Onbaatzuchtige vrijwilliger zet er na twaalf jaar een punt achter als elftalleider van WSV; Bas van Dam stevent af op een eersteklas afscheid

By | 1 mei 2022

Vanaf zijn vaste plek in de dug-out zag Bas van Dam tevreden mee aan hoe een oppermachtig WSV zondagmiddag Eendracht ’30 met liefst 6-0 oprolde. Wanneer de koploper van de tweede klasse I op de huidige voet blijft voortrazen, kan de afscheidnemende elftalleider eerdaags weleens een eersteklas afscheid krijgen.

De toppers staan op de Voorwaarts niet alleen op het veld. Bas van Dam draagt op geheel eigen wijze zijn steentje bij aan het huidige succes. De elftalleider is al twaalf seizoenen een gewaardeerd lid van het team rondom het team dat alles in het werk stelt om het prestatieniveau te verhogen.

Ere wie ere toekomt. Iemand wordt natuurlijk niet voor niets gekozen tot erelid, een onderscheiding die hem in 2019 ten deel viel vanwege zijn verdiensten voor de verenging. “Tijdens het 100-jarig bestaan ben ik benoemd tot erelid. Daar ben ik trots op. Ik zal dus toch wel iets goeds voor de club hebben gedaan”, vertelt de elftalleider met enig gevoel voor understatement.

Ongeacht of WSV tweedeklasser blijft of dat het na zes jaar absentie zijn rentree viert in de eerste klasse, Van Dam zal het niet meer actief meemaken. Aan het eind van het lopende voetbaljaar geeft hij het stokje over aan Richard Floris. Een weloverwogen keuze. “Ik werk in Amsterdam. In het op en neer reizen zit enorm veel tijd. Om kwart over zes pak ik ’s ochtends de trein. Om zes uur ’s avonds ben ik dan weer terug in Apeldoorn. En dan komt het vaak voor dat ik om zeven uur alweer bij WSV ben. Dat wordt me te veel”, licht hij zijn besluit kort toe. “Als elftalleider ben ik met WSV in de tweede klasse begonnen, ik hoop in de eerste klasse te eindigen. Ik zal het zeker gaan missen. Op deze manier is het beter dan wanneer ze zeggen: we zijn blij dat hij opgehoepeld is.”

Als business consultant bij Strong Outsourcing tuigt Van Dam, zoals hij zelf omschrijft, databases op. “Ik ben verantwoordelijk voor rapportages. Het is een hobby en ik krijg er nog voor betaald ook”, glimlacht hij. Ook WSV profiteert volop van zijn professionele vaardigheden. De skills van de 54-jarige supervrijwilliger komen prima van pas bij het beheer van de ledenadministratie, het onderhouden van contact met de KNVB, zijn betrokkenheid bij de kledingdistributie en het indelen van velden en kleedkamers. “Het is eigenlijk begonnen met de Sportorkaan, ons clubblad. Daar heb ik me van 1991 tot 2006 me beziggehouden”, geeft de duizendpoot blijk van zijn veelzijdigheid.

Zijn rol als teammanager behelst alle denkbare organisatorische aspecten rondom de selectie van WSV’s eerste elftal. Nadat hij in 2012 de in de voetsporen trad van Hans Beekhuis, stond hij achtereenvolgens de trainers Jeroen Burghout, Roberto Klomp, Piet Panman en, inmiddels voor het vijfde seizoen, Jordy Vakkert met veel daadkracht terzijde.

Op de vraag wie hij de allerbeste vond van het bonte gezelschap voetballers met wie hij in aanraking kwam, noemt hij enigszins verrassend de naam Ramazan Albayrak, de misschien wel enige Apeldoornse voetballer die zich ooit moest laten vervangen nadat hij zichzelf blesseerde bij het vieren van een doelpunt. Van Dam: “Zijn mentaliteit was misschien wat minder, maar die jongen kon zó geweldig goed voetballen. Wát een techniek. En ik vind Ifè Oduguwa de meest waardevolle. Zet dat er ook vooral bij.”

Aan Andy van der Meijde, de oud-international die ooit bij WSV kwam aanwaaien, bewaart Van Dam eveneens prettige herinneringen. “Dat was me er ook eentje. Bij zijn allereerste training schoot Andy de bal vanaf de middenlijn op de lat. Dat bleek ook zo’n beetje de enige goede bal die Andy bij ons gegeven heeft. Toen hij trouwde met Melissa, waren we met z’n allen uitgenodigd op de bruiloft. Om elf uur ’s avonds was al het bier al op…”

De voortekenen op een eersteklas afscheid voor de trouwe clubdienaar zijn veelbelovend. De eerste klasse lonkt voor WSV. “Zoals het dit seizoen gaat heb ik het in al die jaren niet meegemaakt. We hebben geen moment verzaakt. Dat we nu meedoen om de titel is zondermeer de verdienste van Jordy Vakkert en Piet Panman. Die coronaperiode zijn we goed doorgekomen. Er is één keer een wedstrijd afgelast. Toen waren er zes of zeven positief getest. Maar Jordy, Piet en keeperstrainer Michel Peters hebben die jongens altijd beziggehouden. Ze zijn blijven doortrainen in groepjes van drie. Daar trekken we nu profijt van.”

De Stentor maandag 25 april 2022

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *