Op Texel waaide ze een weekje uit. In oktober startte ze in de trainingsgroep van Rogier Ummels alweer met haar voorbereidingen op het atletiekjaar 2017.

Explosiviteit

Concreet houdt dat in: zes dagen per week vol overgave werken aan verbetering van haar start, explosiviteit en snelheid. Tientallen uren keihard trainen om honderdsten van seconden vooruitgang te boeken. “Slaap is misschien wel nóg belangrijker”, duidt het ‘trainingsbeest’ op het belang van een goede arbeids-rustverhouding. “In het begin van dat ik op Papendal trainde, reisde ik op en neer tussen Apeldoorn en Arnhem. Dat breekt je toch wel op. Ik vond het te zwaar. In die anderhalve maand na Rio heb ik anderhalve maand helemaal rust genomen. Ik had daarna echt weer zin om te trainen. Ik weet dat ik er niet rijk van zal worden, maar ik vind het hartstikke leuk om te doen. Eens even lekker gaan stappen, kan niet. Je moet wel keuzes maken. Vriendinnen, met wie ik al sinds de middelbare school omga, snappen dat gelukkig. Die begrijpen waar ik mee bezig ben.”

In het post-Olympische jaar 2017 liggen er voor de gretige Van Hunenstijn volop uitdagingen aan de horizon. Haar vizier staat gericht op kwalificatie voor de Europese titelstrijd voor atleten onder 23 jaar in het Poolse Bydogoscz (13-16 juli) en het Wereldkampioenschap in Londen (5-13 augustus). “Op het EK onder 23 hoop ik individueel te starten. Om daar naartoe te mogen moet ik wel eerst aan de limiet voldoen. Wat die tijd precies is, weet ik nu nog niet. Twee jaar geleden lag het rond mijn p.r.-tijd. Dat moet wel goed komen. Die 100 meter op het NK was mijn laatste individuele 100 meter. Ik had toen al het gevoel dat ik harder kan. In mijn achterhoofd heb ik wel een tijd in gedachten die ik moet kunnen lopen. Maar laat ik eerst die limiet maar eens halen. Het jagen op zo’n tijd, kan soms best lastig zijn. Alles moet wel meezitten.”

Om met de Europese titelhouder op de 4 x 100 meter estafette mee te mogen naar het WK, is een ander doel. Van Hunenstijn streeft ernaar het stokje vanuit een wat prominentere positie over te nemen. “Reserve zijn is mooi, maar uiteindelijk wil je wel een basisplek.”

Bron: Sportmagazine Deportivo Apeldoorn

Foto: Instagram

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *