Cup Final Day in het gezelschap van 1296 Liechtensteinse liefhebbers

By | 22 mei 2023

Achter de Bal aan (87): Hoffenheim, Vaduz, Wegberg-Beeck

Liechtenstein staat al heel lang op mijn persoonlijke verlanglijstje. Aangezien ik het tussen Zwitserland en Oostenrijk ingeklemde Vorstendommetje nog nooit bezocht heb, is de Liechtensteinse bekerfinale een uitgelezen mogelijkheid om het dwergstaatje te kunnen afvinken. De titanenstrijd tussen FC Vaduz en FC Balzers moet je als voetbalverslaafde tenslotte eens in je leven bezocht hebben…

Dinsdag 16 mei 2023

Zodra er doldwaze voetbalreizen op het programma staan, is Erik Pasman vanzelfsprekend weer van de partij. Een capabelere chauffeur vind je niet zo gauw. De afstand van Apeldoorn naar Vaduz bedraagt zo’n 800 kilometer en is dus prima per auto af te leggen. Onze reis verloopt via Ulm, zo’n 90 kilometer ten zuidoosten van Stuttgart en 170 kilometer ten noorden van de Liechtensteinse hoofdstad. In de stad aan de Donau hebben we twee overnachtingen ingepland. Behalve dat een verblijf in één hotel praktisch is, verschillen de overnachtingstarieven aanzienlijk met het tamelijk dure Liechtstein (of Zwitserland).

Omstreeks kwart voor elf rijden we weg uit Apeldoorn. De bedoeling is om vanavond eerst een kijkje te gaan nemen bij de confrontatie tussen het o23-elftal van TSG 1899 Hoffenheim en VfR Aalen. Vanwege een ernstige blessure van een speler van de bezoekers is die wedstrijd vrijdagavond gestaakt. Om zeven uur wordt het duel in z’n geheel overgespeeld. Dat komt mooi uit. Hoffenheim ligt op de route. En of we nou om vijf uur ’s middags of om elf uur ’s avonds inchecken in het B&B Hotel in Ulm, maakt ook weinig uit.

Omdat onderweg weinig tegenzit, overbruggen we de eerste 470 kilometer van vandaag zonder noemenswaardig oponthoud. We arriveren al voor half vier in Sinsheim. Daar maken we eerst een tussenstop bij het stadion van de Bundesligaclub uit Hoffenheim: de Rhein-Neckar Arena, of – zoals het tegenwoordig heet – de PreZero Arena. Na een korte inspectie en het schieten van wat plaatjes, testen we bij de vlak bij het stadion gelegen KFC-vestiging de kwaliteit van het kippenvlees. Van zo’n autorit door half Duitsland krijg je honger.

Onze bestemming ligt echter een zestal kilometer verder, in het dorp Hoffenheim zelf. In het Dietmar Hopp-Stadion begon ooit de wonderlijke opmars van het speeltje van de gelijknamige miljardair. Dankzij zijn financiële injecties klom de in 1899 opgerichte Turn- und Sportgemeinschaft op vanuit de onderste regionen van het amateurvoetbal naar de Bundesliga. Daar houdt het zich al sinds 2008 onafgebroken staande. Sinsheim was zelfs al het toneel van Champions League-voetbal. Deze sportieve successen hebben de afgunst van veel supporters van zogenaamde Traditions-Vereine en de haat jegens Hopp in de loop der jaren alleen maar vergroot.

Wie Obsthof Klaus Krebs voorbijrijdt en het ruim drieduizend inwoners tellende dorpje binnenkomt ziet kort na het plaatsnaambordje aan de linkerkant van de weg het gebouw van de TSG Akademie Leistungszentrum liggen. Een pijler onder het beleid van de club waaraan veel van de verongelijkte traditionalisten een voorbeeld kunnen nemen.

TSG Hoffenheim II draait bovenin de Regionalliga Süd-West mee, al heeft SSV Ulm op twee speeldagen voor het einde van de competitie de beste papieren om te promoveren naar de Derde Liga. De wedstrijd tegen VfR Aalen is het aanzien nauwelijks waard. Zomeravondvoetbal in mei. We houden het daarom al ruim van tevoren voor gezien.

Naar Ulm is het nog 188 kilometer. Ongeveer twaalf uur na vertrek uit Apeldoorn komen we er aan. En als of de duvel ermee speelt komen we uitgerekend in de laatste kilometer alsnog in een file terecht. Die verdraaide laatste loodjes, hè… Om een voor ons onverklaarbare reden staat het verkeer op weg naar het B&B Hotel helemaal vast. Uiteindelijk ben ik voor elven ingecheckt en kan ik op mijn kamer op de zesde verdieping genieten van een welverdiende nachtrust.

Woensdag 17 mei 2023

Vanaf het raam van mijn hotelkamer kijk ik uit op het Hauptbahnhof van Ulm. Dit verklaart meteen het lawaai van passerende treinen dat me in de vroege ochtend m’n bed deed trillen.

Omdat de aftrap van Liechtensteinse bekerfinale pas staat gepland om 19.00 uur benutten we de ochtend voor een beetje sightseeën in Ulm. Vanaf het B&B Hotel staan we in tien minuten op het plein voor het Ulmer Münster, de in gotische stijl opgetrokken blikvanger van de stad. De kerk beschikt over ‘s werelds hoogste kerktoren. Met z’n 161,53 meter steekt het ding hoog boven alles uit. Tijdens mijn tot dusverre enig eerdere bezoek aan Ulm stond de Münsterplatz vol met kerststalletjes. Op de dag voor Hemelvaart in 2023 worden er aardbeien verkocht.

We slaan het Donaustadion uiteraard niet over. Voor vertrek naar Liechtenstein rijden we langs het stadion van de plaatselijke SSV, die ik er 23,5 jaar geleden tegen Schalke 04 zag voetballen tijdens het seizoen waarin de voetballers van de Schwimm- und Sportverein uit 1846 op Bundesliga-niveau acteerden. Het bleef ook bij dat ene jaar voor Die Spatzen, ofwel de mussen. Een schildering op één van de muren bij de ingang houdt de herinnering aan de Aufstieg uit 1999 levend.

Als we door een openstaand hek het stadion binnenwandelen, komen er meteen twee werklui op ons af. We bevinden op Privatgelände. De toegang is verboden voor onbevoegden. Als ik de heren vertel dat ik hier eind november 1999 op de tribune heb staan blauwbekken, wordt de toon al wat vriendelijker en mag ik een paar foto’s maken. Het water van de achter het stadion langsstromende Donau staat hoog. Van een schöne blaue Donau, zoals ze bezongen wordt, is weinig sprake. De rivier kleurt vooral grauw. Niet blauw.

De ruim 170 kilometer naar het Rheinparkstadion legt Erik in een vloek en een zucht af. Mooie rit. Door een adembenemend decor. Omdat de zon een vrije dag heeft genomen zijn veel van de besneeuwde toppen van Alpenreuzen omgeven door wolken. In kort tijdsbestek toeren we door vier landen. Omdat we zowel door Oostenrijk als Zwitserland komen, moet Erik de voorruit van zijn bolide voorzien van Autobahnvignetten. Vijftig euro voor twee stickers. Goede business. Bij het Raststation Bodensee, vlak voor Bregenz, staan de automobilisten er voor in de rij.

Tien over half drie verlaten we de Zwitserse E43 en steken bij afrit 9 de Rijn over naar Vaduz. We komen langs het stadion waar ruim vier uur later FC Balzers en FC Vaduz de strijd aanbinden in de 76e finale om de Liechtensteiner Cup. Op het vroege tijdstip is er nog weinig loos. Een handjevol cateraars is bezig met het inrichten van hun mobiele vreetschuren. Supporters zijn er nog in geen velden of wegen te bekennen. Een man vertelt ons dat de kassa’s om 18.00 uur opengaan. Ik had vorige week al een mailtje gestuurd naar de Liechtensteinse voetbalbond met de vraag of het mogelijk en noodzakelijk was om vooraf een ticket te bestellen. Dat bleek niet nodig.

Om de tijd te doden maken we per auto de klim naar het Schloss Vaduz, het bekendste gebouw ter plaatse. De woning van vorst Hans-Adam II staat in de steigers. Veel valt er niet te zien. Behalve dan een fraai uitzicht over de hoofdstad. Of misschien beter gezegd het hoofdstadje. Vaduz telt namelijk nog geen zesduizend inwoners. In het hele land wonen nog geen 40.000 mensen. Ter vergelijking: Apeldoorn heeft er liefst vier keer zoveel! 

Wandelaars en fietsers kunnen hun hart ophalen op de talrijke routes door de omringende bergen. In het bewoonde gedeelte van Vaduz ben je daarentegen gauw uitgekeken. Met één straat(je) met het predikaat winkelstraat houdt het op. In dit Städtle bevinden zich behalve een handjevol winkels ook het raadhuis, het Liechtenstein Center en een aantal musea. Voor de prijs van 3 Zwitserse Franken of Euro’s kan elke toerist in het bureau van het Tourist Office een ‘officieel’ stempel in z’n paspoort laten zetten. Dat doen we dan ook maar. Je moet tenslotte wat doen. Bewijsmateriaal.

Bij een horecagelegenheid luisterend naar de naam Centrum eten we wat. Met nog ruim twee uur te gaan tot aan het begin van de wedstrijd gaan we er eens goed voor zitten. Zoals alles ter plaatse zitten ze er behoorlijk aan de prijs. De Schnitzelteller waar ik me aan weg kost liefst 21 CHF. En dan is het stuk vlees dat ik krijg voorgezet ook nog eens een stuk kleiner dan de afgebeelde Schnitzel op de menukaart. Van 4,50 CHF voor een flesje Fanta (0,5 liter) kijk je onder zulke omstandigheden ook niet vreemd meer op.

Rond half zes stappen we weer in de auto om de pak ‘m beet anderhalve kilometer over de Lettstrasse naar het Rheinpark Stadion te overbruggen. Op de parkeerplaats worden juist de slagbomen omhoog gedaan zodat de bezoekers aan de bekerfinale gratis en voor niets hun auto kunnen stallen. Een verkeersregelaar van Securitas wijst de aankomende automobilisten hun plek. De Tageskasse is al vóór 18.00 uur open. Toegangskaarten kosten slechts 10 CHF. Vrouwenprijzen. Met freie Platzwahl. Iedereen tot 18 jaar mag de eindstrijd zelfs voor niets bijwonen. Er liggen zelfs programmaboekjes!

Erg druk is het niet. Maar dat had ik eerlijk gezegd ook niet verwacht. Met alle respect, maar een bekerfinale in Liechtenstein is natuurlijk een happening van een wat minder kaliber dan de ontknopingen om de FA Cup, de DFB Pokal of de KNVB-beker. In het Rheinpark Stadion passen ook iets minder mensen dan op Wembley, in het Olympiastadion van Berlijn of de Kuip. Al moet je dat wel weer in het juiste perspectief bekijken. De op de rechter Rijnoever gelegen arena biedt plaats aan bijna 8000 toeschouwers. Met twintig procent van alle Liechtensteiners op de tribunes zit het vol! Maar zoals valt te verwachten zijn die er niet allemaal.

Het contrast met het bezoek aan een voetbalwedstrijd in het gave land van Mark Rutte is behoorlijk. Er wordt bij de ingang niet eens gefouilleerd. Dat is voor de verandering ook wel eens fijn. Sterker nog, er is zelfs geen politieagent te bekennen. Er staan wat dames en heren toezicht te houden die zo lijken weggelopen uit Pipi Langkous-films. Een soort veredelde padvinders. Nou kan ik me ook niet voorstellen dat het kleine vorstendom een groot arsenaal aan hooligans op de been kan brengen. Zeker driekwart van de stadionbezoekers bestaat uit kinderen. Alleen Sektor A stroomt stukje bij beetje vol. De overige tribunes blijven leeg.

Wie wat wil eten of drinken moet behoorlijk in de buidel tasten. De prijzen van het stadionvoedsel liggen op Stade de France-niveau. Van de 14 Zwitserse Franken die ik nog in de portemonnee heb, kan ik à 8 CHF een Schnitzelbrot voor mezelf kopen en Erik op een zogenaamde Schaaner Schüblig (6 CHF) trakteren, een soort worst. Een beker bier van 4 deciliter kost 5,50 CHF. Voor dat soort prijzen zullen ze het wel opdrinken in plaats van ermee te gaan gooien, zoals bij ons in de mode is.

Voorafgaand aan de wedstrijd zingt een jongedame het volkslied. De Liechtensteinse versie van God save the King/Queen. Het meisje doet ongetwijfeld haar uiterste best, het klinkt alleen een beetje vals. Ze zou zo voor Nederland naar het Eurovisie Songfestival kunnen… Het is niet het enige dat slecht is. Het voetbal is evenmin hoogstaand. Maar wat mag je meer verwachten van de beste ploegen uit een dwergstaat zonder eigen profcompetitie die 199e staat op de actuele FIFA-ranking?

FC Vaduz, dat uitkomt in de Challenge League, de Zwitserse Keuken Kampioen divisie, is duidelijk een maatje te groot voor FC Balzers. Logisch ook. De eerste Liechtensteinse club die ooit doordrong tot de groepsfase van een Europees toernooi – het speelde in de Conference League o.a. twee keer tegen AZ – wint betrekkelijk eenvoudig met 4-0 van de opponent uit de tweede Zwitserse amateurliga. Het betekent de 49e cupzege voor de Rheinwölfe, zoals de bijnaam van ’s lands meest succesvolle voetbalclub luidt. Samen 1297 anderen – 1298 luidt het officiële toeschouwersaantal – heb ik getuige mogen zijn van dit heugelijke feit.

We laten de prijsuitreiking voor wat die is. We moeten nog 177 kilometer terug naar Ulm, waar we om half elf aankomen. Net op tijd om in mijn hotelkamer de slotfase van Manchester City – Real Madrid nog live mee te pikken. Maar dan hebben we het wel over voetbal van een iets ander niveau.

Donderdag 18 mei 2023

Hemelvaartsdag. Vaderdag in Duitsland. Op huus an. Met een tussenstop van twee uur in Wegberg-Beeck, in de buurt van Mönchengladbach. Een potje in de Mittelrheinliga, het vijfde niveau bij onze oosterburen, tussen de plaatselijke FC en FC Pesch. Eindstand: 2-1. Veel keuze hebben we overigens niet om op de weg terug ergens een wedstrijdje mee te pikken. Enkel in enkele Oberliga’s rolt de bal. De Duitse bekerfinale voor vrouwen tussen VfL Wolfsburg en SC Freiburg in Köln was een andere optie geweest. Die slaan we over. Dat zou een beetje teveel van het goede worden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *