Maandelijkse archieven: oktober 2021

Draisma Bouw en Pouw Apeldoorn bouwen aan een nieuwe vestiging; Autodealer introduceert eerste VAG one-stop-shop concept van Europa

Pouw Apeldoorn is vanaf december de eerste VAG-dealer in Europa met het zogenaamde one-stop-shop concept. Na voltooiing van de door Draisma Bouw aangestuurde verbouwing wordt het Apeldoornse bedrijf de eerste VAG-dealer met Volkswagen-, SEAT- én ŠKODA-showrooms op één en dezelfde locatie. Een centrale servicebalie en een hightech magazijn vervolmaken het innovatieve alles-in-één project.

Een enthousiaste Robert van Barneveld verwacht een positieve uitwerking van de make-over die Pouw Apeldoorn ondergaat. Terwijl de werkzaamheden nog in volle gang zijn, is de algemeen directeur al zo trots als een pauw. “Het one-stop-shop concept maakt het ons mogelijk om krachten te bundelen. Je krijgt veel meer synergie. In Apeldoorn-Noord hebben we nu nog ons ŠKODA-filiaal. Per 1 december zit alles onder één dak aan het Ambachtsveld. Dan hebben we voor Apeldoorn één grote campus waar al onze merken vertegenwoordigd zijn. Dan wordt dit voor Pouw het eerste filiaal waarin alle merken op één locatie vertegenwoordigd zijn.”

Meer nog dan momenteel al het geval is geeft Pouw Apeldoorn na de afronding van de bouwwerkzaamheden geheel nieuwe dimensies aan de beleving van haar Volkswagen-, SEAT- én ŠKODA-klanten. De moderne uitstraling die de buitenkant van het pand krijgt, werkt al uitnodigend. Eenmaal binnen vinden klanten alle benodigdheden die zij zoeken. De bezoeker van het gemoderniseerde complex kan zich eerdaags exclusief laten onderdompelen in de wereld van zijn eigen favoriete automerk. De fonkelnieuwe in-stores leveren per merk geheel nieuwe ervaringen op.

Het spreekt voor zich dat Pouw Apeldoorn volop inzet op duurzaamheid en de laatste innovatieve technieken. Volkswagen-, SEAT- of ŠKODA-bezitters kunnen hun dierbare voertuig met een gerust hart aan de deskundige zorg van de onderhoudsmedewerkers van Pouw Apeldoorn toevertrouwen. De service blijft als vanouds. Dankzij een eigentijdse centrale werkplaatsreceptie kan Pouw Apeldoorn zijn klanten zelfs nóg sneller en accurater van dienst zijn. Het nieuwe hightech magazijn draagt eveneens bij aan een efficiëntere dienstverlening. De leden van de onderdelendienst zijn in staat om iedereen razendsnel behulpzaam te zijn. Voor ieder Volkswagen-, SEAT- of ŠKODA-model hebben zij de gewenste onderdelen en accessoires op voorraad.

De verbouwing bij Pouw Apeldoorn is opnieuw een mooi praktijkvoorbeeld van hoe twee vooraanstaande Apeldoornse ondernemingen lokaal zakendoen. Dat het twee leden betreft van de Businessclub Dynamo, maakt het een extra leuke bijkomstigheid. Met dit project maken Pouw, dat als bedrijfsmotto de term ‘Samen vooruit’ hanteert, en Draisma, dat zweert bij ‘Samenwerken als sleutel tot het beste resultaat’, actief werk van hun bc-lidmaatschap.

Ook vestigingsmanager Ernst-Jan Zevenbergen is zeer te spreken over de voortvarende aanpak waarmee Draisma te werk gaat. “Het mooie is dat de bedrijfsvoering gewoon kan doorgaan, terwijl ons halve pand op z’n kop staat. Er wordt snel geschakeld. In de eerste week van juni is de verbouwing begonnen. In december moet het klaar zijn.”

Kees van Buuren, namens de aannemer bij het project betrokken, probeert het in Draisma gestelde vertrouwen niet te beschamen. “Verbouwen is ook een vak, hè. Dertig jaar terug hebben wij dit onderkomen al gebouwd. Inmiddels zijn die oude vertrouwde banden weer aangehaald. Het is mooi om te zien dat wij op zakelijk gebied elkaar de bal weer toe kunnen spelen.”

De gezamenlijke aanwezigheid bij activiteiten van de Businessclub Dynamo verstevigt de prima onderlinge verstandhoudingen. “Als Pouw zijnde zijn we daarin graag actief. We proberen heel zichtbaar te zijn. In 2019 hebben we samen met drie andere businessclubleden een car date georganiseerd. Dat was in samenwerking met Go Ahead Eagles, waar wij ook actief zijn”, vertelt salesmanager Ingo Klieverik.

Kees van Buuren: “Zij hebben bij die gelegenheid een aantal auto’s gesponsord. De businessclub kan altijd een beroep doen op Pouw. Daar zijn we heel blij mee.”

Magazine Businessclub Dynamo najaar 2021 / Foto Pouw Apeldoorn

Vlaggenschip Draisma Dynamo-dames vaart wel bij steun van technische groothandel; Maximaal resultaat dankzij Mastermate Brinkman

De naam van het bedrijf stond al enkele jaren prominent op de shirts vermeld. Als welkome toegift verbond Mastermate Brinkman zich voor de duur van drie jaar als hoofdsponsor aan het Dames-1 team van Draisma Dynamo. Teammanager Ernst Lettink noemt de support van de technische groothandel onontbeerlijk bij het streven om op topniveau te kunnen presteren. “Zonder Mastermate en onze andere shirt- en broeksponsoren zouden wij dit seizoen niet in de eredivisie kunnen volleyballen. Mastermate maakt het mogelijk dat wij ons huidige programma kunnen volgen. Daarom zijn wij heel blij met hun steun. En de slogan ‘samen voor uw maximale resultaat’ past hier uitstekend bij.”

Richard Brinkman, samen met broer Chris directeur/eigenaar van onder andere de Apeldoornse vestiging van Mastermate, vertelt dat het sponsorschap van de Draisma Dynamo-volleybalsters voortvloeit uit een stukje maatschappelijke betrokkenheid. Dat de ‘Mastermate-equipe’ komend seizoen in de eredivisie de krachten gaat meten met de beste clubs van het land, vervult de hoofdsponsor met trots. “Dat is gaaf natuurlijk. Als bedrijfsleven in Apeldoorn en omgeving moeten we zorgen dat we dat stimuleren.”

De gebroeders Brinkman vergeten niet waar ze vandaan komen. “Wij voelen ons betrokken bij de regio. Wij ondersteunen graag maatschappelijke initiatieven. Dat is ingegeven uit ideëel perspectief. De dames van Draisma Dynamo zijn een goed voorbeeld. Vanuit onze maatschappelijk visie vinden we dat sport steun verdient, damessport in het bijzonder. ‘Er moet meer in de sport meer gelijkheid komen, zijn wij van mening. Dynamo heeft ook een goede businessclub. Het netwerk is goed. Het is fijn om daar bij te horen. We zijn ook al geruime tijd begunstiger van Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Daar hebben we een heel goed gevoel bij. We wonen niet voor niets op de Veluwe. Toevallig hebben wij de toegangscontrole voor het park geregeld, maar dat was niet onze primaire insteek. Wij waren op dat moment al begunstiger. We vinden natuurbeheer heel belangrijk.” 

De specialist in ijzerwaren, gereedschap, hang- en sluitwerk, persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) en bouwgerelateerde artikelen gaat in heel Nederland voor het maximale resultaat, verkondigt de directeur. “Mastermate is een coöperatie van familiebedrijven. Als Mastermate Brinkman maken wij daar deel van uit. Wijzelf hebben tien vestigingen, Mastermate heeft er in totaal 41. Als geheel heeft Mastermate ongeveer 650 medewerkers. Daar hoort ook het distributiecentrum bij. In Apeldoorn hebben wij een stukje Mastermate en een stukje Brinkman. Er kan hier zo’n 50 man aan het werk zijn. Dat varieert, dat loopt nogal door elkaar.”

“De coöperatie is in 1998 opgericht om onze klanten landelijk te kunnen bedienen. Als technische groothandel leveren we alles voor de bouw. Particulieren zijn welkom, maar wij richten ons in de eerste plaats op professionele bouwbedrijven. Draisma, Veeneman, Hollander en Steven Jansen zijn kind aan huis bij ons, allemaal leden van de Businessclub Dynamo. Alle vestigingen hebben hetzelfde assortiment en een gezamenlijke distributie. Het distributiecentrum bevindt zich in Zoetermeer. Omdat we relatief veel kleine materialen hebben, kan dat heel goed vanuit één punt”, aldus Brinkman.

De coronaperiode kende voor zijn onderneming geen al te nadelige gevolgen, meent de eigenaar. “Het enige waar wij tijdens het begin last van hebben gehad, was met woningcoöperaties die streng zijn geweest in hun onderhoudsbeleid en plotseling alles stopzetten. In die periode wist niemand wat er stond te gebeuren. Vorig jaar was daarom net iets beter dan 2019. Dit jaar gaat het daarentegen veel beter dan in 2020. Omdat het in de bouw goed gaat, zie ik de toekomst voor ons rooskleurig in. Er bestaat een schreeuwend tekort aan woningen. Er moeten heel veel huizen worden gebouwd. Daarop zal de komende jaren de focus gericht zijn.”

De toenemende digitalisering gaat aan het bedrijf evenmin ongemerkt voorbij, merkt Brinkman op. “We proberen in te springen op nieuwe initiatieven. Onze webshop is daarvan een mooi voorbeeld. E-commerce wordt steeds belangrijker. Hoewel het nog niet heel hard gaat, zien we het wel toenemen. We hebben inmiddels zelfs al een eigen bestel-app, waarmee je binnenkort kunt scannen in de winkel. Met duurzaamheid en circulariteit zijn we ook heel fanatiek bezig. Maar waar wij ons het meest in onderscheiden, is dat wij heel ver gaan in ons advies. Wij nemen een klant zo heel veel werk uit handen. We denken graag samen met de klant hoe we iets beter kunnen doen. Zo komen we samen verder.”

Het assortiment, het verstrekken van deskundige adviezen en het leveren van doordachte oplossingen bij de aanpak van bouwprojecten geeft Mastermate Brinkman ijzersterke troeven in handen, stelt Richard Brinkman. “Op die manier kunnen we ook andere mooie dingen doen, zoals de dames van Draisma Dynamo ondersteunen.”

Magazine Businessclub Dynamo najaar 2021 / Foto Imre Csany

Kind van de club na twee jaar Zwolle terug als volwassen eredivisiespeelster; Oost west, thuis best voor Lisanne de Krosse

Twee jaar geleden maakte Lisanne de Krosse de overstap van SV Dynamo naar Regio Zwolle Topvolleybal. Met eredivisie-ervaring in haar bagage keerde de 23-jarige middenaanvalster deze zomer terug bij de club waar zij ooit als klein meisje haar sportieve loopbaan startte. Vol verwachting kijkt de thuiskomer er naar uit om op het vertrouwde nest aan een nieuw eredivisie-avontuur te beginnen.

De afronding van haar studie en een nieuwe baan in Schalkhaar droegen bij aan de terugkeer naar Apeldoorn. “In februari had Dynamo-trainer Michael Beugelsdijk al eens gebeld. Ik had op dat moment nog geen gesprek gehad met Zwolle. Er was nog niet bekend wat de club wilde en welke middenspeelsters zouden blijven. Toen ik april een baan kreeg, heb ik voor mezelf de knoop doorgehakt om terug te gaan. Ook al omdat ze in Zwolle om half vier ’s middags gingen trainen, viel dat niet te combineren ”, vertelt de als orthopedagoog werkzame volleybalster.

Ondanks dat corona het competitieverloop in de eredivisie bij de vrouwen danig parten speelde, heeft De Krosse geen moment spijt gehad van haar uitstapje naar de Overijsselse hoofdstad. “Ik kwam eigenlijk als vierde middenspeelster. Van Wilfried Groothuis, de trainer tijdens mijn eerste seizoen, kreeg ik best veel kansen. Aan het begin van het tweede jaar kreeg ik last van een buikspierblessure. Er zaten vier scheurtjes in. Dat de competitie al gauw werd stopgezet, gaf me de tijd om goed te herstellen. Na de hervatting in januari plaatsten we ons voor de kampioenspoule. We eindigden daarin gedeeld derde met Sneek, een evenaring van Zwolle’s beste prestatie ooit.”

Bij Draisma Dynamo, dat na een absentie van zeven jaar terugkeert op het hoogste niveau, wil ze haar in Zwolle opgedane ervaringen optimaal ten dienste stellen van de ploeg. “Bij Dynamo trainen we dit jaar bijna evenveel als in Zwolle, elke dag drie uur en vrijdag facultatief. Het verschil met de Topdivisie zit vooral in het tempo. We hebben een gezellig en leuk team. Er zitten er ook best wel veel bij die al eerder in de eredivisie gespeeld hebben. We zullen er elke wedstrijd vol voor gaan, maar we moeten wel realistisch blijven. Ik verwacht niet dat we maar zo even van Sliedrecht of Apollo gaan winnen.”

Als kind van de club vindt ze het een goede ontwikkeling dat Dynamo vol inzet op de doorstroming van eigen talenten. “Ik ben wel jaloers op de jeugd die nu training krijgt van Michael Beugelsdijk. Die meisjes zijn veel beter dan ikzelf op die leeftijd. Ik was nooit zo’n talent. De eerste jaren zat ik ook niet in lijnteams. Ik heb het altijd moeten hebben van hard werken. Toen ik op m’n zestiende bij Dames-1 kwam, moest ik nog heel veel leren. In mijn eerste seizoen ben ik hoofdzakelijk ingezet als servicewissel. De eerste twee jaar dat ik erbij zat, was Marinus Wouterse trainer. Pas toen Michael trainer werd, kreeg ik meer speeltijd.”

Lisanne de Krosse scoort met bescheidenheid. Ze begrijpt dat de vrouwen van Draisma Dynamo niet dezelfde status genieten als de mannen. “Heb je al die banners weleens in de hal zien hangen? Zij hebben veel meer prijzen gewonnen dan wij. Het zou leuk zijn wanneer er in de toekomst ook een banner van ons bij komt te hangen”, hoopt de 1,83 meter lange Apeldoornse stapsgewijs met het damesteam verder door te groeien naar de nationale top.

Magazine Businessclub Dynamo najaar 2021

Aanvoerster doet na negen seizoenen een weloverwogen stapje terug; Joyce Wassen verheugt zich op haar nieuwe rol

De mijlpaal van een tiende seizoen als speelster van Draisma Dynamo’s hoofdmacht ontzegde Joyce Wassen zichzelf. Op 33-jarige leeftijd vindt de aanvoerster van het dames-1 team het welletjes. Als lid van de technische staf blijft de inwoonster van Westervoort de kersverse eredivisionist wél trouw. En omdat volleybalbloed vaak kruipt waar het niet gaan kan, gaat ze als speelster van het tweede team in de eerste divisie afbouwen.

Haar besluit om er een punt achter te zetten kwam niet van de ene op de andere dag, laat de regisseur werk & inkomen van de Gemeente Arnhem weten. “Een seizoen eerder twijfelde ik ook al. Toen konden we door corona het seizoen niet afmaken. Omdat ik dat niet bevredigend vond, besloot ik nog een jaartje door te gaan. Om het af te sluiten, zeg maar. Maar terwijl we in dat voorlaatste seizoen tenminste nog tot maart doorspeelden, was het nu al in oktober voorbij. Mijn laatste wedstrijd was tegen Donitas, als ik me goed herinner. We hebben daarna nog wel een poos doorgetraind. Eerst in viertallen. Later in tweetallen. Toen zijn we er helemaal mee gestopt. Dat was het dan.”

Jarenlang van hort naar her vliegen ging haar niet in de koude kleren zitten, constateert ze. “Ik vraag mezelf weleens af hoe ik dit zo lang volgehouden heb. Ik was net afgestudeerd toen ik in 2012 naar Apeldoorn kwam. Ik ben meteen gaan werken. Het is altijd heel pittig geweest. Je werkt fulltime. Het volleybal is gewoon een parttimebaan ernaast. En dan heb je naast het volleybal ook nog eens een sociaal netwerk te onderhouden. Het was vaak haasten. Ik ging soms rechtstreeks vanuit mijn werk door naar de training. Zat ik ’s avonds om tien uur of half elf pas thuis te eten. De combinatie met werken werd steeds zwaarder. Aan allerlei dingen merk je ook wel dat je wat ouder wordt. Het herstel gaat steeds langzamer. Ik werd niet voor niets oma genoemd…”

Over het verzoek van trainer Michael Beugelsdijk om in een andere rol bij de ploeg betrokken te blijven, hoefde Wassen desondanks niet lang na te denken. “Er bestaat niet echt een benaming voor mijn nieuwe rol. Assistent-trainer, zo noemen ze het. Op dinsdag en donderdag ben ik erbij op de trainingen en in principe bij elke thuiswedstrijd. Bij Olhaco heb ik in het verleden trainerspapieren gehaald. Maar dat is al zo lang geleden dat ik niet eens weet of die nog wel geldig zijn. Op technisch vlak doe ik niets. Dat komt voor rekening van Michael en Jorg. Ik ben meer een soort schakel tussen de speelsters en de trainers. Als aanvoerster pikte ik ook al signalen op. Wanneer er iets was waar ze niet zo makkelijk met de trainers over konden spreken, kwamen ze bij. Zo is het nu ook. Alleen speel ik nu zelf niet meer. Ik vind het heel leuk om met een teamproces bezig te zijn, maar trainer zie ik mezelf niet worden. Die ambitie heb ik niet, nee.”

Zelf maakte Wassen al deel uit van de selectie die Dynamo in 2014 voor het laatst op het hoogste niveau vertegenwoordigde. Ze is overtuigd dat de huidige selectie geen gek figuur zal slaan in de eredivisie. “Ik vind dat we de laatste twee jaar echt wel een stabiel team hadden. Ik had weleens willen zien hoe ver we het afgelopen seizoen waren gekomen wanneer we hadden kunnen doorspelen. Bij de eerste drie eindigen had zeker gekund. We zijn dan weliswaar niet gepromoveerd, maar het is mooi dat we nu toch in de eredivisie zitten. Waartoe we in staat zijn, vind het best wel lastig inschatten. In de eredivisie gaat alles een tandje sneller dan in de Topdivisie. Kijk ik echter naar het team, dan denk ik dat we zeker in de middenmoot moeten kunnen meedraaien.”

Magazine Businessclub Dynamo najaar 2021

Landstitel voor Stichting Topvolleybal Dynamo geen einddoel maar tussenstap; Beter worden dan alleen maar de beste van Nederland

Er kan gerust worden gesteld dat het nogal lang duurde voordat die dertiende kampioensbanner aan de muur van de Draisma Dynamo Arena kwam te hangen. Nu de mannen van coach Redbad Strikwerda na elf jaar de landstitel terughaalden naar Apeldoorn, is de Stichting Topvolleybal Dynamo vastberaden om verder door te pakken. ’s Lands beste zijn volstaat niet voor Peter de Vries. Met een ambitieus vijfjarenplan als leidraad streven de voorzitter en zijn bestuur voor de nabije toekomst sportief, organisatorisch, commercieel en maatschappelijk nóg hogere doelen na. “We willen de poulefase van de Champions League halen.”

Al in april 2016 verkondigden Peter de Vries en businessclubvoorzitter Kees van Buuren vol bravoure in een gezamenlijk interview dat de dertiende landstitel voor Draisma Dynamo slechts een kwestie van tijd zou zijn. Volgens het ambitieuze tweetal was het niet de vraag òf de vlag ooit weer in top zou gaan, maar enkel wannéér dat zou gebeuren. De voltooiing van het project liep weliswaar enkele jaren vertraging op, maar na een door corona geteisterd seizoen grepen de Draisma Dynamo-mannen voor het eerst sinds 2010 weer de felbegeerde hoofdprijs.

Peter de Vries ziet het kampioenschap als een beloning en bekroning voor de nimmer aflatende inzet van beleidsbepalers, spelers, begeleiders en alle vrijwilligers op wie de stichting leunt. Vooral die laatste groep mag in geen geval vergeten worden, benadrukt hij. “Niemand ziet hoe onvoorstelbaar veel werk die mensen achter de schermen verrichten. Neem ons zaalteam. Het is echt fantastisch wat Teun Zijp en zijn mannen elke wedstrijd opnieuw doen. Of kijk naar het afnemen van coronatesten van de spelers, dat voor elke wedstrijd verplicht was. Het is heel fijn als je als organisatie kunt terugvallen op iemand met een medische achtergrond zoals Hilbert Klunder. Zonder de bereidwilligheid van al onze vrijwilligers hadden we dit nooit voor elkaar gekregen.”

Met het starten, stopzetten en herstarten van de eredivisie kende de weg naar de landstitel van 2021 een nogal turbulent verloop, laat De Vries de voorbije maanden nog eens de revue passeren. “Het moment waarop de een na de ander besmet raakte met corona zorgde voor uitstel van wedstrijden. Ook moest er opnieuw worden gekeken naar de opzet van de play-off finale. In zulke situaties moet je flexibel zijn. Maar waar een wil is, is een weg. Het was jammer dat we de bekerfinale en de eerste wedstrijd in de play-off finale verloren. Gelukkig kwam in de tweede wedstrijd de kentering. Uiteindelijk kwam het goed. Maar als ik heel eerlijk mag zijn was het gevoel dat ik had toen we twee jaar geleden de beker wonnen veel intenser dan nu. Natuurlijk ben ik heel trots op dat kampioenschap, maar ik vond het een enorm gemis dat ons publiek en onze sponsors er niet bij konden zijn.”

Doordat het elitekorps van coach Redbad Strikwerda het tij in extremis wist te keren, hield niemand een kater over van het exclusief gelanceerde Draisma Dynamo bier. Hoe anders was dat een jaar eerder. Door de plotselinge Covid-19-uitbraak raakte het kampioensschip medio maart 2020 met de titel in zicht geheel onverwachts uit koers. Een hard gelag voor De Vries c.s. Een organisatie kan haar zaakjes nog zo goed op orde hebben en elk seizoen kampioenswaardige selecties samenstellen, tegen onvoorziene omstandigheden valt geen beleid te maken.

Gedane zaken nemen geen keer, constateert de voorzitter. Hij blijft er nuchter onder. “De corona-uitbraak zorgde voor een situatie waar niemand raad mee wist. Het hele land ging op slot. De competities werden stopgezet. Zodoende zijn we het seizoen 2019-2020 geëindigd als lijstaanvoerder en geen kampioen geworden. Het is niet anders. Het heeft geen enkele zin om daar langer bij stil te blijven staan.”

De Vries wil ook helemaal niet terugkijken. Hij wil het vizier juist op de toekomst richten. Het beëindigen van de periode van sportieve droogte betekent geenszins dat de Stichting Topvolleybal Dynamo op haar lauweren gaat rusten. Terugkomen aan de nationale top is één, er te blijven en de toonaangevende positie in eigen land verder uit te bouwen ziet de voorzitter van het stichtingsbestuur als uitdaging waar hij met zijn medebestuursleden de komende jaren vol overgave hun schouders onder willen zetten. 

“Met het behalen van het kampioenschap hebben we een doel bereikt. Je kan het ook zien als de start van een volgende fase. We willen de komende vijf jaar verder groeien. Intern moet het professioneler worden. Zowel technisch, algemeen als commercieel kunnen we nog veel stappen maken. Wij hebben ambities genoeg. Het halen van de poulefase van de Champions League gaat niet in één keer lukken. Maar we zetten er wel vol op in. Talentvolle spelers kunnen zich bij ons doorontwikkelen. Wij doen dat bij voorkeur met spelers uit eigen omgeving. Robin Boekhoudt is een mooi voorbeeld. Iemand die bij SSS al eredivisie-ervaring heeft opgedaan, maar afkomstig is uit Dynamo’s eigen opleiding.”

De voorzitter van de Stichting Topvolleybal Dynamo beseft dat er een prijskaartje hangt aan het verder optuigen en professionaliseren van de organisatie. Het realiseren van de nagestreefde doelen vergt zodoende ook in commercieel opzicht topprestaties. Om Nederland te ontgroeien zal de huidige begroting de komende jaren meer dan verdubbeld moeten worden. De Vries is in dat kader bezien blij dat hoofdsponsor Draisma de landskampioen trouw blijft. Daarnaast rekent hij er op dat het lokale en regionale bedrijfsleven een extra duit in het zakje doet.

“Samen met onze hoofdsponsor gaan wij verder bouwen aan de toekomst. Daarnaast bestaat de ambitie om met de businessclub verder te groeien. In de eerste instantie van de huidige 110 leden naar 150 leden, en op termijn misschien wel naar de 200. Daarnaast mikken we op een groep grotere sponsoren. Een groep die meer betaalt dan de reguliere leden en in ruil daarvoor ook een ander programma krijgt”, licht De Vries alvast voorzichtig een tipje van de sluier op. “We moeten op termijn toe naar hoe het in het betaalde voetbal is. Met speciale businessruimtes en aparte events voor grotere sponsors. Hoe we dat in Omnisport exact gaan invullen, moeten we nog uitzoeken. Maar die kant moeten we wel op.”

Blij met eredivisiestatus Dames 1-team

Met de rentree van de dames in de eredivisie, heeft Draisma Dynamo komend seizoen twee ijzers in het vuur op het hoogste niveau. Peter de Vries bestrijdt dat de Stichting Topvolleybal Dynamo onwelwillend zou staan ten opzichte van twee topteams in ’s lands hoogste speelklasse.

In tegendeel zelfs. “Het is superleuk en goed dat de dames ook eredivisie gaan spelen. De focus van de Stichting Topvolleybal Dynamo blijft echter wel nadrukkelijk op de heren liggen. Dat weten de dames. De dames zullen zich daar ook best eens aan ergeren. En dat mag ook. Dat is alleen maar goed. Ernst Lettink, Jorg Radstake en Michael Beugelsdijk hebben een plan gemaakt. Waarin dat resulteert, gaan we zien. Zoiets heeft een paar jaar de tijd nodig. Vooral organisatorisch ziet het er ijzersterk uit. En nog veel dan meer dan bij de heren is het bedoeling om het te gaan doen met speelsters uit eigen opleiding. Zoiets maakt het nóg mooier.”

Een drijfveer voor Peter de Vries en de Stichting Topvolleybal Dynamo is om zowel bij de heren als de dames eruit te halen wat erin zit. The sky is the limit. “Uit mijn jeugd kan ik mij een plaat van Bachman Turner Overdrive herinneren. You ain’t seen noting yet, heette die. Tsja, wat niet kan, is nog nooit gebeurd. Stel je voor, op één avond Champions League-volleybal spelen met zowel de dames als de heren. Dát zou pas echt mooi zijn…”

Magazine Businessclub Dynamo najaar 2021

Deventrade laat Dynamo-teams in Stanno-outfits nóg beter voor de dag komen; Teamsportspecialist kleedt 1200 Nederlandse clubs aan

Dankzij Deventrade lopen de bemanningen van Draisma Dynamo’s vlaggenschapen er al sinds 2005 strak en modieus gekleed bij. De switch van Hummel naar ‘huismerk’ Stanno, die zowel de vrouwen als de mannen in de nieuwe volleybaljaargang maken, kan volgens de kledingleverancier niet anders dan een voltreffer worden. Olaf Pothoven verzekert dat hun nieuwe outfits de Dynamo-toppers als gegoten zullen zitten. “Stanno is technisch hoogwaardige kleding. ”

Pothovens vader John stond in 1985 aan de wieg van de internationale groothandel en distributeur in sportartikelen uit Deventer. “Hummel had Feyenoord onder contract genomen zonder dat het een importeur in Nederland had. Mijn vader ging toen naar Denemarken en kocht voor 250.000 gulden die rechten. Dat was in die dagen best veel geld. Dankzij dat contract met Feyenoord draaiden we meteen elf miljoen omzet. Die 250.000 gulden was zo snel terugverdiend. Hummel was iets totaal nieuws in Nederland. Vanwege zijn verleden bij Puma kende mijn vader de wegen en de dealers. Derbystar zat oorspronkelijk ook bij Puma. Omdat Puma met eigen ballen op de markt wilde komen, namen we Derbystar eveneens over. Met schoenen, kleding en ballen was het cirkeltje rond.”

Schoeisel van Deense makelij kan behoorlijk wringen, ondervond de leiding van het familiebedrijf in de prille begindagen. “We hadden 60.000 paar Hummel-voetbalschoenen verkocht. We kregen 60.000 paar voetbalschoenen terug. Waardeloze schoenen waren dat. Ze scheurden kapot en de zolen raakten los. Vanaf dat moment gingen we ze zelf maken en zijn we ook zelf de inkoop gaan regelen. Dat was eigenlijk het echte begin van Deventrade. In eerste instantie gebeurde alles van huis uit, vanuit dezelfde verbouwde boerderij in Gorssel waar mijn vader eerder ook al zijn partijenhandel deed. Sindsdien is het bedrijf telkens verder gegroeid. Inmiddels hebben we een pandje van meer dan 20.000 vierkante meter. Qua magazijn (14.000 m2; red.) zitten we hier eigenlijk alweer aan ons plafond.”

De regie volledig in eigen handen nemen legde het Pothoven-imperium geen windeieren. “Alles wat we doen, doen we zelf. Onze eigen designafdeling maakt alle ontwerpen. We hebben bijna professoren in dienst. De oorspronkelijke Deense ontwerpen waren nogal uitgesproken van kleur. De gemiddelde Nederlander houdt niet zo van die hele felle kleuren. Daarnaast bedrukken we de kleding en leveren uit eigen voorraad. In Nederland hebben we zo’n 1200 clubs onder contract staan. Deventrade is marktleider op het gebied van voetbal, handbal en hockey. Wij verkopen in 23 landen. Engeland is ons grootste buitenlandse afzetgebied. Daarna komen Duitsland, België, Australië en Oostenrijk.”

De trendsetter in sportkleding gaat ook qua logistiek met de tijd mee. “Momenteel is een verschuiving gaande naar e-commerce. Wat consumenten vandaag bestellen willen ze binnen 24 uur in huis hebben. Daarom zijn we hier zeven dagen per week bezig. Zelfs op zondagen staan we orders klaar te maken. Door corona hebben we een enorme omzetdaling gehad. Gelukkig trekt dat inmiddels weer aan. Voor ons scheelt het enorm dat iedereen weer mag sporten. We hebben 100 mensen in dienst. Voor de periode september tot en met medio november zoeken we nog 40 magazijnmedewerkers, maar, geloof het of niet, het kost veel moeite om ze te vinden. Er zijn eenvoudigweg te weinig mensen”, noemt Pothoven één van de bijwerkingen van de Covid-19-ellende.

Met de merken Hummel, Derbystar, Stanno en het volledig op hockey gerichte Reece Australia bepaalt Deventrade in tal van sporten het spel. “Pa had een vooruitziende blik. Omdat Hummel niet van onszelf is, kwam hij met het idee om zelf iets te beginnen. We hebben daarop Stanno overgenomen, een Italiaans bedrijfje dat gespecialiseerd was in keepershandschoenen. Op die manier is naast de Hummel-collectie een nieuwe collectie ontstaan. De twee merken lopen prima naast elkaar zonder dat er sprake is van kannibalisme. We willen ook helemaal niet stoppen met Hummel, maar met Stanno kunnen we clubs wel een mooi alternatief bieden. Voor ons is Stanno inmiddels groter dan Hummel.”

Naast de nationale handbalselecties en profvoetbalclubs Go Ahead Eagles, RKC Waalwijk, De Graafschap, FC Emmen en TOP Oss rekent Olaf Pothoven Apeldoorns beste volleyballers eveneens tot de paradepaardjes uit de Deventrade-stal. In hun nieuwe Stanno-tenues maken de Draisma Dynamo-teams nóg meer de blits, oordeelt Pothoven. “Dynamo heeft jarenlang Hummel-tenues gedragen. Dan is het niet zo vreemd dat je weleens wat anders wilt. Verandering van spijs doet eten. Beide merken zijn vergelijkbaar, maar niet gelijk. Qua design is Stanno wat hipper en seksier. Over het algemeen zijn de materialen wat mooier. Als landskampioen kan Dynamo zo’n merk in het volleybal een enorme boost geven. De Nederlandse handbaldames gaan op het WK in december ook in Stanno spelen.”

Bijgestaan door specialisten van Hogeschool Saxion ontwikkelt Deventrade haar Stanno teamwear met wetenschappelijke precisie. Tot in de diepste vezels proberen de designers de kleding steeds verder te perfectioneren. “Indoorshirts moeten shirts met een heel dun fiber zijn. Het moet lekker voelen. Stanno is veel verder in technieken, design en recycling. Er worden zelfs shirts gemaakt van gerecyclede petflessen. We kunnen shirts terugnemen om nieuwe shirts van te maken. En zo zijn we steeds volop aan het experimenteren. We zijn onlangs zelfs benaderd door Team.nl om nóg meer technische kleding te maken. In Stanno kunnen we alle technieken kwijt. Doordat het technisch hoogwaardig is, kan het in topsport net dat verschil maken dat nodig is.”

Daarmee is de kous voor Pothoven zeker nog niet af… “We zijn nu ook bezig met het vervaardigen van compressiekousen. Voor sporters zijn die perfect voor zowel in wedstrijden als om te herstellen. De handbaldames gaan die op het WK voor het eerst testen. En ik sluit niet uit dat de volleyballers van Dynamo ze in de toekomst ook gaan dragen.”

Zonen van grondlegger zetten bedrijf voort

Het bedrijfsmotto Let’s play together weerspiegelt zich bij Deventrade al sinds jaar en dag in de bedrijfsleiding. Sinds de oprichting van de Deventer sportartikelengigant zijn de nazaten van grondlegger John Pothoven nadrukkelijk in de top van het bedrijf actief geweest. “Mijn vader had drie zoons. Daar moest hij iets voor verzinnen om ze aan het werk te houden”, lacht Olaf Pothoven, de oudste (55) van Pothovens drie zonen wanneer de sterke familieband ter sprake komt.

Marthijn, vanwege zijn verleden als profvoetballer bij Go Ahead Eagles bij het grote publiek waarschijnlijk de bekendste Pothoven-telg, verliet deze zomer na 25 jaar het familiebedrijf. De dagelijkse leiding is sindsdien in handen van Olaf en Mark-Jan Pothoven.

Olaf: “Ik doe zelf de commercie. Eigenlijk al vanaf het begin. Ik deed de inkoop, mijn vader de verkoop. Mark-Jan, de middelste, is de creatieveling van de familie. Hij bekijkt trends, loopt overal beurzen af en bepaalt feitelijk de collectie. Marthijn deed de p.r. en ook juridische dingen. Hij heeft op latere leeftijd zelfs zijn rechtenstudie nog afgerond.”

Magazine Businessclub Dynamo najaar 2021 / Foto Imre Csany   

Na pechjaar wil Stijn de Ruijter het beste uit zichzelf halen; Gemengde gevoelens bij kampioenschap

Een aaneenschakeling van lichamelijke ongemakken zorgt dat Stijn de Ruijter voor zijn eigen gevoel pas dit seizoen écht gaat beginnen bij Draisma Dynamo. Als de 18-jarige diagonaalspeler volledig hersteld is van de schouderoperatie die hij medio mei onderging, wil hij knallen en het beste uit zichzelf halen. Het zelfverzekerde talent uit Zuidwolde legt de lat daarbij hoog voor zichzelf. Met ’s lands beste volleyballer als richtpunt. “Ik wil beter worden dan Nimir nu is.”

Ondanks zijn jeugdige leeftijd – hij debuteerde al op z’n veertiende in de tweede divisie voor Side-Out uit Slagharen – vergaloppeert De Ruijter zich niet zo gauw. De benjamin uit de selectie van coach Redbad Strikwerda is er goed van doordrongen dat hij pas aan het begin staat van zijn volleyballoopbaan. Dat zijn tijd nog wel komt, daar twijfelt hij niet aan. De nuchtere Drent weet wat hij wil.

Evenals tal van illustere voorgangers hoopt hij dat zijn verblijf bij Draisma Dynamo ook voor hem een opstap betekent naar internationale volleybalroem. De bereidheid om in zichzelf te investeren zit er al van jongs af aan in. Wat hij in de toekomst moet verbeteren aan zijn spel om in de voetsporen te treden van een wereldtopper als Abdelaziz? “Alles”, luidt het even korte als krachtige antwoord. “Nimir is in alles echt veel beter dan ik en bovendien atletischer. Maar zelfs aan dat atletische valt te trainen.”

“Ik heb wel een redelijk grote mond”, zo stelt De Ruijter onomwonden. Grootspraak is hem echter vreemd. Er is hem alles aan gelegen om zijn grote mond waar te maken. In het nieuwe volleybaljaar wil de jeugdinternational de daad bij het woord voegen. “Daar werk ik keihard voor. Ik wil altijd beter zijn dan een ander. Ik kan heel slecht tegen m’n verlies. Ik kan al bloedchagrijnig worden als ik een één tegen één-potje op de training of een spelletje Yahtzee van m’n vriendin verlies.”

Juist omdat De Ruijter altijd en overal goed voor de dag wil komen, steekt het het ambitieuze jonkie behoorlijk dat hij in zijn debuutseizoen nauwelijks kon showen waartoe hij aan het net in staat is. “Het is niet gegaan zoals gehoopt. Er is mij al eerder gevraagd of ik me kampioen voel. Ik weet eerlijk gezegd niet zo goed wat ik daarop moet antwoorden. Ik zou eerder willen zeggen dat ik bij een team heb gezeten dat kampioen is geworden. Mijn eigen bijdrage is minimaal geweest.”

In een jaar waarin Covid-19 ook de spelersgroep van Draisma Dynamo niet ongemoeid liet, zat de pijn bij de jongste van het stel vooral in de gewrichten. Vroeg in de voorbereiding klapte hij – nota bene tijdens een training met Jong Oranje – door een enkel. Goed en wel fit na de gedwongen coronapauze ging het in januari tijdens de eerste de beste training na zijn debuutwedstrijd in Sliedrecht andermaal mis: schouder uit de kom. Het euvel hield hem de resterende duels langs de kant. Met gemengde gevoelens moest hij aansluitend toekijken hoe zijn ploegmakkers de landstitel veroverden.

Van een verloren jaar wil De Ruijter desondanks niet spreken. “Het was frustrerend en leerzaam tegelijk.” Maar wat graag had hij nog langer de praktijklessen willen volgen van Sjoerd Hoogendoorn, een ervaren rot op zijn eigen diagonaalpositie. “Sjoerd kwam elke wedstrijd wel naar me toe en vertelde me dan een feitje. Vanaf de zijlijn heb ik enorm van hem genoten. Ik heb me altijd opgetrokken aan oudere spelers. Zo maak ik mezelf beter.” Om in Apeldoorn te wennen aan de hogere trainingsintensiteit kostte hem nauwelijks moeite. “Het gaat om goed trainen. Redbad doet veel aan spelvormen. Je moet weten waar jezelf mee bezig bent.”

Waar veel getalenteerde leeftijdgenoten op Papendal worden klaargestoomd voor een carrière in het topvolleybal, kiest Stijn de Ruijter doelbewust zijn eigen weg. “Ik heb twee keer nee gezegd tegen het Talentteam. Ik heb er voor mezelf alles aan gedaan, al zullen ze dat bij het Talentteam misschien wel anders zien. De eerste keer wilde ik voor mezelf eerst 5 havo in Hoogeveen afmaken. Daarna kwam Redbad en toen was de keuze heel erg makkelijk. Ik ging niet naar het Talenteam omdat de samenstelling van het team en de manier van trainen niet bij me paste. Spelen bij Draisma Dynamo is voor een speler van mijn leeftijd een ultieme kans.”

Hoewel De Ruijter sinds zijn komst naar Apeldoorn zijn sport op professionele wijze bedrijft, maakt het bestaan als eredivisievolleyballer hem verre van financieel onafhankelijk. Vooralsnog combineert de bewoner van de FSG campus zijn sportieve besognes met een studie commerciële economie. Daarnaast heeft hij er sinds het voorjaar een parttimebaan (acht uur in week) bij als incassomedewerker. In de toekomst als volleyballer zijn brood te verdienen in een buitenlandse topcompetitie kan altijd nog, zo redeneert hij.

“Je moet nooit te vroeg weggaan. Mijn studie duurt nog drie jaar. Ik zit in een topsportklas. In principe heb ik twee ochtenden in de week les. Het afgelopen schooljaar waren door corona alle lessen online. Ik kende m’n klasgenoten niet eens. Met al die blessures vind ik het wel heel belangrijk maatschappelijk iets te hebben. Je ziet wat er kan gebeuren. Uit het niets sloeg ik zomaar mijn arm uit de kom. Dan is het wel fijn om iets achter de hand te hebben.”

Al lang verlost van jeugdpuistjes

De allereerste daad van Stijn de Ruijter als kersvers selectielid van Draisma Dynamo mag gerust opmerkelijk genoemd worden. Nadat Volleybalkrant.nl vorig jaar april het nieuws van zijn overgang van Sudosa-Desto naar Apeldoorn wereldkundig maakte, zocht de nieuweling stante pede contact met de redactie.

De Ruijter was niet zo gecharmeerd van het enigszins gedateerde portretje dat Nederlands toonaangevende volleybalplatform bij het betreffende berichtje plaatste. De op de foto nog aanwezige jeugdpuistjes sierden zijn gelaat op dat moment al lang niet meer…

Het lijdend voorwerp moet lachen wanneer zijn vriendelijke doch dringende verzoek aan Bart van Garderen om de bewuste afbeelding te vervangen ter sprake komt. De Ruijter geeft toe dat enige ijdelheid hem niet vreemd is.

Magazine Businessclub Dynamo najaar 2021 / foto Arjan de Frens

Nieuwe naam, nieuwe huisstijl, nieuwe koers, oud vertrouwd vakmanschap; Draisma Bouw gaat met de tijd mee

Om de 21e eeuw duurzaam, veilig en verantwoord te doorstaan slaat Draisma nieuwe wegen in. Onder de naam Draisma Bouw gaat het aannemingsbedrijf mee met de tijd. In een snel veranderende wereld bouwen de Draisma bouwers zo met vernieuwd elan en ouderwets vakmanschap verder aan een leefbare toekomst. “We willen blijvend vernieuwend zijn”, licht eigenaar Jelle Draisma de nieuwe koers toe.

Reguliere bezoekers konden het al met eigen ogen bewonderen. Draisma’s gedaantewisseling komt niet alleen in de organisatiestructuur tot uitdrukking, maar ook in de verbouwing van het eigen kantoor. De receptie is grondig onder handen genomen. Als een symbolische entree van een nieuw tijdperk. Stijlvol. Met gebruik van veel duurzame materialen. Want vakmanschap verloochent zich nooit. Wijzend naar de ovaalvormige tafel in één van de nieuwe, met veel glas omraamde ontvangst-en vergaderruimtes, zegt Jelle Draisma. “Weet je waar die van gemaakt is? Van hout van deuren van Paleis Het Loo. Dat is hergebruikt voor het vervaardigen van die tafel. Mooi, hè.”

Kort voor de Tweede Wereldoorlog legde de uit het Friese Makkum stammende Wiepke Draisma letterlijk en figuurlijk de eerste steen toen hij een bijdrage mocht gaan leveren aan de bouw van de Koning Willem III-kazerne. Anno 2021 zwaaien Jelle Draisma, zus Annalie en vader Tom met de scepter aan de Paramariboweg in Apeldoorn-Zuid. Sinds bijna twee jaar is het gerenommeerde Apeldoornse bouwbedrijf weer volledig in handen van de familie. Het voelt goed dat de cirkel weer rond is”, stelt de kleinzoon van Wiepke Draisma tevreden.

Onder leiding van algemeen directeur Jeroen van der Kemp en adjunct-directeur Kees van Buuren koppelt Draisma Bouw decennialang opgebouwde vakkennis aan de laatste innovatieve ontwikkelingen. De businessunits nieuwbouw & grootschalige revitalisatie, renovatie & verbouw, restauratie, timmerfabriek, zorg & wonen en service & onderhoud onderstrepen de veelzijdigheid van het bedrijf.

Jelle Draisma: “Het is belangrijk om met de tijd mee te gaan. Vandaar ook de naamsverandering. Het is niet onze insteek om het bedrijf fundamenteel te veranderen. Dat is nergens voor nodig. Maar wel de manier van organiseren. Veel meer willen we ons profileren als bouwers en niet alleen als aannemingsbedrijf. Dat betekent dat we steeds vaker afstappen van de traditionele aanbestedingen en in bouwteams samenwerken met onze opdrachtgevers.”

Hij vervolgt: Wanneer je kijkt naar de toekomst dan zie je dat verduurzamen van het bestaande  vastgoed enorm belangrijk is. Ook digitale ontwikkelingen gaan heel erg snel. Als bouwbedrijf zijn dat belangrijke speerpunten waarop we ons richten.  Daarbij willen we ons meer specialiseren. Dat zie je terug in onze businessunits. Al die zes units zijn gespecialiseerd in hun eigen vakgebied.”

Het grondig doorlichten van de organisatie bracht als uitkomst dat gewoon doen misschien wel het meest bijzondere aspect is aan het bouwbedrijf. De bedrijfsleiding hecht veel waarde aan het sturen op de lange termijn. Transparantie, continuïteit en betrouwbaarheid staan van oudsher hoog in het vaandel. “Het mooie aan Draisma is dat we een heel trouw personeelsbestand hebben. We hebben momenteel zo’n 120 mensen in dienst. Veel van die mensen werken hier al heel lang. Ook met opdrachtgevers, onderaannemers en leveranciers aan wie wij in de crisis trouw zijn gebleven, bestaat al een heel lange en hechte relatie”, verklaart Draisma waarom Draisma de naam familiebedrijf alle eer aandoet.

Dat ook het bedrijfslogo in een moderner jasje is gestoken, doet niets af aan de herkenbaarheid en stabiliteit. Het oude, in 1995 ontworpen ‘smoelwerk’, heeft plaats gemaakt voor een frissere, strakkere en eigentijdsere versie. Al blijft Draisma Bouw de kleur blauw wel trouw. “Het Draisma-blauw werkt vertrouwd. Bij ons oude logo blijf ik een warm gevoel houden. Omdat we meer en meer naar een digitale wereld gaan, past het nieuwe logo daar beter in. Vanwege de vierkante vorm komt het beter tot z’n recht op internet en andersoortige digitale uitingen. Je ziet er ook lijnen op staan. Die lijnen verbeelden de horizon. Dat heeft te maken met onze visie op de toekomst”, geeft de eigenaar een korte uitleg over de betekenis van kleuren en strepen.

De nieuwe look van Draisma Bouw zal ter plaatse niet ongemerkt voorbijgaan, gaat Jelle Draisma verder. “We gaan er wel wat ruchtbaarheid aan geven. Niemand hoeft te denken dat er plotseling een tweede bedrijf met de naam Draisma actief is. Onze relaties hebben we er al over aangeschreven. Er komt een campagne in Apeldoorn. We komen met foto’s in bushaltes. We komen uitgebreid in de Stentor. En aan onze eigen bussen zal het uiteraard te zien zijn. We hebben 45 bussen. Maar aangezien er per week maar twee of drie bestikkerd kunnen worden, neemt het wat tijd in beslag voordat die allemaal met ons nieuwe logo erop rondrijden.”

Door tijdig in te springen op veranderende ontwikkelingen ziet Jelle Draisma de toekomst van het familiebedrijf positief en vol vertrouwen tegemoet. “Onze orderportefeuille is goed gevuld. Als ik over de Loolaan langs de Grote Kerk fiets, één van de grootste blikvangers van Apeldoorn, ben ik er trots op dat wij als Draisma de uitbreiding mogen realiseren. Hetzelfde geldt voor de diverse restauratiewerkzaamheden op Paleis Het Loo waaraan wij een bijdrage leveren. Een droom van iedere aannemer”, zo besluit hij zijn betoog.

Magazine Businessclub Dynamo najaar 2021

Robin Boekhoudt maakt voor het eerst vlieguren in de Europa Cup

Al voor de start van het nieuwe seizoen zit de eerste prijs in the pocket. Er zijn slechtere manieren denkbaar om aan een nieuw sportief avontuur te beginnen. Voor Robin Boekhoudt betekende Draisma Dynamo’s overwinning in de Supercupwedstrijd tegen Lycurgus meer dan zijn officiële debuut in de hoofdmacht. Bij zijn terugkeer op het oude nest gaf de geboren en getogen Apeldoorner meteen zijn visitekaartje af.

Al te veel conclusies moeten er niet verbonden worden aan de afgetekende zege bij de seizoensouverture tegen de bekerwinnaar uit Groningen. In dit prille stadium van het seizoen valt nog weinig te zeggen of de Apeldoornse landskampioen al dan niet de vooraf gestelde doelstellingen kan waarmaken en de titel gaat prolongeren. Behalve dan misschien dat het begin hoopvol was. In de goed gevulde Draisma Dynamo Arena ging het in dat opzicht misschien zelfs wel boven verwachting. Ook debutant Boekhoudt toonde zich enigszins verrast over de overtuigende manier waarmee het team en hijzelf zich presenteerden aan het eigen publiek.

“Ik heb genoten. Vooraf had ik verwacht dat ik misschien last van druk zou hebben bij het spelen van een wedstrijd met zoveel publiek. Op zich viel dat best mee. Toen ik voor de eerste keer met SSS tégen Draisma Dynamo speelde, was ik veel zenuwachtiger. Ik heb de hele wedstrijd meegedaan. Daar had ik geen rekening mee gehouden. Het ging best wel goed. Het was voor mij ook de eerste keer dat ik zelf van Lycurgus heb gewonnen. Met 3-0 winnen voor de Supercup is natuurlijk wel lekker”, laat de 20-jarige middenaanvaller weten dat zijn eerste optreden in het nieuwe roodgele Stanno-shirt naar meer smaakte.

Boekhoudt volleybalt sinds de zomer weer in vertrouwde omgeving. De 2,05 meter lange student Sport & Bewegen doorliep de jeugdopleiding van SV Dynamo. Als B-junior die al bij de A-junioren speelde vertrok hij in 2017 naar SSS. Na vier seizoenen bij de Barneveldse eredivisionist kon hij de lokroep van Redbad Strikwerda echter niet weerstaan en koos hij doelbewust voor een terugkeer naar Apeldoorn. De talentvolle midspeler meent dat de tussenstap die hij maakte goed was voor zijn eigen ontwikkeling als volleyballer. De bij SSS opgedane eredivisie-ervaring vormt een waardevolle basis waarop hij dit seizoen bij Draisma Dynamo verder kan bouwen.

In zijn afsluitende jaar in Barneveldse dienst brak Boekhoudt definitief door. Naast dat het voor hem persoonlijk sportief crescendo ging, kende het seizoen een bewogen verloop. Corona trok een spoor door het seizoen. Een nog veel grotere klap kregen de SSS-selectie en de hele club te verwerken door het plotselinge overlijden van Olaf Ratterman. De trainer overleed in januari op slechts 45-jarige leeftijd.

“Dat was heel heftig natuurlijk. We zijn als team dezelfde avond nog bij elkaar gekomen. Iedereen mocht zelf bepalen wanneer hij weer wilde beginnen. Maar op de eerste training stond iedereen er. We hadden al een hecht team. Dat werd hierdoor eigenlijk nog hechter. De competitie begon toen net weer. Alleen de allereerste wedstrijd hebben we niet gespeeld. Maar het was wel heel raar. Ook al omdat Olafs naam nog steeds op het wedstrijdformulier stond”, spreekt de oud-SSS’er over de enorme impact van de tragische gebeurtenis op het afgelopen seizoen.

Met twee maanden training achter de rug zijn Boekhoudts eerste indrukken van zijn nieuwe oude volleybalomgeving ronduit positief. “Je merkt aan alles dat het een wat ander niveau is. Bij Draisma Dynamo wordt meer van de spelers gevraagd dan bij SSS. Ik heb het idee dat ik het vrij snel heb opgepakt. Het voelde al gauw als normaal. Van Redbad Strikwerda heb ik in korte tijd al veel geleerd. Het is vooral heel veel herhalen, hè. We hebben er een goede voorbereiding opzitten. We hebben een aantal potjes in het buitenland gespeeld. Daarin word je veel uitgedaagd. Alle jongens willen graag. Als je veel energie geeft, zie je dat ook terug in het veld. Dat zag je bij de Supercup al. In de competitie moeten we zeker bij de Top-4 zitten. Daar gaan we voor.”

Boekhoudt kijkt vol verwachting uit naar zijn Europacup debuut. Hij verheugt zich op de dubbele ontmoeting met Ford Levoranta Sastamala. Op de vraag hoe sterk hij de Finse tegenstander inschat, moet hij nochtans het antwoord schuldig blijven. “Ik heb geen flauw idee. We hebben nog geen beelden van ze gezien. Het wordt sowieso genieten. Eerst de thuiswedstrijd en dan gaan we naar Finland. Het wordt voor mij voor het eerst dat ik tegen een Finse club speel. Ik ben ook nog nooit in Finland geweest. Ik heb zelfs nog nooit gevlogen”, verklapt hij een geheimpje.

Om zijn volleybalskills verder te ontwikkelen is Boekhoudt er goed van doordrongen dat hij de komende jaren nog heel wat vlieguren zal moeten maken. Hij laat zich er het hoofd niet door op hol brengen. Zweven zit niet in zijn natuur opgesloten. De nuchtere Apeldoorner zal altijd stevig met beide benen op de grond blijven staan.

draismadynamo.nl woensdag 6 oktober 2021 / foto Draisma Dynamo/Imre Csany

Dynamo met wisselend succes tegen Finse tegenstanders in Europa

De confrontatie met Ford Levoranta Sastamala in de eerste kwalificatieronde voor de Champions League betekent voor Draisma Dynamo geen primeur. In Europees verband stuitte Dynamo zowel in de Piet Zoomers-periode als het huidige Draisma-tijdperk al vaker op tegenstanders uit Finland. Dit gebeurde met wisselend succes.

Van walk-overs was zeker geen sprake. Zo versperde Telecom Finland Kuopio de Piet Zoomers-equipe in het seizoen 1994-1995 de doortocht naar de tweede ronde van de Europa Cup voor landskampioen. Na de 3-1 zege in Apeldoorn wonnen de Finnen een week later ook de return. In eigen huis zegevierden ze met 3-2.

In de poulefase van de Champions League in het seizoen 1999-2000 mocht Piet Zoomers/D op bezoek bij Keski-Savon Pateri Varkaus. In het ruim 320 kilometer van de hoofdstad Helsinki gelegen Varkaus boekten de Apeldoorners een afgetekende 3-0 zege. In de poule, waarin alle ploegen elkaar één keer ontmoetten, zaten verder de Italiaanse grootmacht Sisley Treviso, VfB Friedrichshafen (Dui), Olympiacos Piraeus (Gri), Stade Poitevin Poitiers (Fra), Numancia Soria (Spa) en het Zwitserse Concordia MTV Näfels. Dynamo eindigde als vierde, de Finnen zevende en voorlaatste.

Voor een vierkamp om kwalificatie voor de CEV Cup maakte in de volleybaljaargang 2004-2005 het oudste team uit de Finse volleyballiga zijn opwachting in Apeldoorn: Isku-Volley Tampere. Het kostte het team van de destijds 19-jarige Jeroen Rauwerdink en assistent-coach Redbad Strikwerda vijf sets om de stugge opponent uit Tampere te temperen. Het Spaanse Son Amar Palma Mallorca sloot de vierkamp, waaraan verder het Portugese Esmoriz meedeed, als winnaar af en stroomde door naar de achtste finales.

Een jaar later – opnieuw om plaatsing voor de CEV Cup – stonden de inmiddels 20-jarige Rauwerdink en zijn ploeggenoten hernieuwd oog in oog met volleyballers uit het land van de duizend meren, ditmaal Sampo Pielavesi. De Nederlandse vertegenwoordiger behield medio november 2005 bij een vierkamp in Polen relatief eenvoudig met 3-0 de overhand. Piet Zoomers/D versloeg in Jastrzębie-Zdrój ook het Roemeense Dinamo Bucuresti (3-2). Het zag de weg naar de volgende ronde evenwel geblokkeerd door thuisclub Jastrzębski Węgiel, die datzelfde vijftien jaar later met CL-kwalificatie als inzet nog eens zou herhalen.

Draisma Dynamo’s vooralsnog laatste krachtmeting met Finnen dateert van bijna elf jaar geleden. Het betekende een weerzien met Isku Tampere. In het seizoen 2010-2011 deden beide ploegen weinig voor elkaar onder in de tweede ronde van de door GM Capital gesponsorde Challenge Cup. Isku won in Finland met 3-1, de return in Apeldoorn eindigde in dezelfde cijfers in het voordeel van Draisma Dynamo. Er moest in Omnisport een golden set aan te pas komen om uit te wijzen wie verder zou bekeren. Met 10-15 trokken de Noord-Europeanen in die tiebreak aan het langste eind.

draismadynamo.nl maandag 4 oktober 2021 / foto CEV