Veel geschreeuw en weinig wol bij Gelderse derby zonder uitsupporters

By | 16 januari 2023

Achter de bal aan (84): Arnhem

Zondag 15 januari 2023

Als inwoner van het grootste dorp van Gelderland heb ik weinig op met de Gelderse derby tussen Vitesse en NEC. Als Apeldoorner krijg ik het niet koud of warm van alle ophef over de rivaliteit tussen Arnhem en Nijmegen. Bij mij gaat het hart in de grootste provincie van Nederland voor slechts één plaats harder kloppen. Daarvoor hoef ik niet naar het zogenaamde KAN-gebied. There’s no place like home.

Laat ik duidelijk stellen dat ik niets heb tegen Vitesse of NEC. Tegelijkertijd heb ik ook weinig mét beide clubs. In Gelredome kom ik af en toe weleens. Op Deventer na is het voor mij de dichtstbijzijnde plek om in levenden lijve getuige te zijn van eredivisievoetbal. Ik ben zelfs in het bezit van een Fancard van Vitas. Dat moet wel, want anders kan ik in dit achterlijke land geen kaarten bestellen voor topwedstrijden. In de Goffert kom ik daarentegen zelden. Dat is me dan weer net een brug te ver.

Ik loop al zo lang mee dat ik in het verre verleden zelfs weleens Gelderse derby’s op Monnikenhuize live heb meegemaakt. Daar gebeurde niet veel meer dan bij de gemiddelde thuiswedstrijd van Go Ahead Eagles, waar ik in die jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw kind aan huis was. De volledig opgefokte en verziekte realiteit van nu ontstond volgens mij pas toen Karel Aalbers in Arnhem luchtkastelen begon te bouwen. De hoogmoed van ‘koning’ Karel leidde over de Waal in de stad van Keizer Karel tot veel ongenoegen. Met alle ellende vandien.

Als ik heel eerlijk mag zijn, was ik liever naar Go Ahead Eagles – FC Utrecht gegaan. Aangezien er op deze zondagmiddag echter ook nog iemand voor de Stentor verslag moet doen van de volleybalwedstrijd Draisma Dynamo – Taurus, valt mijn keuze op de altijd beladen burenruzie in Gelredome. Het vroege aanvangstijdstip in Arnhem valt voor mij wel met het duel in de eredivisie volleybal te combineren. De aftrap in de Adelaarshorst is simpelweg te laat. Vandaar. En een zondag zonder voetbal, is een zondag niet geleefd.

Met de aftrap al om 12.15 uur, moet ik wel vroeg de deur uit. Al hoeft dat in dit geval nou ook weer niet voor dag en dauw. Om elf uur rij ik weg uit Apeldoorn. Vijfendertig minuten later staat mijn bolide al veilig en wel gestald in Malburgen. Normaal na corona begin ik een wedstrijdbezoek in Arnhem met een broodje döner bij Cafetaria West, maar voor een broodje döner is het tijdstip me iets té vroeg. Bij de nieuwe Dekamarkt aan de Hoefbladlaan, die voor het middaguur al geopend is, sla ik daarom maar twee repen chocola in als proviand voor op de tribune in. Je moet tenslotte wel te smikkelen hebben tijdens de wedstrijd.

De wandeling naar Gelredome is een hele beproeving. De smerige koude wind waar ik vol tegenin moet lopen maakt de hooguit tien minuten durende voettocht niet bepaald tot een onverdeeld genoegen. Gelukkig hoef ik bij aankomst niet in de lange rij bij Ingang R te gaan staan. Bij Ingang A kan ik zo naar binnen. Meestal zit ik op Noord, ofwel de Edward Sturing tribune, wanneer ik bij Vitesse ga kijken. Vandaag wijk ik noodgedwongen uit naar West. Uit veiligheidsoverwegingen worden voor Noord geen kaarten verkocht aan incidentele bezoekers zoals ik. Dat het aan de noordzijde gelegen uitvak deze middag leeg blijft, doet niet ter zake.

Ik krijg weleens het idee dat zelfs het kopen van een kaartje voor een voetbalwedstrijd tegenwoordig al als misdaad geldt in Nederland. Gelukkig maar dat wereldverbeteraars die politieagenten met bakstenen bekogelen, zoals afgelopen dagen vlak over de grens in Lutzerath, zulke aanslagen geweldloos plegen. Dat gebeurt in het belang van ons allemaal. Uiterst vreedzaam, zoals iedereen op tv kon zien. Zoiets valt niet onder zware criminaliteit, zoals het bezoek aan een voetbalstadion dat ogenschijnlijk wel is. Het spreekt ook voor zich dat hooligans die hun gezicht bedekken om niet herkend te worden een veel groter gevaar voor de openbare orde vormen dan de brave broeders en zusters die exact hetzelfde doen om strijd te leveren voor het klimaat.

En nou schreeuwen verongelijkte burgemeesters ineens weer om invoering van een vergunningplicht. Het wordt steeds gekker in Nederland. Voor elk duel in het betaalde voetbal zouden clubs in de nabije toekomst op last van regelzieke lokale bestuurders een vergunning moeten aanvragen, zo luidt het idee. Ach ja, waarom niet nóg meer bureaucratie. Alsof we in het gave land van Mark Rutte al niet bijkans stikken in een ondoordringbaar woud van allerlei achterlijke regeltjes. Het zoveelste bewijs van dat dit land geregeerd wordt door idioten. Zo moeilijk moet het toch helemaal niet zijn om raddraaiers bij voetbalwedstrijden een halt toe te roepen.

Neem maar van mij aan dat het gejammer van de ordebewaarders dat ze niet weten wie degenen zijn die de boel structureel verstieren complete bullshit is. Ergens begin jaren ’80 heb ik als 17- of 18-jarig ventje al eens meegewerkt aan een onderzoek aangaande Go Ahead Eagles-supporters. Dan praten we over bijna veertig jaar geleden. Daar heb ik me destijds voor laten interviewen. Ik stond er werkelijk versteld van wat de bij de politie werkzame interviewer allemaal van mij wist. De meest uiteenlopende privé-gegevens waren hem bekend. Niemand maakt mij wijs dat politie en Justitie anno 2023 ondanks de volledig doorgeslagen privacywetgeving al die doorgesnoven jochies met capuchonnetjes en bivakmutsen niet met naam en toenaam kennen. Hou toch alsjeblieft op. Daar spelen heel andere belangen.

Tot ongetwijfeld grote opluchting van Arnhems burgervader en erkend verbinder Ahmed Marcouch vindt de Gelderse derby plaats zonder potentiële ordeverstoorders van over de Waal. Nadat ze een poosje niet welkom waren in Arnhem mochten er ditmaal eigenlijk weer supporters uit Nijmegen meekomen. Omdat die het aantal van 400 toegezegde kaarten ontoereikend vinden, boycotten ze het voetbalfeest.

Desondanks zit Gelredome voor Gelredome-begrippen redelijk vol. Het dak zit gelukkig dicht. Er zijn zodoende weinig tochtgaten die de koude wind op deze gure zondagmiddag binnenlaten. In het lege uitvak hangt een groot banier in de clubkleuren van NEC met de opdruk ‘400 is te weinig’. Dit doekje valt volledig in het niet bij het bijna de volledige tribune bedekkende laken dat de harde kern van Vitesse op de Zuidtribune omhooghoudt wanneer de 22 kemphanen het veld betreden. ‘RiSe, Oh FaLLeN FighTeRs’, zo lees ik. Vitesse’s gevallen strijders moeten weer opstaan. Er zijn duidelijk heel wat uurtjes huisvlijt ingestoken om een en ander te fabriceren.

De Arnhemse supporters gaan lekker tekeer. Door te brullen ‘Noppert in Oranje’ herinneren ze Jasper Cillessen er fijntjes aan dat bondscoach Louis van Gaal de NEC-keeper buiten de WK-selectie van Oranje liet. Ze hebben het echter het meest voorzien op Oussama Tannane. De voormalige Vitesse-middenvelder, die Arnhem begin vorig jaar met ruzie verliet, krijgt al bij de eerste beste corner die hij neemt al bijna een fles voor zijn hoofd. Het gebeurt vlak voor mijn ogen. Halverwege de eerste helft zit de wedstrijd er al op voor het Marokkaanse heethoofd. Als hij Kozlowski bij de keel pakt, houdt scheidsrechter Makkelie hem de rode kaart voor. Het stadion ontploft bijna. Onder luid gejoel en talrijke verwensingen druipt de zondaar af.

Doodzonde. Die jongen kan zo verschrikkelijk goed voetballen. Maar waar hij ook voetbalt, het gaat door zijn licht ontvlambare karakter op de een of andere manier telkens weer mis met hem. In ondertal houden de tien NEC’ers in de daaropvolgende 70 minuten toch relatief eenvoudig stand. Veel te juichen valt er na de aftocht van de verguisde Tannane nauwelijks meer voor het schuimbekkende Arnhemse legioen. Het is vrij pijnlijk om te zien hoe Vitessenaren zich geen raad weten met hun man-meer-situatie. Als kippen zonder kop belegeren zij de Nijmeegse goal. Om de beslissing te forceren en Cillessen te passeren missen de onmachtige Arnhemmers feitelijk de creatieve ingevingen van een type-Tannane…

Als de officiële speeltijd voorbij is, houd ik het voor gezien. De vier minuten blessuretijd, laat ik voor wat ze zijn. Voordat ik Vak 101 verlaat, heb ik vluchtig oogcontact met Ronald, een oude bekende van bij wedstrijden met het Nederlands elftal – én… NEC-supporter. Het duimpje gaat omhoog bij het passeren. Net als ik voelt hij dan al aan dat het duel eindigt zoals het begon. Voor NEC-supporters die wél anoniem en onopvallend een plekje hebben gevonden, voelt die 0-0 als een morele overwinning.

Als neutraal toeschouwer zal ik deze Gelderse derby zeker niet opnemen in de Top-10 van meest gedenkwaardige voetbalwedstrijden die ik ooit heb bezocht. Het ìs vooral veel geschreeuw en weinig wol. Het was de 33 euro, die ik in al mijn dwaasheid voor een kaartje heb neergeteld, nauwelijks waard. Maar zoals altijd, komt berouw na de zonde. Bij Oussama Tannane zal het ongetwijfeld niet anders zijn…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *