Negen eindtoernooien meegemaakt met Oranje en dan drammen over een stoelnummer

By | 28 maart 2023

Achter de bal aan (85): Le Bourget, Saint-Denis

De wedstrijd Frankrijk – Nederland was er eentje om gauw te vergeten. Een uitstapje naar Parijs blijft daarentegen altijd de moeite waard.

Donderdag 23 maart 2023

Kort voor vertrek krijg ik tot m’n verbazing een telefoontje van het B&B Hotel Le Bourget, mijn logeeradres voor de komende twee nachten. Een Engelssprekend heerschap deelt me mee dat ze de eerste overnachting al van m’n creditcard hebben afgeschreven. Heel attent. Fijn om te weten. Voor dat soort futiliteiten hadden ze me niet hoeven bellen.

Op het afgesproken tijdstip van half elf staat chauffeur Erik op de stoep en vertrekken we richting Frankrijk. Volgens de routeplanner bedraagt de afstand van Orden naar Le Bourget 517 kilometer. Het ding stuurt ons niet via Breda/Hazeldonk naar Antwerpen, maar via Eindhoven. Dat zal dan waarschijnlijk de snelste route zijn. Om tien voor één staat het op de Antwerpse Ring bij de Kennedytunnel ouderwets vast. Sommige dingen veranderen nooit. Vanuit de richting Gent kruipt het verkeer nóg langzamer vooruit. Om 13.23 uur passeren we over de E17 de Ghelamco Arena, het stadion van AA Gent. De resterende kilometers tot aan de Franse grens krijgen we nat en onplezierig gezelschap van enkele flinke buien.

Drieënhalf uur na vertrek uit Apeldoorn rijdt Erik Frankrijk binnen. Een tiental minuten later is er bij de afslag Lesquin, het vliegveld van Lille, opnieuw enige tijd sprake van langzaam rijdend en stilstaand verkeer. In de pak ‘m beet 200 kilometer die volgen tot aan Parijs volgen zorgen alleen tolpoorten nog voor kort oponthoud.

Om 16.10 uur draait Erik bij afslag 5 de snelweg af naar Pte de la Villette, La Courneuve en Drancy. Vanaf daar is het bekend terrein. Een kwartiertje later checken we in bij B&B Le Bourget. In 2017, toen Oranje voor de WK-kwalificatie met 4-0 klop kreeg van Mbappé & Co, verbleven we er al eerder. Afgezien van de prijs is er weinig veranderd.

Nadat we onze spullen naar onze kamers hebben gebracht, wandelen we over de Av de la Division Leclerc Le Bourget in. De tramverbinding met de overige banlieus in het noordelijk stadsdeel was er zes jaar geleden nog niet. Ofschoon Frankrijk de coronamaatregelen op 1 augustus 2022 heeft afgeschaald, loopt er meer dan zes maanden na dato nog wel een behoorlijk aantal mensen met mondkapjes op straat. Ik heb met ze te doen, de stakkers. Het moet toch verschrikkelijk zijn om met zoveel angst rond te lopen.

Als ik schrijf dat de Parijse voorstad niet de meest bruisende plek op aarde is, dan druk ik het heel netjes uit. Le Bourget is grauw, grijs en naargeestig. Veel toeristen loop je er niet tegen het lijf. Lekker eten hebben ze er daarentegen wel. In een Turks grillrestaurant dat luistert naar de toepasselijke naam Istanbul doe ik me tegoed aan een voortreffelijke cordonbleu. Aan wat eetbaars was ik eerlijk gezegd ook wel toe. Het smaakt en vult uitstekend. En dat voor nauwelijks tien euro.

Tegen zevenen keren we terug in het hotel. Om in deze buurt na het invullen van de duisternis op straat rond te hangen lijkt me niet zo’n slim idee. Al voel ik me niet zo gauw ergens onveilig. In het centrum van Parijs is het op het bewuste moment veel gevaarlijker, zo bewijzen de beelden die de Franse tv live ‘vanaf het slagveld’ uitzendt. Het gaat er nogal verhit aan toe bij demonstraties tegen de aangekondigde verhoging van de pensioenleeftijd van 62 naar 64 jaar. De Fransen pikken het niet dat president Macron die wetswijziging er doorheen heeft gedrukt. De ongeregeldheden vinden plaats op hooguit tien kilometer van ons hotel. Dat belooft nog wat voor morgen.

Het bekijken van het live verslag van Italië – Engeland op het eigen tv-kanaal van sportkrant L’Equipe is een stuk veiliger en rustiger dan naar de binnenstad te gaan om daar de ramptoerist uit te hangen. Je moet de ellende natuurlijk niet opzoeken. Om één uur ’s nachts zie ik hoe demonstranten en ME’ers op de Place de la Bastille nog altijd lijnrecht tegenover elkaar staan. Ze maken er een lange dag van. Ze doen hun best maar. Voor mij is het tijd om te gaan slapen.

Vrijdag 24 maart 2023

TF1 meldt om half acht ’s ochtends uitgebreid over allerlei rellen die gisteren en afgelopen nacht in heel Frankrijk plaatsvonden vanwege de omstreden verhoging van de pensioenleeftijd. Beelden van brandende gebouwen en gemaskerde plunderaars luidden de dag op confronterende wijze in. Meermaals vang ik de naam Bloc Noir op, het Zwarte Blok. De linkse beroepsdemonstranten laten weer eens op geheel eigen wijze zien wat vreedzaam protest voeren inhoudt…

In Le Bourget merken we er weinig van wanneer we ons na negenen op straat wagen. Le Bourget is even grijs en grauw als altijd. De wielen zitten ook nog altijd onder Eriks auto. Het hoge hek om de parkeerplaats van ons hotel bewijst z’n nut. Dat staat er niet voor niets.  

Als ik het goed begrijp, staat de volgende actiedag pas gepland voor aanstaande dinsdag. Dan mag iedere ontevreden Fransoos onder de regie van les syndicats weer lekker los en kunnen ook de lieverdjes van het Zwarte Blok zich weer uitleven op politieagenten en andermans eigendommen.

Van stakingen of werkonderbrekingen in het openbaar vervoer is vandaag geen sprake. Met een Paris Visite-kaart, die we voor het speciale actietarief van 11,30 euro op de kop tikken op het Gare SNCF du Bourget, reizen we in de daaropvolgende uren onbekommerd en ongelimiteerd per trein en metro door de drie zones van Parijs waarin dat is toegestaan.

Omdat het niet ons eerste bezoek aan de Franse hoofdstad betreft laten we de Eiffeltoren, de Arc de Triomphe, de Nôtre Dame, de Champs Elysees en de Sacre Coeur links liggen. Die ken ik inmiddels wel. We beperken ons tot Bercy, La Défense en Colombes. Voor een ouderwetse stadiontour. Het sportpaleis van Bercy, de imposante Arena in de schaduw van de Gran Arche en niet in het minst het oude eerbiedwaardige Stade Olympique Yves-du-Manoir vervullen elk een rol op de Olympische Spelen van 2024. Het is best wel een vreemde gewaarwording rond te wandelen bij het stadion – of wat daar van over is – waar in 1938 de finale van het wereldkampioenschap voetbal is afgewerkt. Al is er in Colombes niets meer dat daaraan herinnert.

De eerste Oranjefans, van de in totaal 2400 die vanavond het uitverkochte uitvak in het Stade de France vullen, ontmoeten we pas na half drie op de Boulevard de Clichy. In dezelfde Ierse pub als bij de twee voorgaande gelegenheden bevindt zich daar ook ditmaal weer het afhaalpunt waar Nederlandse supporters hun wedstrijdkaarten in ontvangst kunnen nemen.

We verlaten de plek des onheils weer zo snel als het kan. Gezien de overvloed aan oer-Hollands jolijt waarop het al aanwezige Oranje contingent ons onthaalt beperken we ons tot het allernoodzakelijkste en gaan we er met onze tickets op zak meteen weer vandoor. Vanaf de overzijde straat zien met volautomatische geweren bewapende gendarmes erop toe dat het niet té gezellig wordt.

De Franse ordediensten zijn op het ergste voorbereid en laten niets aan het toeval over, zagen we eerder al op het Gare Saint-Lazare. De daar op het station patrouillerende grotere baretten met nóg grotere mitrailleurs zagen er niet uit om de spot mee te drijven. Met zulke jongens kun je beter geen ruzie krijgen. Zet dat soort elitetroepen in bij wedstrijden in het Nederlandse betaalde voetbal en je bent meteen verlost van al het vermeende supportersgeweld. Deze Rambo’s zijn van een ander kaliber dan veel van die handhavers bij ons die zich vaak uit strategisch oogpunt uit de voeten maken op de momenten waarop ze het daar een klein beetje warm onder krijgen. Om verdere escalatie te voorkomen heet dat dan altijd zo mooi in vakjargon.

Na de ingelaste (eet)pauzes in het hotel en onze ‘stamkroeg’ restaurant Istanbul is het zo’n vier uur na het afhalen van de kaarten bij het Stade de France een beetje van hetzelfde laken een pak. Alleen al de aanblik van de mitrailleurs van de in La Plaine en Saint-Denis opgetrommelde ordetroepen werkt beduidend de-escalerender dan het al meer dan vier decennia aanhoudende gejammer en gebrek en daadkracht van Nederlandse burgemeesters en politiechefs. Al moet ik zeggen dat van die bui die zo’n anderhalf voor de aftrap losbarst eveneens een zeer verfrissende en heilzame werking uitgaat.

Zo’n betweter als Özcan Akyol, die onlangs iets schreef over actieplannen waarmee de KNVB en BVO’s geweld in en om voetbalstadions zouden moeten beteugelen, kletst uit z’n nek. Ik ben het vaak met hem eens, maar in dit geval heeft onze grote vriend en zelfbenoemd Go Ahead Eagles-fan totaal geen benul waar hij over praat. Het kan zijn dat ik wat gemist heb, maar sinds wanneer zijn sportbonden en voetbalclubs in het Europa van Frans Timmersmans verantwoordelijk voor handhaving van de openbare orde?

Ik zie steeds vaker beelden van klimaatactivisten die een snelweg blokkeren. Het is tegenwoordig mode dat hedendaagse wereldverbeteraars zich bij zulke happenings aan het asfalt vastplakken. Meer dan honderd zijn het er zelden. Zelfs PEC Zwolle neemt tegenwoordig méér supporters mee naar uitwedstrijden, maar dat terzijde. En voor dat zooitje ongeregeld wordt dan meer politie opgetrommeld dan tijdens een complete speelronde in het betaalde voetbal! Vreemd genoeg hoor ik in zulke gevallen nooit burgemeesters, politiechefs of politici klagen over de kosten van die inzet. Kennelijk is zoiets wel maatschappelijk toelaatbaar.

Omdat de regenbui even snel weer ophoudt als dat hij begon, lopen we voordat we naar binnen gaan eerst een rondje om het Stade de France. Het is mij een volslagen raadsel hoe het bijna tien maanden eerder voor aanvang van de Champions League finale tussen Real Madrid en Liverpool zo mis kon gaan. Ook ditmaal staan er aanzienlijke rijen voor de toegangspoorten. In tegenstelling tot op die gedenkwaardige 28 mei 2022 gaat het er nu bijzonder geordend aan toe. Zover ik dat kan beoordelen ontstaat er nergens gedrang. Er wordt niemand onder de voet gelopen. Noch hoeft de harde kern van de plaatselijke gendarmerie pepperspray te gebruiken of de deugdelijkheid van de meegebrachte schietwapens te testen.

In de Secteur Sud kunnen wij bij Porte B zonder problemen het uitvak in. Het fouilleren gebeurt weliswaar grondig, maar leidt nergens tot irritatie. Ergernis ondervind ik meer van mijn mede-Oranjesupporters. Zoals bij elke uitwedstrijd van het Nederlands is het weer een beproeving. Waar al dat volk telkens vandaan komt… Echt, je schaamt je soms kapot om Nederlander te zijn.

Nadat we hebben plaatsgenomen bij onze aloude strijdmakkers uit Kerkrade krijg ik zelfs bijna ruzie met zo’n bijgoochem. Ondanks dat alle toegangsbewijzen genummerd zijn gaat iedereen volgens goed Hollands gebruik gewoon zitten waar het hem of haar het beste uitkomt. Nou ja, bijna iedereen dan…

Kort voor de aftrap komt er een gozer met z’n vriendin (of dochter?) die het stoeltje opeist waarop Erik heeft plaatsgenomen. In plaats van op één van de talrijke vrije zitjes daarnaast te gaan zitten, een kleine moeite zou je denken, eist de Jan Doedel met veel misbaar Eriks plekje op. Erik is dan wel zo dat hij opstaat, die is veel te goed voor deze wereld. Als ik de handelswijze van het stuk verdriet ter discussie stel en hem een nepsupporter noem, reageert hij verontwaardigd dat hij Oranje maar liefst bij negen eindtoernooien heeft gesteund. Als ik de hem daarmee wil feliciteren en opper om hem voor te dragen voor een lintje, kan hij dat ook al niet waarderen. Eikel. Dave en Jerome, onze Roda JC-kameraden, vinden het hoogst vermakelijk. En Erik schuift gewoon een rij omhoog en komt naast mij zitten. Waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan.

Het kromme – en nou komt het – is dat de grapjas die Erik zo nodig moest verjagen net als de meeste andere échte supporters rondom ons niet gaat zitten op het opgeëiste stoeltje, maar het vanaf het eerste fluitsignaal nodig vindt om te blijven staan!

Het Stade de France behoort nota bene tot de meest comfortabele voetbaltempels waar ik tijdens mijn lange loopbaan als voetbalsupporter ben geweest. Er bestaat weliswaar de kans dat je wat hoog en ver van het veld afzit, maar elke plek biedt wél prima zicht op wat zich binnen de lijnen afspeelt. Nou valt de prijs van onze kaartjes met 35 euro me naar hedendaagse maatstaven gemeten zelfs alleszins mee. Om voor zo’n bedrag te moeten staan omdat ik anders tegen de rug van mijn nieuwe vriend aankijk, is me dan weer net iets teveel van het goede. Alsof m’n voeten al niet pijnlijk genoeg aanvoelen van een hele ochtend en middag door Parijs sjouwen!

En natuurlijk blijven veel van die gasten constant heen en weer lopen tijdens de wedstrijd om bier te halen. Je zou toch denken dat iemand die helemaal vanuit Nederland naar Frankrijk reist om een voetbalwedstrijd bij te wonen op z’n minst van plan is om die wedstrijd bekijken. Maar nee hoor. In onze nabijheid zijn er enkelen bij die wel vijf of zes keer hun plaats verlaten om hun lege bekers telkens met peperduur evenementenbier bij te vullen. Je wordt er tureluurs van. Je zou ze spontaan een schop geven, stelletje zenuwlijers.

We zijn sowieso omringd door voetbalkenners. Eentje vraagt zich serieus af waarom bondscoach Ronald Koeman Feyenoord-aanvoerder Orkun Kökçü niet heeft geselecteerd. Bij het moeten aanhoren van dat soort deskundige commentaren, weet je meteen wat voor vlees je in de kuip hebt… Geluk bij een ongeluk, om het zo maar te noemen, is dat onze buren na de rust bij een 3-0 achterstand voor Oranje wel op hun gat plaatsnemen. Omdat ze het niet meer zien zitten gaan ze zitten. Zo kan ik toch nog 45 minuten zittend kijken. Alhoewel er in de tweede helft niet veel meer gebeurt. De wedstrijd was na 22 minuten al in Frans voordeel beslist.

Afgaande op de wanprestatie die het Nederlands elftal bij de terugkeer van Ronald Koeman als bondscoach levert, is het maar de zeer vraag of het stuk chagrijn op de rij voor me volgend jaar zijn tiende eindtoernooi gaat meemaken. Wie mannen als Mbappe en Griezman zóveel ruimte geeft, roept de ellende over zichzelf af. In zekere zin mag Oranje zich zelfs gelukkig prijzen dat het slechts 4-0 wordt. Voor de statistici: dat is een evenaring van de score van het op dezelfde locatie afgewerkte WK-kwalificatieduel van 2017.

Gelukkig is het vanaf het stadion niet zover lopen naar station La Plaine-Saint Denis. Vandaar zitten we binnen tien minuten weer in Le Bourget. Dat ligt slechts twee stations verderop. Voor wie alle doelpunten onverhoopt gemist heeft, herhaalt L’Equipe tv ze non-stop. Ik druk daarom maar gauw op de uitknop van de afstandsbediening. Ik had in het Stade de France al meer dan genoeg gezien.

Zaterdag 25 maart 2023

’s Ochtends om kwart voor acht beginnen we aan onze terugreis. Erik gooit eerst de tank vol bij een Esso-station in de buurt. Iets meer dan vijf uur later zet hij me thuis in Apeldoorn af. Een kwartiertje later zit ik in de auto naar Zwolle. Om half drie sta ik langs de lijn en in de wind bij Be Quick ’28 – AGOVV. Nauwelijks vijftien uur na de afstraffing van Oranje heb ik gelukkig geen last meer van lamzakken die zeuren om een stoelnummer of voor m’n neus staan en ga ik écht voetbal kijken…

Een gedachte over “Negen eindtoernooien meegemaakt met Oranje en dan drammen over een stoelnummer

  1. Peter van Leer

    Met veel plezier dit reis- en verblijf relaas gelezen. Herkenbare wijken in Parijs en gelukkig geen ellende ondervonden rond het stadion.
    Ik kom de schrijver vast weer tegen op en rond de voetbalvelden, daar zal geen gedoe zijn om een zitplaats, Rob kijkt vaak staand…..

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *