Vandaag 25 jaar geleden
Zegge en schrijve 150 gulden tel ik op de zwarte markt neer voor een ticket voor de returnwedstrijd voor de finale om de UEFA Cup in 1992. Ik schrijf er nog een stukkie over wat toen nog Apeldoornse Courant heet en bovenal een echte Apeldoornse krant is. Met mijn grote vriend Martijn, topverslaggever in wording, ga ik op de bonnefooi naar Amsterdam. Dat zou tegenwoordig niet meer zo gauw gebeuren.
Het Olympisch stadion is al lang en breed uitverkocht. Een onoverkomelijk probleem levert het niet op om een kaartje te bemachtigen. Er lopen opvallend veel mensen rond die toevallig nog een kaartje over hebben… De handel floreert. ‘Kaartje meneer? Da’s twee meier…’ Een bekende Apeldoornse zwarthandelaar doet prima zaken. Hij brengt al zijn kaarten probleemloos aan de klant (m/v). Voor zegge en schrijve 300 gulden per stuk. Hij heeft zijn vakantie alweer geboekt, zo meldt hij zelfvoldaan.
Naar verluidt zijn er valse kaarten in omloop. Die met ribbels erop zijn echt. Een kwart eeuw later heb ik nog altijd mijn twijfels of het toegangsbewijs dat ik buiten de stadionpoorten aanschaf nou wel of niet over ribbels beschikt. Het kost me in elk geval geen moeite om de toegangscontroles bij de ingang te passeren. Ik neem daarom maar aan dat het een geldig kaartje betreft.
13 mei 1992 Amsterdam