Maandelijkse archieven: augustus 2017

Voordelig per trein vanuit Wenen naar Bratislava

Vandaag 1 jaar geleden

Cityhoppers hoeven voor een leuke stedentrip niet noodzakelijkerwijs naar Londen, Parijs of Barcelona. Ik kan Wenen en Bratislava ook aanbevelen. Levendige openluchtmusea aan die schöne blaue Donau. Bovendien zeer betaalbaar voor de prijsbewuste Nederlandse toerist…

De Oostenrijkse en Slowaakse hoofdstad liggen nog geen 70 kilometer van elkaar verwijderd. De Oostenrijkse Spoorwegen zetten treinreizigers op het juiste spoor. Nur eine Stunde Bahnfahrt ab Wien. Zo prijst de ÖBB in 2016 haar voordelige Bratislava-tickets aan. Een jaar geleden bedraagt de prijs van een retourtje slechts 16 euries. Vier dagen geldig en voor dat bedrag mag je dan tijdens de aankomstdag op Slowaakse bodem bovendien gratis gebruik maken van het openbaar vervoer in Bratislava. Trammodellen die in Arnhem in het Openluchtmuseum rondrijden, vervoeren in soortgelijke tramstellen nog dagelijks passagiers door de stad. Prachtige historische binnensteden met tijdloos mooie gebouwen. Met nostalgie op elke straathoek. Een paradijs voor schnitzelliefhebbers!

Misschien geen bestemmingen waar iemand uit zichzelf snel naartoe gaat, maar waar je absoluut eens geweest moet zijn.

Verbod op het maken van foto’s van de Fankurve

Achter de bal aan (38): Zwickau, Westsachsen

4 augustus 2017

Ruim vier jaar geleden heb ik eens overnacht in Zwickau tijdens een voetbaltrip in het oosten van de Bondsrepubliek. Bij die gelegenheid ben ik wezen kijken op de Baustelle Westsachsenstadion. Slopers hebben het stadion van FSV Zwickau in die aprildagen van 2013 al vakkundig met de grond gelijk gemaakt. Bedoeling is dat op dezelfde plek een nieuw en eigentijds onderkomen moet verrijzen voor de lokale voetbaltrots. Het gemeentebestuur beslist anders. Het oude Westsachsenstadion ondergaat weliswaar een renovatie, in de buitenwijk Eckersbach wordt bovendien een compleet nieuw home voor de Fussball-Sportverein uit de grond gestampt.

Drie weken voorafgaand aan de Ost-derby FSV tegen Rot Weiss Erfurt heb ik me al online verzekerd van een ticket. Geloof het of niet, maar ik verkeer op dat moment nog echt in de veronderstelling dat Stadion Zwickau de nieuwe naam betreft van het oude Westsachsenstadion. Tsja, iedereen vergist zich weleens. Zelfs ik, zo blijkt. Gelukkig ga ik met de tijd mee en beschik ik sinds kort over navigatie. Heel handig. Fantastische uitvinding. Ze dirigeert mijn Focus zonder omwegen naar het juiste stadion. Na een enerverende puzzelrit over de Bundesstrassen 95 en 93 rijd ik ruim tweeënhalf voor de aftrap Eckersbach binnen. Een aanzienlijke politiemacht staat al op strategische punten opgesteld als ontvangstcomité.

Hoewel het Stadion Zwickau in september 2016 in gebruik is genomen, mankeert aan de infrastructuur nog wel het nodige. Aan- en afvoerwegen zijn alles behalve klaar. De enige fatsoenlijke weg vanuit het centrum van Zwickau naar het stadion, is door werkzaamheden slechts gedeeltelijk begaanbaar. De tramrails liggen er, er rijden alleen nergens trams. Het stadion an sich kan er best mee door. Een beetje kaal misschien. Zal wel zo horen in het kader van de functionaliteit. Vier afzonderlijke tribunes. De hoeken opengelaten. En niet zo’n klein beetje open, maar echt open. Alles is dan wel overdekt, veel beschutting biedt het niet, In de wintermaanden lijkt het me geen pretje op deze tribunes plaats te moeten nemen. Wind en neerslag hebben vrij spel. Zoals op deze dag de zon dat heeft.

Het decor maakt veel goed. De buurt ademt DDR-sfeer. Flats tot zover het oog rijkt. Blokkendozen volgens aloud Oostblokmodel. Monotonie van het meer bouwvallige soort. Grijs. Grauw. Zelfs het stralende zomerweer laat er geen vrolijker lichtje over schijnen.

Ondanks deze nogal troosteloze omgeving wacht me in elk geval een allervriendelijkst onthaal… Terwijl ik datgene doe wat ik overal doe – foto’s maken –, komt een gozer mij ongevraagd gezelschap houden. Een boom van een vent. Midden dertig, zo schat ik. Gehuld in een rood FSV-shirt. Wat ik aan het doen ben? Waar ik vandaan kom? Hij behoort kennelijk tot de huishoudelijke dienst. Evenals een dag eerder bij Lok Leipzig krijg ik ‘instructies’ over de ter plekke door de FSV-ultra’s opgestelde richtlijnen. Hij geeft me te verstaan dat hij foto’s van de Kurve nergens op het internet wenst terug te zien. Of ik dat goed in de oren wil knopen. Wel wenst hij me veel plezier. Dat dan weer wel. Netjes.

Welke sancties er staan op niet naleven van reglementen vertelt hij niet. Ik neem de mededeling (of dreigementen?) ter kennisname aan en wacht eventuele reacties en represailles vol spanning af. Nadat om zeven uur de aftrap heeft plaatsgevonden, leg ik de bewegingen van de zogenaamde Red Kaos uiteraard gewoon vast met mijn Samsungetje. Ik laat me toch zeker niet door de eerste de beste de boerenpummel de wet voorschrijven. Kom nou toch.

Op de tribune gaat het gezanik vrolijk verder. Naast me in Block C1 zit een meneer met aanmerkingen op mijn gefotografeer. Of ik die mensen ken die ik vastleg? Om vervolgens een heel betoog over me uit te storten over privacyregels, portretrechten en weet ik wat al niet meer. Als ik hem aan zijn verstand probeer te brengen dat ik enkel wat sfeerplaatjes schiet, dringt dat niet helemaal tot hem door. Rare jongens, die Zwickauers.

De wedstrijd is het aanzien nauwelijks waard. Het verbaast me weinig dat zowel FSV als de bezoekers uit Thüringen na drie speeldagen in Liga 3 zonder overwinning blijft. Wát een blind gedraaf! Gelukkig zijn de supporters van beide clubs beter op dreef. Voetbal is eine Herzensangelegenheit, las ik ergens op de FSV-website. Nou, ze laten hun hart wel spreken. De ambiance is heerlijk. Foto’s maken mag dan niet van de knapen van de Red Kaos, ik hoop dat ik wel mag schrijven dat ze hun team voorbeeldig ondersteunen.  En zonder iemand tekort te willen doen, hetzelfde geldt voor de collega’s uit Erfurt in het uitpuilende uitvak tegenover de FSV-Kurve. Ere wie ere toekomt.

Op de eerste rang bij defilé met Fidel Castro

Vandaag 22 jaar geleden

Gedurende de 27 keer dat ik Cuba bezoek ben ik veelvuldig getuige geweest van protesten tegen het ‘Yankee imperialisme’ en het Amerikaanse handelsembargo. Tweeëntwintig jaar geleden zit ik er letterlijk met de neus bovenop. Terwijl de sluipschutters op daken van aangrenzende gebouwen alles en iedereen scherp in het vizier houden, paradeert Fidel Castro met zijn gevolg onder het balkon van mijn hotelkamer door.

Ter gelegenheid van de mars van de solidariteit tegen de Amerikaanse blokkade stroomt de Malecón vol op de bewuste zaterdagmiddag. Het heeft er verdacht veel van weg dat iedereen die in het bezit is van een uniform richting Havana’s kustboulevard is gedirigeerd. Naast het gebruikelijke politieblauw ook veel legergroen. Zelfs het publiek lijkt op bestelling te zijn gekomen getuige de legerkistjes die opvallend veel jonge heren onder hun burgerkloffie dragen.

Ik zit eerste rang. Vanaf m’n balkonnetje op de zevende verdieping van hotel Deauville kan ik de stoet die van de ene naar de andere kant van de boulevard trekt al van verre zien aankomen. Een heel maffe gewaarwording. De staatstelevisie zendt het hele spektakel rechtstreeks uit, tegelijkertijd zie ik vanaf zeven hoog een gigantische mensenmassa naderen, op weg naar La Punta. Met Fidel Castro voorop. Omgeven door tientallen bodyguards marcheert El Jefe en Comandante onder mijn balkon door. Ik zie hem live én op tv voorbijkomen.

Wat volgt, is op z’n zachtst gezegd indrukwekkend. Duizenden, misschien wel tienduizenden mensen. Zingend. Leuzen scanderend. De hele Malecón, toch al gauw zo’n acht kilometer lang, barstensvol mensen. Van het begin tot aan het einde. Bijna twee uur blijft het zaakje in beweging. De vele spandoeken en spreekkoren laten weinig te raden over: Viva Fidel! Cuba Si, Yankees No!

Om zo’n happening in goede banen te leiden, moet een logistieke operatie van jewelste zijn. Maar ja, veel oefening baart kunst, zo blijkt wel.

5 augustus 1995 Ciudad Habana

In Probstheida wint de traditie het van energiedrankjes

Achter de bal aan (37): Leipzig

3 augustus 2017

Gewend aan de dominantie uit München zullen weinig voetballiefhebbers zich bewust zijn dat de bakermat van het Duitse voetbal eigenlijk in het oosten ligt. De eerste landskampioen komt niet uit Beieren of het Ruhrgebied, maar uit Sachsen. Het is alweer een tijdje geleden, maar in 1903 heet de Deutsche Meister toch echt VfB Leipzig. Anno 2017 vechten opvolger ‘Lok’ en Chemie met hun traditie ter plaatse tegen de onstuitbare opmars van het bedrijfselftal van een wereldleider op het gebied van energydrinks. Een ongelijke strijd.

Eerst een ritje vanuit Chemnitz om er te komen. Van C naar L, afgaande op de kentekens van beide steden. CL. De initialen van de Champions League. Rasenball Sport, de komeet van het afgelopen Bundesligajaar debuteert eerdaags in het protserige prijzenfestival. Die Roten Bullen staan in de startblokken om Europa´s eliteclubs op de horens te nemen. Zo lopen toekomst, heden en verleden in Leipzig overal dwars door elkaar. Ik waag me namelijk niet aan de Red Bull, maar maak een sentimental journey naar Probstheida. Naar het Bruno-Plache-Stadion. Naar de 1.FC Lokomotive, Lok in de volksmond. In 1987 verliezend finalist in de eindstrijd van de Europa Cup 2 tegen Ajax. De nazaten van de eerste kampioen van Duitsland. Tegenwoordig vooral strijdend om de heerschappij ter plaatse en de gunst van het volk.

À propos het volk. Wir sind das Volk. Uitgerekend hier beleeft het DDR-regime in 1989 het begin van het einde. In 1989 lopen de Leipzigers voorop om het verlangen naar democratie en vrijheid in hun deel van Duitsland kracht bij te zetten. De protesten monden uit in de val van de SED en de Muur. Niet ver van de Nikolaikirche, een epicentrum uit die woelige tijd, houdt das Runde Eck de herinneringen levend. Opdat niemand vergeet wat het Oost-Duitse volk 54 jaar lang heeft moeten doormaken is in het voormalige Leipziger Stasi-hoofdkwartier een indringende tentoonstelling ingericht over wat de mensen onder socialistisch bewind hebben moeten doorstaan.

Een vijftal uren later ervaar ik hoe de praktijken van de Staatssicherheit zelfs 28 jaar na dato nog niet geheel uit het dagelijks leven zijn verdwenen. Als ik im Bruno, het openluchtmuseum dat al sinds 1922 dienst doet als thuishaven van eerst VfB en later Lok, wat plaatjes schiet, komt er een knaapje in een wit T-shirt op me af. Hij en zijn Ultra-vrienden stellen niet op prijs dat ik foto’s maak waar zij mogelijk opstaan. Of ik dat maar eventjes goed in de oren wil knopen, krijg ik op vriendelijke maar tegelijkertijd dreigende toon ingefluisterd.

Duidelijk is meteen dat in Probstheide een ander slag publiek komt dan bij de thuiswedstrijden van de lokale energiedrankgigant in het voormalige Zentralstadion. 3600 komen deze donderdagavond af op de topper in de Regionalliga Nordost, voor zover na een speeldag al sprake van een topper kan zijn, tegen de Sportfreunde uit Babelsberg. Het rauwe van de straat. Fussball Pur zoals ze zelf aangeven. Puur voetbal. Voetbal zoals voetbal hoort te zijn. Niet verpest door snelle marketingjongens of compleet van de pot gerukte oliesjeiks die achteloos 222 miljoen euro aftikken voor een Braziliaanse pingelkont.

Im Bruno tref ik nog het ‘echte’ volk. Door belangeloze inspanningen van vrijwilligers kan de club juist vanavond weer publiek toelaten op de enigszins in verval geraakte onoverdekte staantribune op de Gegenrade. De Ultras, een aanzienlijk groep, hebben zich hun eigen comfortzone geschapen achter de goal. Maar ongeacht waar ze staan of zitten, ieder geniet van het eendrachtige samenzijn. Om met een ‘emmer’ schuimend gerstenat of zo’n heerlijke vette braadworst tussen de knuisten geklemd hun Lok an zu peitschen. Zelfs al doet het voetbal pijn aan de ogen, zoals vanavond het geval is. Zij staan als een man achter hun club. Want zij sind das Volk

Aansluitend op de bloedeloze 0-0 volgt op het Centraal Station een ontnuchterende ontmoeting met de crème de la crème van de Leipziger samenleving. Bij de ingang hebben zich de kleinkinderen van Christiane F verzameld. Punks en junks. Op de tramperrons hangen allerlei vage types van Arabische en Afrikaanse afkomst rond. Zonder uitzondering jonge kerels. Ze schreeuwen of tegen elkaar. Of ze gaan tekeer tegen hun Iphone. Niet zo vreemd dat veel Duitsers zich niet meer veilig voelen op straat en een alternatief zoeken voor hun land.

Arsenal gast bij feestelijke opening DSB-stadion

Vandaag 11 jaar geleden

Het is al sinds de 80-jarige Oorlog gemeengoed dat in Alkmaar de victorie begint. Al in 1573 timmert men in de Kop van Noord-Holland nadrukkelijk aan de weg. Met de ingebruikname van het DSB-stadion wordt 433 jaar na dato andermaal een stukje huisvlijt gepresenteerd waarop iedereen ter plaatse trots mag zijn.

De Alkmaarderhout biedt de beste voetballers van Alkmaar en de Zaanstreek liefst 58 jaar lang onderdak. Van nostalgie en charme kan een professionele voetbalorganisatie zich evenwel niet bedruipen. Vandaar de noodzaak van een nieuw stadion voor AZ.

In augustus 2006 is het zover en beleeft Alkmaar een nieuw moment van victorie. De bouwers hebben geen half werk geleverd. Met het pronkstukje dat aan de zuidkant van de stad langs de ringweg is verrezen, behoort de ambitieuze club van voorzitter Dirk Scheringa – qua stadion – meteen al tot de top van Nederland.

Met Arsenal is één van Europa’s toonaangevende clubs van dat moment uitgenodigd om de feestelijke opening van het DSB-stadion luister bij te zetten. The Gunners hebben enkele weken eerder in Londen zelf hun fonkelnieuwe Emirates Stadium geopend.

Met Willy, Huub en Tom zit ik in Alkmaar op de tribune. Een groter contrast met de Hout is nauwelijks denkbaar. Alles is tiptop voor elkaar. Eigenlijk verloopt alleen het parkeren op de premièreavond niet helemaal vlekkeloos…

4 augustus 2006 Alkmaar

Kapitaal staat niet op het voetbalveld in Karl-Marx-Stadt

Achter de bal aan (36): Chemnitz

2 augustus 2017

De eerste keer dat ik de Chemnitzer FC in actie zie, heet de club nog FC Karl-Marx-Stadt. Bijna drie decennia nadien bepaalt Karl Marx nog altijd het straatbeeld in Chemnitz. Het gebeeldhouwde, meer dan zeven meter hoge hoofd, van de bebaarde denker op de Brückenstraße is na de Wende in 1990 niet ten prooi gevallen aan koppensnellers. Kareltje heeft het koppie er bij gehouden, het kereltje is ´gewoon´ op z´n voetstuk blijven staan. Alsof het arbeiders- en boerenparadijs van Erich Honnecker nooit is opgehouden te bestaan.

Aangezien ik er toch ben, laat ik hem uiteraard niet links liggen. Ik ga Chemnitz’ voormalige naamgever eens recht in de ogen kijken. Aldus geschiedt. Al ziet het nou niet bepaald zwart van de toeristen als ik mij tegen half vijf in de middag door bus 22 in de city van Chemnitz laat afzetten. Sterker nog, ik ben de enige die de moeite neemt om te kijken hoe het communistisch-socialistische stijlicoon er bijstaat. Je moet er van houden. Maar cultuurbarbaar als ik ben, kan ik dit soort bombastische kunst en kitsch wel waarderen. Met hun hamers en sikkels hebben die ouwe socialistische kunstenmakers zich door de jaren heen flink uitgeleefd. Hoe groter en krijgshaftiger hoe mooier. Zelfs al ben ik deze broeierige zomermiddag de enige die er in de Saksische stad oog voor lijkt te hebben.

Bij de Roter Turm, een andere plaatselijke blikvanger, heerst meer bedrijvigheid. Politieagenten in gevechtstenue houden identiteitscontroles. Nee, het betreft geen supporters van VfR Aalen, dat ruim twee uur later in de Community4you Arena aantreedt tegen de Chemnitzer FC. Dit gaat om gasten van Bundeskanzlerin Angela Merkel. Met tientallen tegelijk hangen ze rond bij de fontein van de Stadthalle. Er hangt niet echt een fijn sfeertje. Vaders zullen hun dochters niet graag in een dergelijke omgeving laten rondlopen. Maar dat mag ik uiteraard niet zo schrijven. Iedereen moet begrip opbrengen. Die arme knapen hebben het immers al zo moeilijk. Het is maar goed dat we in Europa over politici beschikken die de maatschappelijke inbreng van deze keurige jongeheren wél naar waarde weten te schatten.

Maar goed, ik bevind mij niet in Karl-Marx-Stadt om commentaar te geven op hoe het gemeentebestuur het hoofd biedt aan rondhangend straattuig. Ik kom om me te ontspannen. Om me er persoonlijk van te vergewissen dat Marx’ kapitaal in Chemnitz niet op een voetbalveld staat. Tien dagen voor het Jahrhundertspiel voor de Duitse beker tegen Bayern München dient eerst de Aalense Verein für Rasenspiele als hinderlijk tussendoortje aan de Gellertstrasse. Maar eerlijk is eerlijk, ik beleef een heerlijk avondje in het fraai opgeknapte onderkomen van ´FCK´, zoals de fervente supporters uit Chemnitz hun favoriete club nog altijd liefdevol noemen. Zij zorgen voor topsupport. Zelfs als na achttien minuten de bezoekers van de Ostalp al met 3-0 voorstaan blijft de meute uit volle borst zingen en als een machtig blok achter z’n Himmelsblauen staan. Zoals het overtuigde Marxisten betaamt, vallen deze diehards niet zo gauw van hun geloof.

Liefst 11.015 toeschouwers komen er op het op papier niet bijster aansprekende Derde Liga-duel af. De koppelverkoop van kaarten voor de aanstaande kraker tegen de Rekordmeister uit Beieren legt der CFC geen windeieren. De smiechten hebben het handig aangepakt. In oude DDR-tijden zou men Bayern hebben betiteld als klassenvijand bij uitstek. Het voorbeeld van decadentie en alles dat strijdig is met de idealen van de arbeiders en boeren. Zevenentwintig jaar na de Val van de Berlijnse Muur blijkt dat ze hun lesje goed geleerd hebben. Duitsland is inmiddels een in doen en denken. Wie kans wil maken op een ticket wil voor de bekertopper dient zich eveneens te verzekeren van een kaartje voor het competitietreffen met VfR Aalen. Kassa! Tel maar uit je winst. Karl Marx zou zich in zijn graf omdraaien wanneer hij op de hoogte zou zijn van dit soort praktijken!

Na afloop staan op de Heinrich-Schütz-Strasse bussen klaar om de bezoekers terug te vervoeren naar de Zentralhaltestelle. Prima geregeld. Ik moet overstappen. Bij de bushalte bij de Stadthalle, bij het monument van Marx, moet ik met Lijn 22 terug richting Glösa. In de schemering heeft hangjeugd bezit genomen van het voetstuk. Lekker chillen. Het glasgerinkel van kapotgegooide bierflesjes bewijst hoe gezellig het er aan toegaat…

Naar Rijssel om Lille OSC te zien voetballen

Vandaag 15 jaar geleden

Je zou verwachten dat Lille Olympique Sporting Club z’n thuiswedstrijden speelt in Lille. Sinds de sluiting van het Stade Grimonprez-Jooris in 2004 heeft le LOSC inmiddels echter al bijna dertien jaar het nabijgelegen Villeneuve-d’Ascq als domicilie.

Als ik vijftien jaar geleden in het gezelschap van de Kleef de Franse grens oversteek, ontvangt de plaatselijke voetbaltrots zijn bezoekers gewoon in Rijssel zelf. En niet een tiental kilometers oostwaarts.

Tussen Brussel en Parijs gaat alles z’n gewone gangetje. De Eurostar vertrekt destijds nog niet vanaf Gare Lille Europe voor een treinreis onder het Kanaal door naar Londen. Gevoetbald wordt er op vertrouwd terrein. Op eigen grond. Het oude stadion bevindt zich op loopafstand van Lille-Centre. Ik kan me herinneren dat zigeuners een groot deel van de parkeerplaats voor zich opgeëist hebben. Bij terugkeer naar Nederland staat mijn Escort gelukkig nog gewoon op z’n plek met alles erop en eraan.

In het oude en eerbiedwaardige Grimonprez-Jooris zien we hoe Le LOSC op de eerste speeldag van het seizoen 2002-2003 een klassieke valse start beleeft: 0-3 tegen de Girondins uit Bordeaux.

3 augustus 2002 Lille

 

Politie verhindert chemische reactie tussen rivaliserende fans

Achter de bal aan (35): Halle an der Saale

1 augustus 2017

Om vanuit Apeldoorn in Halle an der Saale te geraken doorbreek ik de 500 kilometer-grens. Ook de voormalige innerdeutsche Grenze bij Helmstedt-Marienborn moet er aan geloven. Gelukkig kleuren dinsdagen in de zomervakantieperiode niet zo zwart als de zaterdagen. De rit verloopt zodoende zonder al te veel oponthoud.

Ik moet natuurlijk wel door Bad Oeynhausen om op de A2 richting Hannover te komen. Die doortocht kost zoals als altijd tijd. Bij de Niedersachsische Landeshaupstadt werkt een hardnekkige plensbui ook niet echt doorstromingsbevorderend. En dan heb je op doordeweekse dagen natuurlijk altijd te maken met allerlei Oost-Europese cowboys in vrachtwagens en de onvermijdelijke Baustellen. Het lijkt wel of er in Duitsland in vakantietijd altijd nog meer aan de weg gewerkt wordt dan gebruikelijk. Maar al met al liggen er weinig hobbels op weg naar de grootste stad van Sachsen-Anhalt. Ik kan redelijk doorrijden.

Als ik mijn Focus rond de klok van drie uur langs het Hauptbahnhof stuur, staat de politie al in groten getale paraat. Zoals meestal wanneer twee clubs uit de voormalige DDR op een voetbalveld tegenover elkaar staan, is er sprake van een Grossaufgebot van de Polizei. Hallescher FC tegen het naar de Derde Liga gepromoveerde Carl Zeiss Jena vormt geen uitzondering op die regel, zo merk ik al bij aankomst. De hoeveelheid busjes en overvalwagens bij het station verraadt dat de plaatselijke veldwachterij met man en macht zal voorkomen dat supporters van beide clubs iets te innig met elkaar in contact komen.

Ik verblijf in een hotel om de hoek. Ik laat de auto daarom in de parkeergarage bijkomen van de lange reis en neem iets voor zessen de tram naar het Erdgas Sportpark, het stadion van de voetbaltrots van Halle. De aftrap staat gepland om zeven uur. Ruim een half uur voordat de strijd losbarst neem ik plaats in de rij om naar binnen te mogen. Ook rondom het Sportpark maakt de politie de dienst uit. Het heeft alle schijn dat alle verloven zijn ingetrokken, zoveel agenten zijn er op de been. De straat bij het uitvak is zelfs helemaal afgezet. Met bussen wordt de aanhang uit het ruim 100 kilometer zuidelijker gelegen Jena aangevoerd.                               `

De sfeer op de tribunes is top. De kwaliteit van het gebodene op het veld laat enigszins te wensen over. De intensiteit waarmee beide ploegen elkaar bestrijden ligt nochtans beduidend hoger dan in Nederland. De acteurs lopen zich het vuur uit de sloffen. Er wordt 90 minuten met alle middelen en beperkingen gekämpft. Het toeschouwersaantal spreekt misschien wel het meest tot de verbeelding. Van meer dan 10.000 bezoekers bij een dinsdagavondpotje in de op twee na hoogste speelklasse, kunnen tweededivisionisten bij ons slechts dromen. Zelfs een Spakenburgse derby komt niet in de buurt van dergelijke aantallen.

‘Chemie’, zoals de thuissupporters hun club vol Ostalgie noemen, blameert zich behoorlijk. Het delft met 0-2 het onderspit en eindigt de wedstrijd met tien man. Aufsteiger Jena pakt op de derde speeldag zijn eerste punten van het pas begonnen voetbaljaar. Tot grote vreugde van de meegereisde supporters. Een mannetje of 500 staat er wel in het uitvak.

Grote winnaar van de avond is de politie. Als iemand de wedstrijd domineert, zijn zij het! Het afzetten van straten in aansluiting op het laatste fluitsignaal gebeurt nóg grondiger dan voor aanvang. Ik kan zelfs niet eens bij de tramhalte komen. Op zoek naar een andere vertrekplaats zie ik de bussen met Jena-fans, ingekapseld door voertuigen met blauw zwaailicht, voorbijkomen.

Inwijding van fonkelnieuwe arena in Paderborn

Vandaag 9 jaar geleden

Op de voetbalvelden van Ostwestfalen geven Arminia Bielefeld, Preussen Münster en VfL Osnabrück van oudsher de toon aan. SC Paderborn ‘07 doet negen jaar geleden z’n uiterste best de traditionele regionale grootmachten van hun troon te stoten.

Nadat TuS Schloss Neuhaus en FC Paderborn in 2007 fuseren wordt de aanval op de gevestigde orde in volle hevigheid ingezet. De ingebruikname van een nieuw stadion moet de ambitieuze hemelbestormers verder omhoog helpen.

Met Huub ben ik van de partij bij het eerste competitieduel dat SC Paderborn ’07 in de fonkelnieuwe Paragon Arena afwerkt. Voor 7806 toeschouwers komt de ploeg van trainer Pavel Dotchev op de tweede speeldag in de nieuw gevormde Derde Liga niet verder dan een 1-1 gelijkspel tegen SpVgg Unterhaching.

2 augustus 2008 Paderborn

Başakşehir tussen Adelaarshorst en koningsklasse

Vandaag 3 jaar geleden

Het kan soms snel gaan in de voetballerij. Drie jaar geleden komt Istanbul Büyükşehir Belediyespor, kersvers kampioen van de Turkse 2. Lig, een potje sparren in de Adelaarshorst. Zesendertig maanden later debuteert het onder de naam Başakşehir Futbol Kulübü in de voorronde van de Champions League.

Voor Go Ahead Eagles betekent de confrontatie op een zonnige vrijdagavond met de vierde club uit de Bosporus-metropool de afsluiting van de voorbereiding. De generale repetitie verloopt naar wens voor de Deventenaren. Door doelpunten van Xandro Schenk en Alex Schalk blijven ze de in de Süper Lig teruggekeerde opponent betrekkelijk eenvoudig met 2-0 de baas. De voor het eerst in de Adelaarshorst keepende Mickey van der Hart houdt zowaar de nul.

Go Ahead Eagles maakt op zijn beurt eveneens duidelijk hoe snel het kan gaan in de voetballerij. Van de dertien spelers die coach Foeke Booy die avond laat meedoen dragen er elf slechts drie jaar later niét meer het roodgele shirt. Van der Hart, Nieuwpoort, Vriends, Van der Linden, Türüc, Van Ooijen, De Sa, Kolder, Schalk, Rijsdijk en Reimerink verdienen tegenwoordig elders hun brood. Alleen Schenk en de teruggekeerde Sjoerd Overgoor mogen zich nog Eagle noemen daags voordat Istanbul Başakşehir ten koste van Club Brugge gaat proberen een plekje in de play-offs voor de groepsfase van de koningsklasse veilig te stellen.

1 augustus 2014 Deventer