Maandelijkse archieven: september 2022

Draisma Dynamo herenigt inmiddels gelouterde groentjes van Alterno; Wismans en Zijl gaan vol vertrouwen het nieuwe eredivisiejaar in

De volleybalsters van Draisma Dynamo willen na een veelbelovend eerste eredivisiejaar op de ingeslagen weg verder. Landskampioen worden ze niet, zoveel weten Benthe Wismans en Anna Zijl al op voorhand. De wetenschap dat de jonge ploeg volop groeipotentieel herbergt en in de nabije toekomst alleen maar beter kan worden, sterkt het duo in de overtuiging om het nieuwe volleybaljaar vol vertrouwen tegemoet te zien.

Gedurende het afgelopen seizoen speelde de 22-jarige Wismans zich nadrukkelijk in de kijker. Al zwakt de topscorer van de eredivisie (390 punten), bescheiden als ze is, haar eigen inbreng liever wat af. “Wij hebben veel meer sets gespeeld dan andere ploegen. Veel vijfsetters. Dan moet je automatisch meer scoren. Ik merk dat ik het wel lastig vind als mensen daarover beginnen tegen mij. Soms is dat best wel moeilijk. Dat moet ik proberen los te laten.”

Volgens de van Eurosped overgekomen Zijl (20) doet haar nieuwe oude teamgenote zichzelf tekort. “Bennie heeft een heel goed seizoen gedraaid. Ze weet zelf niet hoe goed ze is.”

Beide Draisma Dynamo-volleybalsters kennen een gezamenlijk ‘groen’ verleden. Bij plaatsgenoot Alterno debuteerden beide in de eredivisie. In de Draisma Dynamo Arena staan de vriendinnen nu opnieuw aan dezelfde kant van het net. Inmiddels al lang niet meer als groentjes. Ze weten inmiddels wat erbij komt kijken om zich op het hoogste niveau staande te moeten houden.

Als dochter van oud-volleybalinternational Suzanne Luttikhuis en voormalig topmeerkamper Ferry Zijl kreeg de geboren en getogen Apeldoornse Anna Zijl het leven van een topsporter als het ware met de paplepel ingegoten. Dat dit bestaan niet alleen rozengeur en maneschijn is, is één van de harde levenslessen die zij de afgelopen jaren meekreeg.

De uit Warnsveld afkomstige Wismans had als klein meisje een wel heel bijzondere reden om zich bij de plaatselijke club aan te melden. “Mijn oudere broer volleybalde. Maar eigenlijk wilde ik gaan volleyballen omdat ik dan kniebeschermers kreeg”, biecht het voormalige WSV-talentje lachend op.

Werkkleding en ‘gereedschap’ hoeft het tweetal tegenwoordig niet meer zelf te bekostigen. Dat een bestaan als topvolleybalster in Nederland verder bepaald geen vetpot is, daar kan het tweetal uit ervaring over meepraten. “Veel mensen denken dat wij alleen maar met volleyballen bezig zijn, maar eigenlijk hebben we een dubbelleven. Ik ben woonbegeleider bij de crisisopvang en studeer daarnaast ook nog. Ik moet gewoon werken naast het volleybal. Anders kan ik niet rondkomen. Ik bekijk het voor mezelf per seizoen of ik het kan blijven combineren. Dit seizoen ga ik er in elk geval volle bak voor”, zegt Wismans voor zichzelf afwegingen te moeten maken of het voor haar loont te blijven sporten op het huidige niveau.

“Er gaat heel weinig geld om in het volleybal. We worden gefaciliteerd. Dan moet je denken aan kleding en schoenen. We krijgen er niets voor. Ik doe marketing en communicatie op het Johan Cruijff College in Enschede. Dit is mijn laatste jaar. Het is vaak wel een puzzel om het met elkaar te combineren”, beaamt ook Zijl dat het in harmonie laten verlopen van sportieve en niet-sportieve besognes een continue kwestie van passen en meten is  

De opvallende scores van Wismans bleven niet onopgemerkt. Toch besloot ze er nog een jaar bij Draisma Dynamo aan vast te knopen. “Ik heb wel veel aanbiedingen gehad, ja. Ook uit het buitenland. Uit België. Van die aanbiedingen werd ik niet heel warm. Ik ben 22. Ik merk dat ik steeds meer waarde ga hechten aan m’n maatschappelijke toekomst. Ik zit in Apeldoorn op m’n plek. Ik voel me hier thuis.”

De twee piepjonge routiniers realiseren zich dat hun team niet dezelfde status heeft als het mannenteam van Draisma Dynamo. “De jongens hebben heel veel gewonnen. Wij moeten onszelf eerst nog bewijzen. En dat is terecht. Dat is topsport. Wij zijn jonge honden die nog heel veel moeten leren”, erkent Zijl. “Bij de jongens gaat alles ietsjes professioneler. Zij hebben ook een contract. Wij niet”, noemt Wisman een ander verschil.

Beide volleybalsters hebben desondanks weinig te klagen over de faciliteiten waarmee zij bij Draisma Dynamo hun sport kunnen bedrijven. Met name teammanager Ernst Lettink krijgt veel lof voor al het werk dat hij verzet om de speelsters in het team zo optimaal mogelijk te laten functioneren. “Wij noemen hem Bobbie. Je vraagt je weleens af of hij er nog een baan naast heeft. Zóveel doet hij voor ons. Volgens mij ziet hij ons vaker dan zijn eigen vrouw en kinderen”, suggereert Zijl.

Een talentvolle selectie. Een nieuwe trainer. Bovengemiddelde randvoorwaarden. Alle ingrediënten lijken aanwezig om de prestaties van afgelopen jaar te overtreffen. Wismans: “Een verschil is dat we een bredere selectie hebben. Vorig jaar waren de wisselmogelijkheden soms best klein. Ik kende onze nieuwe trainer Arjen Schimmel van horen zeggen. Ik weet dat hij heel lang bij Utrecht heeft gezeten. Met Jorg Radstake ernaast hebben we een technische staf met echte mensenmensen. Dat vind ik fijn.”

“Arjen is iemand van niet zeiken, maar gewoon trainen. Dat is goed voor een groep. We hebben een heel jonge groep. Iedereen wil voor elkaar werken. We kunnen echt heel leuke dingen”, kan wat Anna Zijl betreft de competitie niet gauw genoeg beginnen.

‘Het klikte meteen tussen ons’

Sinds ze beide als lid van de selectie van Alterno onderdak vonden in dezelfde woning leerden Benthe Wismans en Anna Zijl elkaar door en door kennen.

Wismans over Zijl:

“An is wel heel erg fanatiek. Ze zit absoluut nog niet aan haar kunnen. Na wat ze heeft meegemaakt, hoop ik voor haar dat ze gewoon weer lekker kan volleyballen. Ze kan echt snoeihard slaan. Ze kan een team ook bij elkaar houden.”

Zijl over Wismans (en over zichzelf…):

“Ze zeiden tegen mij: jij gaat Bennie heel leuk vinden. Dat was ook zo. Het klikte meteen tussen ons.

Als volleybalster is haar onbevangenheid haar sterkte. Bennie kan wel leiden, maar alleen als haar eigen spel goed gaat. Ikzelf kan heel hard zijn. Op een positieve manier. Dat heb ik een beetje van mijn moeder. Als ik volgend jaar blijf, blijft zij ook wel. Ja hoor, dat mag je best opschrijven.”

Magazine Businessclub Dynamo najaar 2022 / Foto Imre Csany

Nieuwe trainer wil stapsgewijs verder omhoog met talentvol damesteam Draisma Dynamo; Arjen Schimmel gaat ruwe diamanten polijsten 

Het eerste seizoen na de terugkeer op ’s lands hoogste niveau kende een veelbelovend verloop. Onder leiding van Arjen Schimmel moeten de dames van Draisma Dynamo de volgende stappen gaan zetten. Stapsgewijs moet het sportieve plafond de komende jaren verder omhoog. 

Er waren in het recente verleden al weleens vluchtige contacten geweest tussen Schimmel en de Stichting Topvolleybal Dynamo, maar daar kwam niets concreets uit voort. Ditmaal vond de in augustus 54 jaar geworden inwoner van Didam de tijd rijp om in te stappen. “Peter de Vries belde me. Ik had al twee keer eerder met hem gesproken. Toen vond ik het echter niet het juiste moment. Wat me vooral aansprak, is dat er heel veel ambitie spreekt uit wat ze willen, maar dat ze tegelijkertijd ook heel realistisch zijn. Peter zei: ga maar eens met Ernst Lettink en Jorg Radstake praten. Dat heb ik gedaan. Samen met Jorg ben ik bovendien al heel actief geweest in de gesprekken met speelsters. In het samenstellen van de groep heb ik al een stem gehad.”

De opvolger van Michael Beugelsdijk heeft een duidelijke marsroute voor ogen. “Het lastige van vorig jaar was om aan te geven wat precies de verwachtingen waren. Je kan zeggen dat de eigen prestaties boven verwachting waren. Er waren daarentegen ook enkele teams die duidelijk onder verwachting presteerden. Dat had voor een groot deel te maken met die twee rare coronajaren. Ik weet nu al dat ik als trainer een fantastisch jaar tegemoet ga. Of dat als coach ook zo zal zijn, moeten we maar afwachten. Het is altijd de vraag of speelsters de stap daadwerkelijk zetten die je graag wilt dat ze maken. Al weet ik al wel dat ze aan het einde van het seizoen beter zullen zijn dan aan het begin.”

De directeur van twee scholen in het speciaal onderwijs wil zijn pupillen bewust maken hoe zij overeind dienen te blijven in de vaderlandse volleybaltop. Als procesbegeleider gaat hij alles in het werk stellen om de ruwe diamanten die zijn selectie herbergt verder te polijsten. Een kwestie van ouderwets schaven en finetunen. “Die meiden moeten leren wat het inhoudt om wedstrijden op eredivisie-niveau te spelen”, instrueert de trainer.

“Ik geef mijn speelsters altijd veel complimenten. Wel ben ik heel streng op domme fouten. Achter een free ball moet een duidelijk idee zitten waar je zo’n bal neerlegt. Een kwestie van veel doen. Bij de club traint iedereen komend seizoen acht uur in de zaal en drie uur kracht. Er zitten er drie bij Jong Oranje, twee bij BTN en de drie bij Jeugd-Oranje. Die maken sowieso extra trainingsuren. De basis is er. Het talent is gigantisch. De selectie telt dertien speelsters. In Dames 2 zitten daarnaast vier of vijf ervaren meiden die het niveau aankunnen. In de jeugd speelt er ook wel een aantal dat in de toekomst de stap naar het eerste kan maken. Maar het moet wel duidelijk zijn dat een Dames-1-team in de eredivisie geen opleidingsteam is. We gaan gewoon voor de pegels.”

Schimmel is zeer te spreken over de begeleiding en de faciliteiten. “Kijk je naar de onderkant van de eredivisie, dan zijn de faciliteiten bij Dynamo fantastisch. Psychologische ondersteuning is het enige wat we eigenlijk nog niet hebben. Wél is er een fysio, een verzorger én een krachttrainer die zich ook bezighoudt met voedingsadviezen. Dat is al heel luxe. Een volgende stap die je zou willen maken als je echt verder door wilt groeien naar de top, is om al in de middaguren te gaan trainen. In zo’n geval moet je speelsters gaan vrijmaken en de trainer meer betalen. Maar dat zijn keuzes die een bestuur moet maken.”  

Willen de Draisma Dynamovrouwen in de nabije toekomst zich werkelijk gaan mengen in de strijd om de prijzen, dan hangt daar een prijskaartje aan. “In de huidige situatie weet ik in principe dat Dynamo de komende drie jaar nog geen aanval kan gaan doen op de top van de eredivisie”, waakt Schimmel ervoor om te hard van stapel te lopen. Voor het nieuwe volleybaljaar pint hij zich nergens op vast. “Ik zou heel graag de play-offs halen en in die kampioenspoule spelen. Hoe reëel dat is, dat gaat pas aan het begin van het seizoen blijken. Ten opzichte van vorig jaar hebben we een in elk geval voorsprong. We kunnen dit seizoen al met een complete selectie beginnen. Dat geeft meer rust.”

‘Dames laten zich iets meer coachen’

Arjen Schimmel had in zijn loopbaan zowel dames- als herenteams onder zijn hoede. Elk afzonderlijk team heeft eigen makken en ongemakken, drukt de ervaringsdeskundige diplomatiek uit.

“Ik ben volleybalcoach. Of ik met heren of dames werk, maakt mij niets uit. Wat fijn is, is als je als coach wat kan toevoegen aan een team. Het gaat altijd om de interactie met een groep of iets een succes wordt. De clichés over heren en dames zijn altijd wel een beetje waar. Geen enkel team is hetzelfde. Elk team is anders. Er wordt vaak net gedaan of herenteams altijd direct zijn en dames altijd aan het roddelen. Dat is dus helemaal niet zo. Als één cliché wél waar is, is het dat dames zich iets meer laten coachen. Daar heb je meer invloed op. Mannen willen zich nog weleens minder van een coach aantrekken en hun eigen ding doen.”

Magazine Businessclub Dynamo najaar 2022 / Foto Imre Csany

Passer-loper brengt ervaring uit acht verschillende buitenlandse competities mee naar Apeldoorn; Ramon Martinez zoekt zekerheid na onzeker nomadenbestaan

Ramon Renaldo Martinez Gion, zoals zijn naam voluit luidt, verdiende de afgelopen acht jaar zijn brood als volleyballer in België, Duitsland, Turkije, Griekenland, Frankrijk, China, de Verenigde Arabische Emiraten en Engeland. Met zijn keuze voor Draisma Dynamo en een terugkeer naar de eredivisie hoopt de zoon van een Spaanse vader en een Nederlandse moeder het onzekere nomadenbestaan dat hij sinds 2014 leidde achter zich te laten. “Ik wilde per se naar een club die ook buiten het volleybal om z’n zaken goed geregeld heeft.”

Sinds zijn vertrek bij het Zwolse Landstede stond Martinez onder contract bij twaalf clubs in acht verschillende landen. Ondanks dat dat aantal misschien anders doet vermoeden, wil de Amsterdammer zichzelf absoluut geen avonturier noemen. “Ik houd juist van stabiliteit en vastigheid. Van jongs af aan wil ik graag duidelijkheid. Alleen is mijn carrière niet zo gelopen. Bij Landstede was alles perfect geregeld. Bij veel clubs waar ik daarna heb gezeten, was het een stuk minder. Er waren ook nu best veel contacten. Maar ga je bijvoorbeeld naar Griekenland, dan lok je het misschien ook zelf wel een beetje uit. Wanneer er vaak gedoe is over allerlei randzaken, dan brengt dat veel stress met zich mee.”

Nou nemen gedane zaken geen keer, toch steekt het de 32-jarige routinier dat hij nooit de status van international bereikte. “Toen ik bij PAOK in Griekenland zat, stond ik op de longlist voor het Nederlands team. Ik ervaar het wel als een gemis dat ik Oranje niet heb gehaald. Heel veel buitenlandse clubs kijken er alleen maar naar of spelers in een nationaal team zitten. Ik zeg daarom maar dat ik waarschijnlijk niet goed genoeg was. Zo is het een beetje gegaan met mij.”

Zijn volleybaljaren in het buitenland maakten Martinez wel rijk aan levenservaring. “Toen ik bij Landstede begon, was ik heel stil en keek ik tegen iedereen op. Hoe ik mezelf sindsdien als persoon heb ontwikkeld, daar ben ik wel tevreden mee. Maar heeft dat te maken met ouder worden? Of met allerlei ervaringen die je opdoet in het buitenland? Een klik hebben met anderen vind ik niet zo belangrijk. Er moet in een team professioneel met volleybal omgegaan worden. Je moet het met elkaar doen. Je hebt geen keuze.

Zijn eerste kennismaking met Draisma Dynamo-trainer Redbad Strikwerda dateert uit gezamenlijke Zwolse tijden. “Onder Harry van den Brink wonnen we met Landstede de bekerfinale van Orion. Daarna kwam Redbad naar Zwolle. Redbad is iemand van het harde werken. Hij is op een andere manier bezig dan veel andere trainers. Hij probeert spelers op een andere manier prikkels te laten krijgen van het volleybal. We werden bij Landstede een soort van project. Met veel succes. Of hij nog hetzelfde werkt, ga ik bij Draisma Dynamo wel ontdekken. Ik heb elk jaar wel contact gehad met Redbad. Wat ik vooral belangrijk vind, is dat ik bij Draisma Dynamo kansen krijg om me te ontwikkelen buiten het volleyballen om.”

Aanpassingsproblemen verwacht Martinez niet in Apeldoorn. “Als je bij een buitenlandse club komt, dan ken je 99 procent van de spelers niet. Daar word je veel meer in het diepe gegooid. Met Tijmen Laane heb ik in Zwolle samengespeeld. Sil Meis ken ik van het beachvolleybal. Ook heb twee jaar geleden als gastspeler met Draisma Dynamo meegedaan op een toernooi in België. Zo leer je spelers wel kennen. Ik heb me altijd overal makkelijk aangepast. Ik heb niet zoveel nodig. Geef mij een bal, een net, een coach en een setter die me de ballen geeft, dan komt het goed.”

Afgelopen seizoen speelde hij voor Cambrai in de Franse Ligue A. De lager aangeslagen eredivisie ziet de thuiskomer niet per definitie als een sportieve stap terug. “In Frankrijk sta je in wedstrijden soms tegenover winnaars van Olympisch goud. Zulke spelers heb je in de eredivisie niet. Maar als het puntje bij paaltje komt gaat het om het volleybal en om het winnen. Dan maakt het niets uit in welke competitie je speelt.”

Martinez hoopt komend volleybaljaar zowel binnen als buiten de lijnen zijn waarde voor de ploeg onder bewijs te stellen. “Over een rol hebben we het nooit gehad. Ik wil niet zeggen dat ik mijn hoogtepunt al gehad heb, maar ik ben hier niet alleen voor mezelf. Ik wil het team en de talenten helpen om te groeien. Draisma Dynamo is vorig jaar kampioen geworden. Die jonge spelers die dat hebben meegemaakt zijn mij op hun leeftijd een stapje voor. Ik speel daarentegen al wat langer op een bepaald niveau. Ik ben ouder. Daardoor heb ik wat meer ervaring. Dat is dan misschien de enige voorsprong die ik heb. Ik ga het maximale geven. Dat zit in mij.”

Globetrotter

Ramon Martinez gelooft dat zijn volleybalcarrière anders was gelopen wanneer hij international was geweest. Het volleybal bracht hem desondanks op plekken waar de doorsnee-eredivisiespeler niet zo gauw komt.

“Ik ben naar China geweest voor een try-out. Wie hoog kan springen en hard kan slaan, is interessant voor Aziatische clubs.  Ik heb die kwaliteiten. Ik heb daar één maand gezeten. Toen brak de corona uit in China. Daarna kwam ik bij Al Ain, een club uit Dubai. Dat heeft een weekje zes geduurd. Toen begon de pandemie ook daar.”

“In mijn periode bij IBB Polonia draaiden we vier maanden mee bij Skra Belchatów, een topclub in Polen. De coach die er zat, was heel lovend over mij. Maar toen er een andere coach kwam, namen ze een andere passer-loper. Toen dacht ik op een gegeven moment: weet je wat, ik ga terug naar af.”

Magazine Businessclub Dynamo najaar 2022 / Foto Imre Csany

Kroatische Don Quichote vecht op 67-jarige leeftijd niet langer meer tegen windmolens; De Ivo Martinović van nu is een ander dan de Ivo uit 1992

Op 67-jarige leeftijd gaat Ivo Martinović windmolens wat bedachtzamer te lijf dan in zijn onstuimige beginjaren als oefenmeester. Zijn aanstelling als assistent van zijn voormalige pupil Redbad Strikwerda bij de mannen van Draisma Dynamo bewijst dat de bezetenheid van de voormalige Joegoslavische international voor de volleybalsport onverminderd groot is. “Ik leef volleybal. Als je iets met zoveel passie doet als ik, dan is leeftijd relatief.”

Als hij voor aanvang van het interview het meegebrachte Piet Zoomers/D Magazine van het seizoen 1992-1993 onder ogen krijgt, vertonen de scherpe ogen een glinstering. Exact dertig jaar geleden nam de temperamentvolle Kroaat bij de hoofdmacht van het toenmalige PZ-team het roer over van Paul van Sliedrecht. Op de op de voorpagina van de gids afgebeelde teamfoto kijkt de destijds 37-jarige trainer strak voor zich uit in zijn sjieke clubkostuum uit een Wilps kledingmagazijn. De tijd stond sindsdien niet stil. De zwarte haardos is ondertussen wat grijzer geworden en in een knot gewikkeld. Het gelaat telt wat meer groeven. “Het enige wat van toen over is, is het karkas”, herkent de Martinović van nu drie decennia later weinig meer terug in de Ivo uit 1992.

“Toen ik als trainer begon, deed ik dat in mijn onbewuste onbekwaamheid als een soort Don Quichote. Ons doel in het leven, is om te leren. Daar ben ik me nu veel meer van bewust. Mijn kennis, methodieken en communicatie zijn nu heel anders. Iemand mag fouten maken, mits je er van leert. Het gaat erom hoe je problemen oplost. Maar het gaat niet om mijn kennis, het gaat erom om die kennis op de juiste manier door te geven”, begint de inwoner van Rheden op haast filosofische toon zijn uiteenzetting over wat hem drijft om zich op zijn leeftijd in een nieuw sportief avontuur te storten.

Het telefoontje met het verzoek om Renzo Verschuren op te volgen kwam voor Martinović enigszins onverwacht. Hij sprak Strikwerda weliswaar met zekere regelmaat bij RTC-trainingen in Apeldoorn, een rol binnen de technische staf van Draisma Dynamo was daarbij nooit ter sprake gekomen. “Toen Wim Jonker mij belde, vroeg ik hem eerst hoe Redbad daar tegenover stond. Maar Wim belde juist in opdracht van Redbad. Ja, ik heb er wel over moeten nadenken. We hebben twee of drie keer bij elkaar gezeten. Onze visie en onze missies zijn bijna identiek. Ons hoofddoel is om spelers van het huidige team af te leveren bij het Nederlands team”, constateert de nieuwe assistent dat de hoofdcoach van Draisma Dynamo en hijzelf qua volleybalfilosofie redelijk op één lijn zitten.

Martinović hoopt dat hij met zijn eigen ervaring en kennis iets kan toevoegen aan de ontwikkeling van het team en de spelers. “Redbad is ontzettend bezig met innoveren. Hij is altijd bezig om uit te vinden waar hij plusjes voor het team kan vinden. Ik sta naast hem. Ik help hem. We zullen alles bespreken. Ik kan me niet voorstellen dat er taboes zijn. Het is de intentie van ons allebei om jongens naar Oranje of naar het buitenland te brengen. Het gaat niet om Ivo. Het gaat om Draisma Dynamo. Redbad is daar de aanvoerder in.”

De vraag of hij dertig jaar geleden al een toptrainer zag in zijn toenmalige pupil vindt Martinović moeilijk te beantwoorden. “Het beeld dat ik heb overgehouden van Redbad als speler, is subjectief. Zijn leiderschap en assertiviteit zijn wel kenmerkend voor wat een coach moet hebben. Hij was enorm gedreven. Hij trainde extra. Hij ging hardlopen. Hij deed er alles voor. Ik stond bekend als een conflictcoach. Maar met Redbad heb ik nooit conflicten gehad. Met de meeste spelers uit dat team van toen trouwens niet.” Lachend: “We hebben elkaar wel heel veel uitgescholden…”

De voormalige assistent-bondscoach kan er met al zijn volleybalverstand niet bij dat de Nevobo het lot van de Oranjemannen in buitenlandse handen legt en de meest gelauwerde coach van de eredivisie steevast links laat liggen. “Dat is het enige minpunt dat ik aan Redbad als coach zie. En dat ligt niet aan Redbad, maar aan het beleid in Nederland. Het is jammer dat ze geen vertrouwen hebben in Nederlandse hersenen.”

In de Draisma Dynamo Arena ligt komend seizoen met het verdedigen van de landstitel een minstens zo mooie uitdaging voor het duo Strikwerda-Martinović. “Er staat een jong en enthousiast team. Ze willen allemaal dolgraag. Er is een fantastische sfeer. In potentie zijn al die jongens toptalenten. Met zulke jonge jongens moet je, wat ik noem, ‘reëel-plus’ zijn. Er moet steeds een klein beetje bovenop. Volleybal wordt gemeten in processen. Dat is veel belangrijker dan eenmalig scoren. Het spelen van Champions League-wedstrijden kan voor jonge spelers een goede impuls zijn om een next level te halen en ik vind het ook jammer dat die BeNe-Liga, of hoe je dat ook wilt noemen, er nog niet is. Het is zoals Albert Einstein al zei: als je hetzelfde blijft doen en hoopt op dezelfde uitkomst, dan is dat een eerste teken van krankzinnigheid.”

Einde seizoen niet gehaald

In het seizoen waarin hijzelf de scepter zwaaide in – toen nog – Dynamohal legde het Dynamo van Ivo Martinović beslag op de nationale beker. Bij de ontknoping van de kampioensstrijd waren trainer en club al gescheiden wegen gegaan. “We wonnen de beker. Toen was er een incident aan het einde van de competitie. Maar ach, dat is niet belangrijk. Ik zeg niet dat zoiets me nu niet meer zou overkomen. Als je alles wilt uitsluiten, dan moet je even Apeldoorn bellen… Ik heb heel fouten gemaakt, maar ik heb daar ook heel veel van geleerd. Daardoor kan ik het mezelf ook vergeven wat ik in het verleden fout heb gedaan.”

Magazine Businessclub Dynamo najaar 2022 / Foto Imre Csany

Dynamo geeft sieraad voor de volleybalsport het afscheid dat hem toekomt; Jeroen Rauwerdink bracht de landstitel terug naar Apeldoorn

Het uitrollen van een banner met daarop zijn rugnummer vormde één van de hoogtepunten van de afscheidswedstrijd van Jeroen Rauwerdink. Door het dundoek dat aan de muur van de Draisma Dynamo Arena komt te hangen blijft de 337-voudig volleybalinternational symbolisch voor eeuwig verbonden aan de club. Een blijvend eerbetoon aan een sportief voorbeeld wiens inbreng Apeldoorn de afgelopen drie jaar weer tot dé volleybalhoofdstad van Nederland maakte.

Toen hij in mei 2019 zijn handtekening zette onder een contract bij de club die hij elf jaar eerder verliet voor een sportieve Odyssee door Italië, Turkije en Griekenland, was dat in eerste instantie voor de duur van een jaar. Het werden er uiteindelijk drie. Twee landstitels en één nationale Supercup later luidde volleyballend Nederland het sieraad voor de volleybalsport zondagmiddag in Omnisport uit op een manier zoals het een sporticoon van zijn kaliber toekomt.

Zijn rentree legde ’s lands recordkampioen bepaald geen windeieren. Tot aan Rauwerdinks terugkeer hinkte Dynamo meer dan decennium lang tevergeefs aan tegen die haast vervloekte dertiende landstitel. Met en niet in het minst dankzij de gelouterde passer-loper in de geleden werd het lange wachten eindelijk beloond. Als verlengstuk in het veld van de technische staf en als mentor van het jeugdige talent uit de selectie stuwde de inwoner van Zeist het sportieve plafond van de Draisma Dynamo Arena in een deels door corona verziekte periode weer tot kampioenshoogte omhoog.

Peter de Vries stak op grond daarvan een lofrede af over Rauwerdink. “Jeroen is een voorbeeld voor iedere jeugdspeler die droomt van een topsportcarrière.” De voorzitter van de Stichting Topvolleybal Dynamo noemde hem ‘de verpersoonlijking van het beleid’ dat de stichting voert. “Als jonge speler bij Dynamo beginnen en je doorontwikkelen tot het nationale team, naar een topclub in het buitenland gaan en dan in de nazomer van je carrière terug naar Dynamo om met je ervaring weer jonge spelers op te leiden.”

Tegen zijn gewoonte in (‘Ik ga eigenlijk nooit naar reünies’) was ook Toon Gerbrands naar Apeldoorn afgereisd. Samen met Jeroen Bijl coachte de afgelopen zomer teruggetreden directeur van voetbalclub PSV het team van ‘Jeroens Allstars’, dat het twee sets lang opnam tegen het huidige Draisma Dynamo. Als coach van het Dynamo-team dat in 2003 de Top Teams Cup won, gooide Gerbrands de destijds talentvolle tiener in het diepe in het Final Four-weekend waarin de Apeldoornse clubs de meest aansprekende prestatie uit de clubgeschiedenis leverde.

Gerbrands herinnerde zich hoe een onbevangen ‘rookie’ in de halve finale de plaats in nam van Bas van de Goor. “Het was Jeroens eerste jaar. Gezien zijn plaats in de pikorde had hij er eigenlijk helemaal geen recht op. Eigenlijk had hij tot dan nauwelijks meegedaan. Maar toen Bas een paar foutjes maakte, kwam Jeroen erin en speelde de wedstrijd van z’n leven. Daardoor kreeg je een tamelijk bizarre situatie. Bas was de beste volleyballer van de wereld. In die finale tegen die Oekraïners gebeurde precies hetzelfde. Wanneer Bas die fouten niet had gemaakt, had Jeroen helemaal niet meegedaan.”

Gerbrands spreekt met veel bewondering over hoever zijn voormalige pupil het schopte. “Jeroen is altijd een oprechte teamspeler geweest, een absolute prof. Hij is geen conflictmens en klaagde nooit. Niemand is optimaal. Doordat hij niet snel boos werd, was Jeroen wel een aanvoerder, maar is hij nooit dé grote leider geworden. Wij zagen destijds wel wat in hem. Van daaruit is hij helemaal doorgegroeid. Hij snapt de wetten van de topsport.”

De Stentor maandag 12 september 2022

Matchwinner van bekerderby tegen AGOVV doelbewust terug op het oude nest; Diesel al in de voorbereiding onbetaalbaar voor WSV

Bij de tankstations rijzen de brandstofprijzen in de huidige crisiszomer de pan uit. Voor WSV blijkt Diesel al in de bekerduels in de aanloop naar de competitie nagenoeg onbetaalbaar. In de positieve zin van het woord wel te verstaan. Namens de zondageersteklasser besliste Paul Diesel de bekerderby tegen AGOVV hoogstpersoonlijk in eigen voordeel. 

De na vijf seizoenen van Hoofdklasser Juliana’ 31 aan de Voorwaarts teruggekeerde WSV’er nam zaterdag beide goals voor zijn rekening. Enkele ploeggenoten merkten na afloop plagerig op dat de allesbeslissende 2-0 in de toegevoegde tijd ‘slechts’ een niet te missen intikkertje betrof. Maar dat de attente Diesel tot twee keer toe op de juiste plek stond, berust geenszins op toeval. Dat is zondermeer een kwaliteit.

“We zijn lekker bezig. Het ging misschien wat minder makkelijk dan vorige week tegen Schalkhaar, maar we hebben wel negentig minuten een overwicht gehad. Als ik deze statistieken doorzet, dan weet ik ook niet wat er gaat gebeuren”, lachte de matchwinner toen na afloop zijn eigen inbreng ter sprake kwam.

Na het afronden van zijn studie aan de Radboud Universiteit koos de 24-jarige aanvallende middenvelder weloverwogen voor een terugkeer op het oude nest. “Voordat ik ben gaan studeren in Nijmegen heb ik eerder al drie jaar in het eerste van WSV gespeeld. Ik heb nu mijn Master Commerciële Communicatiewetenschappen gehaald en ben weer in Apeldoorn komen wonen. Ik weet wat ik bij WSV heb. Ik kan op het fietsje naar de club toe.”

In een offensieve rol op de rechterflank kan hij zich heerlijk uitleven. Met zijn dynamiek en arbeidsethos voegt de thuiskomer specifieke kwaliteiten toe aan het ijzersterke collectief dat afgelopen seizoen kampioen werd in de tweede klasse. Diesels directe tegenstander Armon Veeneman kon erover meepraten. De linkervleugelverdediger van AGOVV kreeg tot zijn grote ergernis nauwelijks grip op de WSV’er met het rugnummer zeven.

De in Utrecht bij de Belastingdienst werkzame Diesel loopt er niet voor weg om in het veld zijn verantwoordelijkheden te pakken en de ploeg sleeptouw te nemen. “In mijn eerste periode bij WSV speelde ik op tien of als controleur. Bij Juliana heb ik op bijna elke plek in het elftal wel gespeeld. Het wordt mijn negende jaar al in de senioren. Ik wil zo’n rol wel pakken. Voor mij ligt daar een uitdaging in. Je wilt het team altijd beter maken.”

De twee tot dusver behaalde zeges tegen Schalkhaar en AGOVV in de strijd om de districtsbeker sterken het vertrouwen in de aanloop naar de competitiestart. “Voorin hebben we veel afwisseling. We kunnen veel rouleren. Verdedigend staat het heel goed. Als je ziet hoe weinig wij weggeven, kan het voor ons een heel mooi seizoen worden.”

De Stentor maandag 12 september 2022

AGOVV Futsal zet misstap van eerste speeldag recht met ruime zege op ZVV Eindhoven

De eerste thuiswedstrijd van de nog prille eredivisiejaargang leverde de zaalvoetballers van AGOVV vrijdagavond hun eerste competitiezege op. Het strijdvaardige AGOVV Futsal maakte korte metten met het gepromoveerde ZVV Eindhoven: 5-1.

In een nagenoeg volle Sporthal Matenpark, AGOVV’s uitwijkbasis voor de eerste fase van het eredivisieseizoen, was de Apeldoorners er duidelijk alles aan gelegen om de valse start van een week eerder in Roermond naar de vergetelheid te spelen. Met de kleine Aaron van Leer als grote aanjager pakte de gretige thuisploeg de Brabanders van meet af aan bij de keel. Halverwege de eerste helft plaveide Cihan Özcan met zijn openingstreffer de weg naar de overwinning. Joey Jejanan, Yasin Erdal (2) en Jean Matitaputty scoorden de overige treffers.

Yassin Assa behaalde zo zijn eerste zege als eredivisiecoach. “Het zag er goed uit. Als je ziet hoeveel werk we leverden, dan maak je daarmee het verschil. Vorige week was het wat bleu. Nu knalden we er vanaf het begin op. We hebben nu in twee wedstrijden twee uitersten gezien. Laten we hopen dat dit de stijgende lijn is. Het zou een mooie prestatie zijn wanneer we bij de eerste acht eindigen”, heeft Zwollenaar veel fiducie in een gestroomlijnd competitieverloop voor de Apeldoornse eredivisionist.

De nieuwe trainer en zijn ploeg laten zich er niet door in de war brengen dat de Mheenhal, AGOVV’s vaste thuishal, vanwege de opvang van vluchtelingen tijdelijk niet beschikbaar is. En of zijn spelers nou op een houten vloer of een kunststof ondergrond hun kunsten moeten vertonen, het maakt Assa weinig uit. “Daar hebben wij geen invloed op. Het spelletje blijft hetzelfde.”

De zelf als trainer op het hoogste niveau debuterende Assa laat alles rustig op zich afkomen. Over dat hijzelf binnenkort mogelijk weleens zijn eigen ‘Sprookje van 1001 nacht’ kan gaan beleven, daar wil Assa nog niet op vooruitlopen. Vrijdagavond was de eerste seizoenzege het enige dat telde. Wat verder op zijn pad komt, komt vroeg of laat vanzelf wel, oordeelde hij.

AGOVV Futsal – ZVV Eindhoven 5-1 (2-0). Doelpunten AGOVV Futsal: Cihan Özcan, Joey Jejanan, Yasin Erdal (2), Jean Matitaputty

destentor.nl zaterdag 10 september 2022

Jamarro Diks wil het hele seizoen belangrijk zijn voor Columbia

Zes jaar nadat hij in het shirt van het Slowaakse AS Trencin aan Champions League-voetbal mocht ruiken staart Jamarro Diks zich niet meer blind op een carrière als prof. Op 27-jarige leeftijd merkt de kersverse vader inmiddels hoeveel voldoening luiers verschonen voor de bijna drie weken oude Jaivey en het voetballen in de eerste klasse bij Columbia schenkt.

De dik verdiende 4-1 overwinning in het eerste pouleduel voor de districtsbeker bij AGOVV biedt weliswaar geen enkele garantie voor dat het ook in de competitie op rolletjes gaat lopen, Columbia verraste aangenaam op een zonovergoten sportpark Berg en Bos. Trainer Daniël Holtman had zijn ploeg perfect neergezet en geïnstrueerd. Wanneer de Columbianen de omschakelmomenten in de tweede helft met iets meer accuratesse hadden uitgevoerd, hadden ze de winnaar van de Apeldoorn Cup misschien zelfs wel nog meer pijn kunnen doen.

Jamarro Diks, in de bekerderby Columbia’s meest vooruitgeschoven pion, kon vanzelfsprekend prima leven met de eindstand die na 90 minuten op het scorebord stond. “In vergelijking met vorig jaar hebben we kwalitatief wel wat ingeleverd. Maar wij zijn daardoor niet bij de pakken gaan neerzitten. We hebben wat nieuwe spelers. We moeten strijdlust leveren, zoals dat hoort bij Columbia. En je zag vandaag dat iedereen meters wil maken voor elkaar.”

Voor Columbia’s aanvalsleider kwam het zaterdag niet tot een ‘zwagerduel’ met AGOVV’er Marlo de Groot. “We hebben het vooraf wel veel over deze wedstrijd gehad, maar Marlo zit in Zandvoort”, legde de maker van Columbia’s tweede goal uit dat de broer van zijn partner Demi van mening was dat er toch iemand uit de Apeldoornse voetbalwereld Max Verstappen moest gaan aanmoedigen.

Diks was blij met zijn eigen aandeel in de zege op AGOVV. Een minuut na de gelijkmaker van Jesse Hartgers zette hij hoogstpersoonlijk de zaterdagtweedeklasser alweer op achterstand. “Ik kon ‘m contra inschieten en heb daarna ook nog de assist geleverd bij de 1-3.”

Van zichzelf verwacht hij voor komend seizoen elke wedstrijd belangrijk te kunnen zijn voor Columbia. Hij vindt zichzelf niet meer de momentenvoetballer die hij ooit was. “Dat is er wel een beetje uit. Ik ben volwassener geworden. Ik wil een belangrijke schakel worden en probeer er nu vanaf moment één te staan.”

Over gemiste kansen uit het verleden treurt Diks niet na. “Natuurlijk denk ik er weleens aan terug, maar je moet daar niet in blijven hangen. Ik leef in het hier en nu.”

Hij is trots dat zijn broer het wel tot de Champions League heeft geschopt. Met FC Kopenhagen veroverde Kevin Diks afgelopen jaar de Deense landstitel. Jamarro is er persoonlijk bij aanwezig als zijn familielid deze week zijn opwachting maakt in de Koningsklasse van het Europese voetbal. “Ik ga dinsdag naar Dortmund.”

De Stentor maandag 5 september 2022

Aanvoerder Rachid Boughalab mikt op klassering bij de eerste acht in de eredivisie; Zaalvoetballers AGOVV laten zich niet afleiden door zaalperikelen

Rachid Boughalab gelooft niet dat de zoektocht naar een nieuwe tijdelijke speellocatie de voorbereiding van de zaalvoetballers van AGOVV op enigerlei wijze heeft verstoord. Bij de start van het seizoen in de hoogste speelklasse, dat voor AGOVV Futsal vrijdagavond begint met een uitwedstrijd bij Tigers Roermond, blaakt de aanvoerder van de Apeldoornse eredivisionist van het zelfvertrouwen. “Wij willen bij de eerste acht eindigen.”

Nu sporthal Mheenpark vanwege de opvang van vluchtelingen de rest van dit kalenderjaar niet beschikbaar zal zijn, wijkt AGOVV Futsal in de eerste fase van het seizoen definitief uit naar sporthal Matenpark. De spelersgroep heeft zich niet laten afleiden door de zaalperikelen, meent Boughalab. Of de thuisduels in Zevenhuizen, Zuid of de Maten moeten worden afgewerkt, maakt hem in principe weinig uit. Hij richt zijn focus enkel en alleen op de wedstrijden.

Nadat de Apeldoorners afgelopen seizoen op een haar na de kwartfinales van de play-offs om het landskampioenschap misliepen, heeft de aanvoerder hoge verwachtingen van de nieuwe zaalvoetbaljaargang. “Een plek bij de eerste acht is de doelstelling. Wij willen groeien als team. Of dat lukt, hangt af van de eerste wedstrijden. Maar als wij compleet zijn, kunnen we tegen iedereen resultaat boeken.”

De nieuwe coach Yassine Assa, opvolger van de tot manager voetbalzaken benoemde Cerkan Kav, maakt op Boughalab tot dusverre een prima indruk. “Hij brengt rust in het team. Hij is duidelijk, gedreven, eerlijk en

Rachid Boughalab gelooft niet dat de zoektocht naar een nieuwe tijdelijke speellocatie de voorbereiding van de zaalvoetballers van AGOVV op enigerlei wijze heeft verstoord. Bij de start van het seizoen in de hoogste speelklasse, dat voor AGOVV Futsal vrijdagavond begint met een uitwedstrijd bij Tigers Roermond, blaakt de aanvoerder van de Apeldoornse eredivisionist van het zelfvertrouwen. “Wij willen bij de eerste acht eindigen.”

Nu sporthal Mheenpark vanwege de opvang van vluchtelingen de rest van dit kalenderjaar niet beschikbaar zal zijn, wijkt AGOVV Futsal in de eerste fase van het seizoen definitief uit naar sporthal Matenpark. De spelersgroep heeft zich niet laten afleiden door de zaalperikelen, meent Boughalab. Of de thuisduels in Zevenhuizen, Zuid of de Maten moeten worden afgewerkt, maakt hem in principe weinig uit. Hij richt zijn focus enkel en alleen op de wedstrijden.

Nadat de Apeldoorners afgelopen seizoen op een haar na de kwartfinales van de play-offs om het landskampioenschap misliepen, heeft de aanvoerder hoge verwachtingen van de nieuwe zaalvoetbaljaargang. “Een plek bij de eerste acht is de doelstelling. Wij willen groeien als team. Of dat lukt, hangt af van de eerste wedstrijden. Maar als wij compleet zijn, kunnen we tegen iedereen resultaat boeken.”

De nieuwe coach Yassine Assa, opvolger van de tot manager voetbalzaken benoemde Cerkan Kav, maakt op Boughalab tot dusverre een prima indruk. “Hij brengt rust in het team. Hij is duidelijk, gedreven, eerlijk en ook streng als het moet.”

Topscorer Dylan de Bruin vertrok dan wel naar Ede, met de komst van Youssef El Hammouchi en Kahan Özcan lijkt de selectie in de breedte sterker te zijn geworden. De in eerste instantie ook als versterking aangekondigde Quiermo Dumay haakte daarentegen al weer af. De Apeldoorner krijgt van derdedivisionist GVVV, de club voor wie hij op het veld uitkomt, geen toestemming om ook in de zaal te gaan voetballen.

Volgens de Blauwen-captain zijn alle ingrediënten voorhanden voor een succesvol seizoen. “We gaan er een mooi seizoen van maken. We hebben ervaring genoeg. Ik draag die band, maar eigenlijk hebben we wel vier of vijf aanvoerders. Adem Kocak, Yasin Erdal, Ceylan Cenik, ik. Cihan Özcan speelt dan misschien niet meer zoveel, maar blijft wel heel belangrijk voor het team. Joey Jejanan ook, al is die dan weer wat jonger. Met z’n allen houden we de boel scherp.”

Programma AGOVV Futsal eerste fase eredivisieseizoen:

2.9 Tigers Roermond (uit); 9.9. ZVV Eindhoven (thuis); 23.9 Hovocubo (thuis); 30.9 FC M.A.R.L.E.N.E. (uit); 16.10 zvv Den Haag (thuis); 21.10 RKAV Volendam (uit); 28.10 HV Veerhuys (thuis); 18.11 Leekster Eagles/ADe Stentormysoft (uit); 25.11 FC Einhoven (uit); 2.12 Texel ’94 (thuis); 9.12 Groene Ster Vlissingen (uit); 16.12 FCK/De Hommel (thuis)

De Stentor donderdag 1 september 2022/Foto Rene Hulshoff

Jeffrey van Amersfoort wil iets moois neerzetten bij zijn nieuwe club; Apeldoorn Cup en ambassadeurschap voor oppermachtig AGOVV

AGOVV heeft zaterdag met speels gemak de Apeldoorn Cup in de wacht gesleept. In de finale waren de Blauwen duidelijk een maatje te groot voor het naar de derde klasse gepromoveerde Beekbergen. Behalve eeuwige roem leverde de 4-1 zege de spelers van de toernooiwinnaar het ambassadeurschap op van de Gemeente Apeldoorn.

De finale werd een eenvoudige prooi voor de nieuwbakken zaterdagtweedeklasser. De Beekbergenaren, die in de doordeweekse duels titelverdediger Groen Wit ’62 en Columbia pootje lichtten, waren niet bij machte om voor een derde keer binnen vijf dagen te stunten.

In tegenstelling tot eerder in de week tegen Teuge bleef Jeffrey van Amersfoort ditmaal doelpuntloos. Toch voelt de aanvaller zich zichtbaar op zijn gemak bij zijn nieuwe club. Van Amersfoort was eigenlijk van plan om na het aanvaarden van een nieuwe baan en een teleurstellend geëindigd seizoen met Robur et Velocitas een half jaartje voetbalvakantie te houden. AGOVV-trainer Gerrit Brouwer haalde de Robur-topscorer over om overschrijving aan te vragen naar Berg en Bos.

Over zijn plotselinge vertrek bij Robur et Velocitas wil AGOVV’s nieuwe nummer negen niet zoveel kwijt. Wel blijft de 22-voudig doelpuntenmaker balen van hoe de ploeg uit Kerschoten promotie naar de tweede klasse in het zicht van de finish verspeelde. “We hadden naar mijn mening een elftal om kampioen te worden.”

Met AGOVV, waarvoor hij in de jeugd al eerder actief was, hoopt Van Amersfoort komend seizoen in een elftal met voor hem veel oude bekenden in de tweede klasse van het zaterdagvoetbal goed voor de dag te komen. “In dit elftal zitten echt heel veel voetballende kwaliteiten.”

De opvolger van de naar Nunspeet vertrokken Maikel van der Wijk laat zich niet verlokken tot het doen van voorspellingen over hoeveel goals hij de komende maanden in het blauwe shirt gaat scoren. “Ik wil vooral genieten en iets moois neerzetten.”

Het enige tastbare wat Van Amersfoort en zijn medespelers aan de Apeldoorn Cup overhielden was een speldje van de Gemeente Apeldoorn, dat zij bij de prijsuitreiking van sportwethouder Sunita Biharie overhandigd kregen. Armon Veeneman daarentegen wacht nog een extra bonus. Belinda Kerkhove, secretaris van Columbia en presentator van het populaire programma FC Apeldoorn van RTV Apeldoorn, had de bedrijvige linkervleugelverdediger een krat bier in het vooruitzicht gesteld wanneer AGOVV zich tot toernooiwinnaar zou kronen. Ook dát hoort bij de Apeldoorn Cup. Binnenkort kan zij haar schuld vereffenen.

De organisatie sprak van een geslaagde Apeldoorn Cup-week. Uit de kaartverkoop kon aan de EvE Foundation, een stichting ten behoeve van jongeren die één of beide ouders hebben verloren, een bedrag van 2681 euro worden aangeboden. De organisatie sprak van een geslaagde Apeldoorn Cup-week. Uit de kaartverkoop kon aan de EvE Foundation, een stichting ten behoeve van jongeren die één of beide ouders hebben verloren, een bedrag van 2681 euro worden aangeboden. 

De Stentor maandag 29 augustus 2022